In onze cadans van een-jaartje-ver-weg en -een-jaartje-dichtbij stonden we deze zomer voor het jaartje dichtbij. De kinderen wilden niet op één plek blijven, niettemin toch ook niet meer zo’n hevige heen-en-weer-vakantie als Thailand beleven, en ma en pa wilden in geen geval terug naar Frankrijk (mooi enzo, maar been there, done that). Zo kwam Italië uit de bus. Niet dat dat overdreven veel enthousiasme bij mij opwekte. Italië, dat kende ik van de ‘roomreis’ voor de Latinisten in het vijfde middelbaar. 12 dagen een bus op en behalve Rome ook nog driekwart andere steden van Rome zien. Veel lol en een overdosis ‘doms’. Verder, zo meende mijn vooringenomen geest, was Italië iets waar zonnekloppers besmet met inactiviteit heen trekken om bruin te worden. Ik ben nog nooit gestorven van een vooroordeel, zoals u merkt. Gelukkig ben ik daarnaast ook erg ruimdenkend en inschikkelijk (;-)) en ging zowaar zelf ons reisje boeken. Eén week naar het Noorden, want ik wou absoluut dat dak van de dom in Milaan terug op. Eén week naar het onbekende Le Marche, voor wat lichamelijke activiteit en natuur. En één week naar Toscane, voor de cultuur en Firenze, uiteraard. En nu, bij terugkomst, kan ik u zeggen dat mijn vooroordeel nogal, euh, bevooroordeeld was. En dat ik u twee bijzondere adressen cadeau doe. Doe er uw voordeel mee!
Voor de eerste week doe ik u geen adres cadeau. Niet dat ik niet wil, maar het was gewoon een huisje, gezellig maar zorgvuldig verzwegen dat het tussen een drukke weg en een pizzeria lag; gelukkig wel in een klein dorpje zodat de hinder meeviel, eens middernacht voorbij was en voor 6u ’s morgens tenminste, en met alle ramen dicht zodat je zwetend de nacht in ging. Maar we hadden een prachtige week, op de dom van Milaan, in het onvoorstelbaar mooie Verona, en zelfs in Venetië, ondanks de overdaad toeristen en de drukkende hitte. Wij kunnen met ons allen erg goed tegen hoge temperaturen, maar Venetië was ondraaglijk. Toen we aan de kade stonden te wachten om de Vaporetto (de busboot, zeg maar) te nemen, bleek plots dat er inderdaad iets met die hitte aan de hand was: die sloeg namelijk om tot een storm die later die avond op alle nieuwsuitzendingen in Italië was te zien, terwijl woorden als ‘tornado’ en ‘orkaan’ vielen. We konden de overkant van het Canal Grande niet meer zien, waren in een mum van tijd kletsnat door het zeewater dat over de oevers sloeg en hadden in de grote donkerte vooral licht door de eindeloze bliksems. O ja: de boten stopten met varen en we konden geen kant meer op. (Wie mij niet gelooft: bekijk dit filmpje. Die man stond naast ons.) Pas anderhalf uur later konden we ontsnappen, kletsnat, doorweekt en ijskoud. Gelukkig was het daarna meteen weer 25° en een uurtje later zoals vanouds een gezellige 30°. Desondanks: het Noorden van Italië is zeer het bezoeken waard. (Onder de foto’s deel 2 en 3, en de beloofde adresjes)
De Duomo in Milaan

Bovenop die Duomo 
Prachtig Verona

Het Noorden van Italië is een streek van grote landhuizen en oude parktuinen. Veel huizen hebben een labyrinth. Deze was aangelegd in 1700 en symboliseerde de spirituele weg van de mens. Bij doodlopende paadjes stonden bordjes met boodschappen als: ‘Dit pad eindigt, maar waar een pad eindigt, kan je een ander levenspad kiezen’. 🙂 We werden vooral aangemaand om de buxus zo weinig mogelijk aan te raken, wat niet evident is als je een wedstrijdje aan het houden bent…

Venetië… (voor de storm)

Landhuis, in dit geval de voormalige woonst van de doge van Venetië en tijdelijk onderkomen van Napoleon.

En ook hierbij een labyrinth, het moeilijkste dat ik ooit deed. De ronde vorm maakte het bijna onmogelijk om te onthouden waar je al was geweest of enige logica te vinden. Leuk vertier 🙂

