Het moet toch al een jaar of 10 geleden zijn dat ik de buurvrouw/boerin op het veld rechtover ons huis al mopperend tussen de aardappelen aan het werk zag. Het was zo’n dag dat je de hitte een meter boven de grond ziet trillen en alles lichtelijk naar asfalt begint te ruiken. De buurvrouw/boerin had daar ondanks T-shirt, schort, laarzen, en een persoonlijk volume zoals buurvrouw/boerinnen dat horen te hebben klaarblijkelijk geen last van. Terwijl ze met de schoffel het onkruid te lijf ging, fulmineerde ze tegen sport en fitness-hypes. “Ze moeten tegenwoordig allemaal persé naar de fitness”, zei ze. Die ‘ze’ in haar uitspraak, dat is dan ‘de jeugd van tegenwoordig’. “Dat moesten wij vroeger eens gevraagd hebben, we zouden het nogal hebben mogen horen. ’t Is omdat ze niet meer werken, de gasten, dat ze nu aan sport moeten doen”. En terwijl ze hoofdschuddend verder werkte: “Fitness, fitness. Dat ze eens een schuurborstel vastpakken en ons erf komen schuren, ‘tzal rap gedaan zijn met die fitness”.
De buurvrouw/boerin is, voor alle duidelijkheid, een zeer vriendelijk mens. Altijd massa’s snoep van haar gekregen (terwijl haar echtgenoot/boer dan de lucht uit onze fietsbanden deed lopen of koeiestront op het zadel legde). Nog altijd heel erg welkom daar.
Maar hoe zit het dan met sport en werk? Ik heb inderdaad nog nooit een joggende boer ontmoet, of een boerin geweten die zich klaarmaakte voor haar wekelijkse sessie step-aerobic. Sport en tuinwerk gaat in die zin inderdaad niet zo goed samen. Na een dagje werk in de tuin storten wij ons ten huize appelboom meestal op de fles martini en hangen dan nog een uurtje met ons glas en een zakje chips (vanaf nu: radijsjes!) op ons terras rond. Misschien dat dat voor anderen anders is, maar na een dagje moestuin aanleggen, denk ík er in elk geval niet aan om nog snel even de loopschoenen aan te binden en een toertje te doen. Wij heeft er in godsnaam sport nodig als je een tuin hebt?
En toch (je wist dat dit zou komen): helemaal hetzelfde voelt het niet. Getuige daarvan het ongunstige gevoel waarmee ik deze morgen ben opgestaan: al twee weken niet meer gesport, en deze morgen eindelijk weer zon: ik wil lopen! Niet dat dat veel voorstelt hoor. Na 5 km sta ik netjes terug aan onze achterdeur. Maar het is ontspannend op een andere manier dan tuinwerk. Het gevoel achteraf is even zelfvoldaan, maar ik ben bijvoorbeeld al niet geneigd om na het lopen direct aan de martini te beginnen. Het is zeker ook niet gezonder dan tuinwerk, want zo ongeveer de helft van alle lopers loopt vroeg of laat een knie of enkel in de prak (maar dan doen ze meestal wel meer dan 5 km :-)). Tuinwerk is echter ook weer niet het toppunt van lichaamsvriendelijkheid. Het aantal lumbago’s dat elk voorjaar in Vlaamse tuinen wordt opgelopen, is niet van de poes. Tuinwerk is nuttig. Sport is dat niet. Integendeel. Toertjes lopen voor de lol is in wezen vrij belachelijk. Ik ben zeker dat ik alle boeren die ik passeer vol onbegrip zie grijnzen. En toch hunker ik naar mijn toertje lopen. Misschien omdat het vollediger is. Omdat het nog net iets meer dan tuinwerk een kwestie van uitwaaien is. Of misschien gewoon omdàt het zo nutteloos is. Dat vond Aristoteles in elk geval al de hoogste wetenschap: het nutteloze om het nutteloze.
Gewetens en alsmaar dikker wordende lichaamsdelen sussen door punten te gaan verzamelen op ‘fietsen op een rijtje voor de televisie’ (wel eerst met de wagen tot daar want “straks hebben we gedouchet”).
Midas Dekkers heeft ooit eens gezegd ‘Wie sport, leeft twee jaar langer. Maar wat heb je daaraan, als je twee jaar van dat lange leven met sporten hebt gevuld? Dan kun je evengoed niet sporten.” Ik kan die man niet vaak tegenspreken 😉
De meeste mensen haken toch al af na een maand of drie in ‘de fitness’ dus meestal is het vooral weer een financiële aderlating en een ‘dikke’ kater (of kattin) achteraf 😉
Lang leven de tuin-fitness !
Pleit voor lopen: het kost geen geld, je moet er nergens voor naartoe rijden en je bent gewoon buiten. De idee is natuurlijk wel dat je het ook leuk vindt (of op die manier zorgt dat je met je kinderen meekan die al spelend heel veel sporten en je dus met het eeuwige risico opzadelen dat ze een betere conditie hebben dan jij). Maar ja, als je honderd krantenrolletjes per avond moet maken, heb je natuurlijk geen tijd voor sport… 🙂
tijd moet je maken he 😉 ik heb tijd voor heel veel dingen (zelfs Kultuur met de grote K zoals de nieuwe snaar eergisteren), behalve voor het afwassen misschien 😉
ik heb nog eens snel een videotje ge-youtube’d. Zoals je ook kan zien op de blog (http://the666bbq.blogspot.com/2009_03_01_archive.html) valt dat rollen wel mee zulle 😉
’t Is inderdaad zo, dat als lopers op een bepaald ogenblik last van hun knieën krijgen, dat steevast aan het lopen geweten wordt.
Echter: (retro-spectief) onderzoek heeft uitgewezen dat als je twee even grote groepen mensen vergelijkt, waarvan de ene groep altijd regelmatig gelopen heeft, en de andere groep niet, dat er dan in de groep lopers niet méér knie-klachten voorkomen dan in de andere groep…
(Helaas, sinds een maand of twee staat het lopen hier ook op een laag pitje… )
Kapotte knieën heb ik nog net niet, maar ze zijn wel zwak. Ik heb lopen nooit leuk gevonden, tennissen wel (vandaar de zwakke knieën en ook vanwege mijn x-benen). Maar tuinieren: dat voel je, daar zweet je van, je wordt er moe van maar toch o zo voldaan omdat het resultaat van je inspanning zichtbaar is. Iets wat van lopen niet echt gezegd kan worden.
Peter, dat gaat inderdaad erg snel, die rolletjes (mooi liedje ook).
Annetanne: des te beter als er geen verband is!
Nico: ja, vandaar dus dat het nog net iets meer ‘hoofd leegmaken’ is, precies omdat je niet op zoek bent naar resultaat. Het voldane gevoel van tuinwerk is natuurlijk ook heerlijk!