Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for april, 2009

De moestuin, revisited

De moestuin begint er meer en meer als een mooie moestuin uit te zien: mooi gerangschikte rijtjes, herkenbare groenten, rijtjes sla en radijzen waar duidelijk al wat oogst uit verdwenen is, en het eerste kleur in de moestuin met dank aan de kiemende rode biet. Ondertussen hebben we toch al 3 keer radijzen gegeten en twee soorten sla. Van alle gekiemde tomaten doet de helft het ronduit goed, en binnenshuis zijn rode kool, spruiten, mais en komkommer druk aan het kiemen. Dat en het zonnetje van vandaag zijn reden genoeg om een goed flesje wijn te kraken, nee?

pict03921

Allemaal correct wat ik schreef, maar gekneed en geboetseerd naar het type feel-good-blog. Eerlijker zou zijn om toe te geven dat het er een paar uur daarvoor nog zo uitzag:

pict0013

Met droge grond dus, vol onkruid, en alles redelijk onvruchtbaar. Ik kan er ook bij vertellen dat die 3 porties radijzen samen ongeveer 20 stuks waren en die sla gewoon enkele blaadjes van kropjes die te dicht op elkaar gezaaid waren. Ik kan verder melden dat mijn kiemen rode kool en spruiten slappe sloebers van 1O cm lang zijn en mijn prei van geen kiemen wil weten. Ook is het zo dat ik nog steeds niets weet van opeenvolgend zaaien (zorgen dat de tweede reeks sla al klaar is als de eerste opgesmuld is) en ik qua bonen vermoedelijk het type niervormige boon heb geplant in plaats van gewone groene lange bonen. Het onkruid dat net is gewied is gegarandeerd achter mijn rug alweer aan het rechtkrabbelen en mijn wortels zien er al ongeveer een maand lang even groot uit. Dit alles om maar te zeggen: ik kan het schoon uitleggen, maar ’t loopt hier ook wel eens in het honderd hoor 🙂  Alleen de hamvraag blijft: heb ik nu dat flesje wijn verdiend of niet?

Read Full Post »

Behalve dat de titels steeds meer op codetaal voor ingewijden beginnen lijken, kan ik u ook melden dat het gezin onderdeappelboom weer eens reden had om taart te bakken. Niet dat we daar redenen voor nodig hebben; qua gastronomie moeten wij onszelf de hele dag door aan banden leggen of we overstegen allang de breedte van de voordeur. Maar met zo’n echte reden voor het bakken van taart, is niet alleen onze maag en goesting gesust, maar ook ons geweten, en dat is altijd aardig meegenomen.

aangepast-2Dit receptje komt van de naakte chef naar mijn hart (makkelijk, niet te veel wegen en meten, lekker en vers). Het enige nadeel waren de aardbeien, want daarvoor is het eigenlijk nog te vroeg op het seizoen. Maar kom, het is toch al bíjna het aardbeienseizoen, en dus heb ik maar een bakje uit Hoogstraten gekocht; zo is de kleine middenstand ook weer content. En hoe maakt men nu dit lekkers:

Meng 200 g boter en 200 g suiker. Voeg er vier eetlepels cacao aan toe en roer goed. Voeg hierbij nu 3 eieren (volledig dus, geen gedoe met scheiden), meng opnieuw en voeg tenslotte ook nog 200 g zelfrijzende bloem toe. Helemaal lekker is het als je er ook nog wat geschaafde amandelen doormengt, maar dat hoeft niet persé. Geloof het of niet, je taart is bijna klaar: giet in een springvorm, en bak ongeveer 25 minuten op 180 graden.

Haal de taart uit de oven en snij hem middendoor. Klop een pakje slagroom met een zakje vanillesuiker en meng er een bakje in stukjes gesneden aardbeien door.  Strijk dit op de onderste helft van de taart, en leg het bovenste deel erop.  Dat mengsel moet eigenlijk aan de buitenkant zichtbaar zijn om er echt lekker uit te zien (zie mini-fotootje hiernaast). aangepast2

De naked chef giet er nu een chocoladeglazuur over, maar dat is me te plakkerig en zonde van de tere smaak van taart en aardbeien. Versier maar gewoon zoals je dat zelf graag doet. Smakelijk!

