Ik had me voorgenomen dat dit een blog moest worden over alles wat je onder een appelboom kunt doen : naar de tuin staren, ja, maar zeker ook boeken lezen, taartjes smullen, van aperitiefjes nippen, en bovenal genieten van de kinderen. Door de aard van het seizoen gaat het momenteel echter vooral over de tuin (garandeert ook iets meer anonimiteit natuurlijk). En tot mijn grote verbazing zijn er allerlei vriendelijke ecobloggers die mijn blabla hier aan hun blogroll toevoegen, mij van goede raad dienen, èn mij bovendien naar opendeurdagen uitnodigen. Ik ben daar zeer verbaasd en verheugd over.
Maar, ik denk dat ik deze mensen nu slag om stoot ga ontgoochelen. Ik kan nog wel een beetje doen alsof, maar het komt er toch vroeg of laat uit, en ik beken het dus maar meteen: ik heb zeer veel Kritische Vragen bij ecologisch tuinieren. Uit onkunde, natuurlijk. Maar toch: slik!
Eco-bijbel Velt zegt het volgende over een ecologische siertuin:
‘ Een ecologische siertuin houdt rekening met de menselijke wensen en behoeften én wil bijdragen aan meer natuur, aan het herstel van het landschap en aan een schoner milieu. In een ecologische tuin wordt gekozen voor planten die zijn aangepast aan de grondsoort en aan de omstandigheden. De voorkeur gaat uit naar streekeigen bomen en struiken. Op die manier help je mee aan het ‘typisch’ houden van de streek.
In die menselijke wensen kan ik me vinden. Dat is een eerlijke visie. Tuintjes aanleggen is ‘des mensens’, is cultuur, en een echt stuk natuur creëer je dus niet met zelf plantjes in bepaalde volgordes te planten. Dat is alleen maar imitatie. (wel goede imitatie natuurlijk)
Ook planten die zijn aangepast aan grondsoort en omstandigheden zijn een onbetwistbare regel. Je wilt het niet op je geweten hebben dat een plant schimmels krijgt omdat jij hem persé in je tuin wil, terwijl hij veel gelukkiger zou zijn op de bahama’s. Die magere ficus, weg ermee dus!
Maar o maar, dat woordje ‘streekeigen’. Dat klinkt zo ongematigd; in mijn oren toch. Daar lijkt zo’n onwrikbaar geloof aan vast te hangen in het bestaan van een oeroude traditie, een vast omlijnd plantenbestand, dat weer tot leven zou kunnen worden gewekt als iedereen maar beter zijn best deed. ‘We gaan terug de planten zetten die hier altijd hebben gestaan, vooraleer alles met uitheemse planten en properheidsdwang werd bedreigd’.
Maar waar is ‘hier’? En wanneer is ‘altijd’?
Herstel van het landschap, noemt Velt het, maar het landschap van welke periode, welke tijd, en welke functie? Zie ik het verkeerd als ik de indruk heb dat ecologie een bepaalde periode terug in ere wil stellen, een bucolica van Europese wilde planten in een tijd lang, lang geleden? En snap ik er geen jota van als ik denk dat die periode toch nooit echt heeft bestaan?
Er worden tegenwoordig nogal wat Amerikaanse eiken gerooid. Ik kan dat begrijpen, want die kerels palmen voor je het weet een heel bos in en sturen je beuken, inheemse eiken, enz. wandelen. Maar die beuk is, wanneer je wat verder terugkijkt, al even uitheems. Ooit was Vlaanderen een moeras, met berken, en hier en daar een eik. Bijna alle bossen zijn aangeplant (we laten het mooie ’t Bos Eename even buiten beschouwing), en bijna alle boomsoorten ingevoerd. En wat met valeriaan, echinacea, enz.? Die zullen er in het moeras allicht niet gestaan hebben. Houtkanten en gemengde hagen? Nog maar een paar honderd jaar oud, toen natuur herschapen werd tot weides en landgoed. Wat ik dus maar wil zeggen: ook al heb ik ontzettend veel enthousiamse voor ecologisch tuinieren, wil ik het als ideaal nastreven en er nog massa’s over bijleren, toch ben ik ook geneigd het met een korreltje zout te nemen. Want wat zou er mis zijn met mijn Griekse sneeuwklokje als het hier even goed groeit als daar, als het de inheemse sneeuwklokjes evenveel tot hun recht laat komen, de bijtjes aantrekt, geen sproeistoffen of extra water vraagt, enz? Dat Griekse sneeuwklokje staat er dus, naast het inheemse sneeuwklokje, onder mijn esdoorn en lindeboom. En die gecultiveerde chrysant uit het ouderlijke huis van mijn grootvader staat er ook. Want is dat nu ook niet mooi, de vermoedelijk zelf-gecreëerde variëteiten die in families worden doorgegeven in ere houden? Ik vind het dus prachtig en verplicht, dat ecologisch tuinieren, maar als het heel erg strak wordt toegepast, dan word ik daar toch ook een beetje bang van. Oei…