Ik wou het even over de bessenhaag hebben, maar aangezien ‘sommige mensen’ enigszins in paniek blijken te zijn, en je mensen in nood natuurlijk altijd moet helpen, heb ik het eerst maar eens over groenten, daarbij niet gehinderd door enige kennis ter zake. U weze gewaarschuwd.
Ik heb tijdens voorbije zomers wel eens wat slaplantjes grootgebracht, er stonden kruiden en radijzen om dagelijks te plukken, en er is ook menig rabarbertaart gebakken. Maar dat was het dan ook wel. Gelukkig is er nu het internet, velt, en de fantastische info over wisselteelt op de blog van mme zsazsa, en dus zijn we weer wat wijzer. Heb ik geleerd:
– zaaien buiten kan pas in maart-april, zo’n beetje afhankelijk van het weer (pf, weeral wachten)
– zaaien achter glas kan al in februari!
– En ‘glas’ hoeft niet perse een mooie serre of kiembak te zijn; een koele kamer met raam voldoet evenzeer!
Zodoende heb ik zaadjes gekocht en bakjes gemaakt. Nu kan je van die perfecte zaaipaketten kopen, met potjes op juiste grootte en bakjes om het overtollige water op te vangen, maar omdat het een experiment is, wou ik het toch nog even goedkoop houden. Als het lukt, dan heb ik volgend jaar recht op echte bakjes, vind ik. (en als het niet lukt is dat uiteraard omdat ik de juiste bakjes niet had :-))
Om later te verplanten is het goed dat je de zaden mooi afzonderlijk, op afstand, zaait. Als je die kleine worteltjes van elkaar moet sleuren, dan laat het plantje het uiteraard sneller afweten. Vandaar: Met houten fruitkistjes en in reepjes geknipte vitabisdozen als tussenschotjes, heb ik kweekbakjes gemaakt, met vierkante ruimtes van telkens ongeveer 3 op 3 centimeter.
Ik heb ook geleerd dat je best de natuur moet nabootsen. Daar vallen de zaden al in de vroege herfst in de vaak kletsnatte aarde. Ik heb mijn bakjes dus met aarde gevuld en goed natgemaakt. Dan zou ik per vierkantje 3 zaden moeten leggen. Maar o maar: niemand die mij gezegd heeft hoe klein die dingen zijn! Radijzen tot daar aan toe, maar sla, dat lijkt wel schaafsel! Hoe neem je daar 3 stuks van? En die raketsla dan! Fijngemalen peper is grover! Dus: koffielepel genomen, zaadjes erop geschoven, en kwistig over mijn grond gezaaid. Tot zover de wijze lessen en mijn goede punten voor het correct opvolgen van de leerstof. Al goed dat er ook erwten zijn, zo groot als… juist ja. Die heb ik braaf 24 uur geweekt en dan pas op de aarde gelegd.
Terug naar de natuur: in de loop van de winter waait er aarde op de zaden, dus die heb ik met een dun laagje aarde bestrooid. En af en toe regent het. Dan kom ik af met mijn sproeiertje. Ha, onweer! Stortbuien! (nee, beter niet dus, want dan komen de zaden weer bloot, ook al geleerd).
Een week later zijn sla, radijzen en bonen flink aan het kiemen. Mijn aardapeltjes heb ik in een eierdoosje gelegd (tip van de mama) en ik denk dat ik ze heel vaag zie schieten.
Maar, het zou geen experiment zijn als er niet iets zou mislukken: ik zie ook hier en daar een toefje schimmel op de aarde. Het is dus ook mogelijk dat ik, in plaats van groenten, goede mulch aan het kweken ben…
Zoonlief is ook alweer druk aan het zaaien…
Een rijtje slamix in de serre (onze geliefkoosde ‘Thai mix’, met een paar hele pittige blaadjes tussen), een rijtje radijs, ook in de serre.
En vandaag kon hij het niet laten om toch ook wat tomaten voor te zaaien. Die bakjes staan dus in huis, wegens in de (onverwarmde) serre nog te koud.
die eierkartons, dat is dus echt wel een goeie tip!
@ bart: ook al geprobeerd dan, aardappelen laten kiemen? En gelukt?
Voor dat zaaien van hele kleine zaadjes stond onlangs een leuke tip op het blog ‘grow your own veggies‘: gebruik een eetstokje