Read Full Post »

Domweg gelukkig

Het was kort na de middag toen ik wat papieren in onze inbouwhaard aan het verbranden was. Terwijl ik stond te sakkeren omdat dat papier geen vuur wou vatten, hoorde ik in de schouw het onmiskenbare gefladder en gekrab van de pootjes van een vogel in nood. Een vogel in onze schouw! En net toen vatte het papier vlam! Gelukkig was het maar een klein hoopje papier, en bleef ik het gefladder ook daarna nog horen. Maar met twee zieke kindjes in huis was mijn aandacht algauw elders nodig, en het was 7u s’ avonds alvorens het gekrab van vogelpootjes weer vanuit de haard te horen was. Nu loopt er in de schouw een buis naar buiten, en waren er dus twee mogelijkheden: ofwel was het beestje in de buis getuimeld, en zat het midden in de rookhaard, bovenop de kachel, ofwel was het naast de buis gevallen, en dan moest het te vinden zijn via de verschuifbare steen waarlangs de schouw vroeger werd schoongemaakt. Naar buiten dan maar, steen en isolatie uit de muur getrokken en terug naar binnen om te luisteren wat er gebeurde. Ons vogeltje begreep duidelijk dat er pogingen werden gedaan om hem te redden, want het fladderde nog meer dan daarvoor. Maar buiten raakte het niet. Conclusie: het zat ìn de buis, bovenop onze kachel. Enige oplossing die ons restte: de kachel demonteren. De echtgenoot stak zijn hoofd in de haard om de bovenste platen weg te schuiven, en nauwelijks was dat gebeurd, of een vrouwtjesmerel schoot langs zijn hoofd de keuken in. Zoals dat gaat met angstige vogeltjes: het beest schoot direct tegen alle ramen aan, en miste keer op keer de open schuiframen en keukendeur. De echtgenoot kreeg het even te pakken, maar raakte het weer kwijt; ikzelf had het (dacht ik) stevig vast, maar zag het beestje op een halve meter van het openstaande raam toch mijn handen ontvluchten en weer de keuken invliegen. Uiteindelijk kreeg de echtgenoot het toch goed te pakken, en konden we het beeste buiten zetten. Maar wat een zielig zicht: zwaar ademend, hartje kloppend, bekje wijd open, en onder het stof van de haard. Met vogeltjes is het altijd moeilijk kiezen: het laten sukkelen tot het ooit de weg naar buiten vindt, of een handje helpen met het risico op extra stress en een hartaanval? Bang dat het het laatste zou zijn hebben we het vogeltje zoveel mogelijk met rust gelaten. Ik heb wel wat water bij hem gezet en er wat op zijn bekje gesprenkeld. Aan het stof durfde ik niet zoveel doen, uit angst dat het zou vastklitten en het beestje helemaal niet meer zou kunnen vliegen. En ondertussen bleef het daar zwaar hijgend op het paadje zitten, terwijl twee zotte mensen met een knoop in de maag bezorgd stonden toe te kijken. Zo uitgeput en vol stress leek dat vogeltje! Maar, hoera, een kwartier later schudde het plots z’n kopje, ademde weer normaal, en vloog in één ruk door naar onze blauwenregen, waar het onmiddellijk in de verse bloemblaadjes begon te pikken. En nog een vijf minuutjes later koos het voor de wijde wereld, waar we het al heel gauw niet meer konden onderscheiden van de blauwe lucht. En meneer en mevrouw appelboom, die waren domweg dolgelukkig om dit geredde vogeltje.

Read Full Post »

We hadden al de algemene regels van pseudo-ecotuinen, en het kruidige binnentuintje, en het wordt dus hoog tijd dat ik iets over borders vertel.  Niet dat ik daar veel zinvols over te vertellen heb, want het aanbod aan planten en de kennis van anderen is veel meer dan wat ik op deze blog kan invoegen. Maar voor de leken zoals ik, die graag het bos door de bomen blijven zien, een klein aanzetje tot een mogelijk leuk begin.

Vooreerst, die ‘borders’ zijn een Engelse term, en die boorden meestal het gazon af. Dat hoeft natuurlijk niet. Ze kunnen ook naast een terras, naast een oprit, in een cirkeltje op het gazon zo je wil; in elk geval in duizend en één mogelijkheden. Basisregel is wel dat je een beetje op de schikking let: lage planten vooraan, hogere planten achteraan. Je kunt ook spelen met vroege en late bloeiers, en (waar de meeste mensen het eerst aan denken:) kleur. Het Engelse en Franse design vraagt nogal eens dat je je beperkt in kleuren: roze borders, gelige borders, en niet te veel mengen tussen de twee. In een bekende tuin van mijn tante is echter ook een ‘shocking border’, waar geel, rood en paars door elkaar zijn gegooid, en waaraan het Engels geïnspireerde publiek (heel) langzaam leert wennen (het bloeiende zevenblad in de border valt hen nog altijd iets zwaarder, geloof ik, met een gnuivend binnenpretje van mijn inmiddels 75-jarige tante tot gevolg).