Daarna stapten we in de auto en reden we een dikke drie uren tot we aan ons volgend adresje kwamen: een agricamping in Le Marche. We wilden al langer eens kamperen, maar waren niet zeker of het ons een week lang zou bevallen. Bovendien neem je met het vliegtuig niet zomaar een tent en alle toebehoren mee. Daar kwam ‘de huurtent’ in het vizier: meer en meer campings bieden een tent aan met alles erop en eraan. Net alsof je kampeert, maar je moet het zelf niet meer opzetten. Let wel, je betaalt daarvoor meestal ongeveer evenveel als voor een huisje, dus voor de prijs moet je het niet doen. Na wat zoeken kwam ik bij Agricamp Picobello uit. Een minicamping, voor maximum 15 tenten, veel ruimte, natuur, en volgens zoover.nl perfect. Dat de gastvrouw Nederlandse is, zou ook wel leuk zijn voor de kinderen, dachten we.
Het was uiteindelijk niet zomaar leuk, maar perfect. We zijn helemaal verliefd geworden op Le Marche. Je vindt er niet de grote culturele steden waarover ze je op school vertellen, maar wel het Italiaanse leven zoals het is: dorpjes, dorpsfeesten, ienieminiewinkeltjes waar ze toch werkelijk alles verkopen, buitengewoon indrukwekkende natuur, hartelijke mensen en dan toch ook wel weer wat kleinere dingen die de moeite waard zijn om te zien. De dorpen zijn hier niet uitgestorven, maar barsten van leven. Jong en oud gaan met elkaar babbelen op straat, de bambini zijn overal koning, en het eten is er heerlijk en goedkoop. Het leger Nederlanders dat we erbij kregen was rustig, fijn, gezellig, warm en op de achtergrond. Door de enorme ruimte op de camping heb je nauwelijks buren.
Door omstandigheden kwam het klimmen minder aan bod nu, maar gastvrouw Erna blijft een pareltje. Ze weet alles, helpt je overal mee, heeft honderden tips over de omgeving en staat altijd klaar om te helpen met advies op maat: iets voor de kinderen? Een uitgebreide bergwandeling? Een tweedaagse of liever een restaurantje? Museumpje vandaag? Cultuur? Vraag het maar aan Erna.
Wij betaalden 730 euro voor de tent, inclusief alle toebehoren, voor een volle week. Pizza’s in die regio kostten nauwelijks meer dan 5-6 euro en in restaurants vinden ze het logisch dat je maar 3 pizza’s koopt voor een gezin van 5. Lekkere wijn gaat er voor 3,50 euro per fles over de toonbank, en van de perziken die we er aten droom ik nu nog. Op het Feest van het Gecastreerde Schaap (een mens komt op de gekste plekken terecht als je meedoet met de Italianen) was het niet alleen een dolle bedoening van honderden Italianen die allemaal heel dringend vanalles aan elkaar moesten vertellen, maar kon je ook frietjes krijgen. En ze waren lekker. En als je in Italië frietjes koopt, krijg je daar blijkbaar automatisch twee tomaten en een perzik gratis bij 🙂
Onze huurtent, met picknicktafel en hangmat. Zoals je ziet, kampt(e) Italië met watertekort en een ongekend droge zomer.
Vanop de camping wandel je zo de velden en het bos in naar het beekje vlakbij.

In het hangmattenhuis lag iedereen altijd te lezen.

Sprinkhanen, in allerlei soorten

Historische stoet.


Kleine straatjes. Altijd.

Mooi uitzicht, ook altijd.

Wie de camping verliet, liet op het tafeltje naast het infobord eten of spulletjes achter die hij niet meer nodig had. Wij namen het picknickpotje en de kaarsjes mee en lieten tomaten en komkommers achter.

Een koningspage, heb ik me laten vertellen, in de olijfgaard op de camping.

Deze ken ik niet. Iemand?

Even onze klimtechnieken oefenen in een park in de buurt. (moh, kijk, een madammeke van onderdeappelboom)

In België schuiven wij aan voor het frietkot, in Italië is dat voor het pizzakot. Ondertussen bellen de Italiaanse papa’s ijverig naar iedereen en naar huis: ‘Wat had jij ook al weer besteld? Een Napolitane? En papa? Ah, twee voor papa. Wie is daar zeg je? Ah, komen tante en nonkel ook net aan. Ja, dan breng ik voor hen ook pizza’s mee. En zus?’ Wachten op 8 pizza’s duurt natuurlijk wel net iets langer dan 8 bakjes friet :-). Maar niemand die dat erg vindt.

Wachten doe je met z’n allen samen op de banken aan de overkant, naast de kerk, terwijl een fles wijn open gaat.

De Lekkerste Pizza’s Ooit. Echt!

En dan zijn er de bergen. Prachtige, eindeloze bergen. Het leuke voor gezinnen met kinderen is dat ze tot halverwege bereikbaar zijn met de auto. Ook zijn ze niet zo hoog dat het er ijskoud wordt. Een extra pull en goed warm stappen volstaat. En zo zijn sommige toppen dan bereikbaar voor kinderen. Wij beklommen de Monte Sibila van aan de berghut tot op de top. Een dikke 4 kilometer enkele rit, en bijna 1000 hoogtemeters, maar haalbaar voor de kinderen als je het traag doet. Het uitzicht is ook zo adembenemend dat het heerlijk is om af en toe eens te stoppen en gewoon rond te kijken. Je klimt bovendien niet zomaar, maar grotendeels op de kam van de berg (je ziet dat vooral op de tweede foto hieronder). En dat is natuurlijk altijd het mooist.