Maar terug naar plantjes. Nogmaals, ik geef gewoon een opsomming van wat ikzelf gekozen heb, maar er zijn duizend mogelijkheiden:

1. Perkje nabij het terras: oranje-rood.

– achillea millefolium terracotta: een variant op het klassieke duizendblad in oranje tinten (de gewone versie heb ik vanzelf bij de vijver, dus hier mocht het eens wat anders zijn)
– hemeroccallis ‘happy returns’ : hemeroccallis of daglelie stond al in de tuin toen we hem kochten. Ik was lang in de veronderstelling dat het inheems was, maar dat is toch niet zo; hij komt uit het Oosten .  Maar het woekert niet en wordt niet ziek; een leuke aanvulling dus. En elke dag een verse bloem voor de bijtjes.
-echinacea purpurea: dé inheemse bloem bij uitstek die niet mag ontbreken. Echinacea of zonnehoedje trekt bijen en vlinders aan, geeft een zonnig zicht, en is zelfs half uitgedroogd in de herfst nog mooi om te zien. Ik heb me ook laten gaan met een variant erop: echinacea fatal attraction
-coreopsis verticillata moonbeam:  ook al ingevoerd, dus ik ben slecht bezig. Maar wie kan aan mooie meisjesogen weerstaan?
– alchemilla: ik zet overal vrouwenmantel tussen, omdat dat zo mooi is na regen of dauw, en omdat het enigszins bodembedekkend is en dus het onkruid tegenhoudt. Gelukkig wel inheems.
– Verder aanvullen in gelige tinten kan met helianthemum (zonneroosje), euphorbia, sommige sedums, potentilla, en curryplant natuurlijk. Allemaal inheems en bescheiden in omvang (het kruipt je hele tuin niet rond, bedoel ik).
2. Borders verderop in paars-wit-roze

Jawel, we gaan even klassiek de brave kleuren opzoeken met deze bloemetjes:
– veronica of ereprijs, in verschillende soorten te vinden
– eupatorium of koninginnekruid, voor wie veel ruimte heeft; je krijgt zwermen vlinders in ruil
– achillea milleforlium, het gewone witte duizendblad
– alium: alle soorten look en sierlook brengen mooi licht in de border
– campanula, lukt altijd
– geranium: een favoriet in veel tuinen. Ik hou er iets minder van, maar smaken verschillen natuurlijk
– valeriaan, voor wie een muurtje  of een hoopje stenen ter beschikking heeft
Over deze tinten kan ik urenlang doorgaan, want er lijken veel meer soorten in te bestaan dan in de gelige bloemen. Ook hier voeg ik vrouwenmantel toe, en flox en margrieten, uit voorliefde voor de vroegere boerderijtuinen. Waar de border het huis raakt, staan nog stokrozen.
Ik zou dit alles in de toekomst ook graag met mooie foto’s willen spijzen, maar dat is nog even wachten. Ik kan jullie alleen  meegeven hoe zielig zo’n pas aangeplant bordertje eruit ziet. De meeste mensen kiezen een zone voor bloemen in hun tuin, en kopen dan zoveel plantjes als ze nodig hebben. Maar planten groeien, en na een jaar of twee heb je teveel. Zelf begin ik met een klein stukje grond en van elke plant één potje. Naarmate alles groeit, vergroot ik mijn borders. Dat is niet alleen een ietsie goedkoper, dat spaart mij vooral veel werk in tijden van verbouwingen, kleine kinderen, enz. En tegen deze zomer zal dit er toch al helemaal anders uitzien:
pas geplant mèt compost

Nog meer onprofessionele informatie over de ecologische siertuin:

Deel 1: Diep nadenken

Deel 2: De binnentuin

Deel 4:  De schaduwtuin

Deel 5: Siergrassen

Read Full Post »

radijsjesKijk eens wat gisteren op ons bord is beland: zelfgekweekte radijsjes! In februari nog in een zakje van den boerenbond, en in april al bij ons slaatje, hoera! Radijzen kiemen dan misschien wel alsof het niets is, het is toch de eerste keer dat ik zo’n mooie exemplaartjes uit de grond haal (vroeger waren het meer harde knuisten, taai, wormstekig of langwerpig). Deze waren zacht en scherp tegelijk, precies zoals het moet!