De top wordt zichtbaar, rechts boven (gsmfoto, sorry)

En tot slot, de derde week, in Toscane. Veel jaren geleden sprak ik hier al eens over Agriturismo Diacceroni. Het lag toen al vast dat ik daar ooit eens zou logeren. Dat was dan nu eindelijk het geval. Een bioboerderij in het prachtige Toscane, met zwembad, wat wil je nog meer?
Helaas: bij aankomst waren we ontgoocheld. Waar ik een kleinschalige boerderij verwacht had, bleek Diacceroni groot geworden. Veel mensen. En een huisje dat binnenin wel heel summier was opgevat (in aankleding, niet in grootte). Geleidelijk aan zijn we echter van onze schrik bekomen, tot we weer gaan houden zijn van Diacceroni. Omdat het misschien wel drukker was dan verwacht, maar toch warm en eerlijk.
De boerderij promoot haar producten intens. Dat doet ze door het organiseren van drie gezamenlijke maaltijden voor alle gasten (en dat zijn er best veel, want Diacceroni heeft steeds meer huizen verspreid in het Toscaanse landschap). Die maaltijden zijn heerlijk, dat moet worden gezegd, en inbegrepen in de prijs. Er wordt ook altijd voor muziek gezorgd (te luid, maar goed, dat zijn Italianen) en drank koop je tegen lage prijzen. Uiteraard is alleen hun eigen wijn te koop, maar ze hebben heerlijke flesjes voor 5 euro, en ook zelfgemaakt bier voor de liefhebbers. Water is gratis. Er wordt met enorme hartelijkheid opgediend: je kan altijd iets bijvragen, je mag eindeloos opscheppen, en het eten is huisbereid, grotendeels uit eigen moestuin en er wordt altijd een klein dessertje voorzien. Bovendien is de ligging buitengewoon: je kijkt over de velden uit, en overal zijn er zeteltjes en buitenbedden om ervan te genieten. Het eten is grotendeels vegetarisch, altijd vers gemaakt en lekker.
Elke dag is er een activiteit waar je gratis mag aan meedoen: een wijnproeverij, zoektocht met een truffelhond, dansles, enz. Daar wordt opnieuw niet gierig gedaan: er kan altijd een glaasje drinken vanaf en niemand kijkt op de klok. Er zijn bijkomende kookworkshops tegen betaling voor volwassenen en kinderen. En er is een manege waar een West-Vlaming en een Antwerpenaar blijken te werken. Dat wisten we niet vooraf, maar bleek nog zo handig. We hebben er allemaal wat les gevolgd, ook deze mevrouw die nog nooit op een paard had gezeten. Man en kinderen die wel al wat uren les achter de rug hadden, lieten weten dat ze vanalles gehoord en bijgeleerd hebben dat niemand hen ooit al had verteld. Het was fijn, en de paarden lijken er in erg goede handen.
Wij betaalden (in 2017 dus!) 830 euro voor ons huisje met gezamenlijk zwembad. In die prijs zat inbegrepen: 3 keer warme maaltijd ’s avonds, een ochtend kennismaking met de paarden en stallen, truffeltocht met proeverij en wijnproeverij (en als we hadden gewild ook nog tangoles en yoga). Bij het afrekenen (van de drank tijdens de drie avonden) werd de prijs resoluut naar beneden afgerond en kregen we nog een fles huiswijn en homemade pasta mee naar huis.
Na de aanvankelijke teleurstelling zijn we het mooie van Diacceroni dus wel gaan inzien en zou ik het aanraden aan iedereen die niet persé alleen wil zijn. Je moet er wel Toscane bij nemen, wat ons veel meer tegen viel: zeer veel toeristen, overal dezelfde souvenirwinkeltjes en nergens echte Italianen. Het landschap vinden wij ook veel eentoniger dan Le Marche. Maar natuurlijk: wel prachtige culturele steden.
Uitzicht op La Diacceroni
Een eerste bordje bij aankomst 
Uitzicht op Volterra vanuit ons huisje
De stallingen 
Italiaans vervoer
Toch nog een eenzaam dorpje gevonden! 
Massimo, de eigenaar van de boerderij, ploegt één van zijn velden…
Gezellige avonden 
Eén van de warmste zomers ooit in Italië. Zelfs de duiven smeken om water
Wat zoekt dat beestje? 
Aha, dit zoekt dat beestje!
Even proeven 
Rara, waar zijn we en wat doen deze mensen?
Resultaat van de kinder-kookles: nutellataartjes! 
Dochter doet dat goed

En toen waren we terug thuis. Net op tijd om de volgende reis te plannen. Wat raadt u aan? Hongarije? Nepal? Of toch maar Costa Rica?