Maar niet alle groenten groeien zo vanzelf in de moestuin.  Kolen en vruchtgewassen kunnen bijvoorbeeld wel wat compost gebruiken; een stevig laagje zelfs. Aardappelen zijn daar ook niet kwaad om, en ik vraag me af of de tomaten, eens ik ze uitgeplant heb, daar ook gelukkig mee zouden zijn. En dan zijn er nog de bloemen, de haag, enz. Allemaal ambiëren ze een laagje van dat zwarte goud. Alleen: ik bezit dat niet, aangezien we nog geen composthoop hebben. Een beetje gegoogel leert me al snel dat ik eigenlijk niet al te best heb nagedacht, want al zie ik wekelijks de ophaaldienst van groene bakken bij de buren, toch heb ik me nooit afgevraagd waar dat groenafval naar toe gaat. Juist, dat wordt gecomposteerd. Door de Vlaamse Compostorganisatie bijvoorbeeld. En dat gecomposteerde materiaal kan je dan opnieuw gaan kopen, voor het  absolute spotprijsje (in vergelijking met zakken compost in tuincentra toch) van 13 euro per kubieke meter. En geloof me, een kubieke meter is veeeeeeeeeeeeeeeeeeel! Vlaco heeft bovendien een afdelinkje met info over compostgebruik, waar je ook kan berekenen hoeveel je nodig hebt. Dat alles resulteert in een enorme berg prachtig zwart in onze tuin, waarvan de helft al tussen de bloemen is beland, en de andere helft één dezer in de groententuin terecht moet komen. Gelukkig weegt compost erg weinig en is het makkelijk verplaatsbaar (zei mijn lieve echtgenoot nadat hij mij een kruiwagen of 20 had gebracht :-))

Read Full Post »

De klokken zijn dan misschien wel terug naar Rome, maar de paashaas daarentegen…

poing

 

Die kwam in het prille ochtendlicht mijn moestuin inspecteren! En op ons pasgezaaid gazonnetje lopen! Op niet meer dan een meter afstand van de omheining van de moestuin heeft de durfal zo wel een kwartier lang uitdagend rondgehipt, richting radijsjes gekeken, en even aan de narcissen geknabbeld. Het beest mag blij zijn dat hij zich niet dichter heeft gewaagd, of hij had net als sommige eigenwijze kalkoenen eens van naderbij mogen kennis maken met enkele authentiek Vlaamse bereidingswijzen…

Read Full Post »

pict0297Genoten van heerlijke dagen vol eitjes rapen, wijntjes drinken en kroketjes knabbelen, om dan uiteindelijk lichtjes overeten thuis te belanden, uit het raam te staren en serieus te schrikken: wat is alles onvoorstelbaar gegroeid! En dan ook werkelijk ALLES: groenten bijvoorbeeld, dat gelukkig wel, maar daar tussen ook gras, distels, netels, paardebloemen, iets wat ik niet ken maar zich angstwekkend vlijtig vertakt heeft in de bodem, rode klaver èn zelfs zevenblad! Tussen míjn groenten! Dat is durven, vind ik persoonlijk. En omdat het toch nog mooi weer is heb ik dan maar een beetje gewied en een database van de kiemende moestuin gemaakt.

pict0339– Zijn op 2 dagen tijd gegroeid van onzichtbaar naar reuzachtig: de tuinbonen. pict0336

– Vertonen eindelijk echte blaadjes (behalve de kiemblaadjes): spinazie (ergens rechtsboven op de foto van sla en radijzen)

– Worden langzaamaan kropjes: de sla (behalve de rucola, die uiteraard niet echt een krop mag worden :-))

-vertonen vrucht: de radijzen

– begint ook herkenbaar te worden: het aardappelloof pict0334

pict0343Behalve deze  stand van zaken ook schrikken geblazen bij de Afrikaantjes: terwijl ik die zet om allerlei onheil van de groenten af te wenden, is er een ander beest dat ze allemaal opgepeuzeld heeft; iemand een idee welk dier dat doet?

In elk geval wordt het hoog tijd om naar wat mulch uit te kijken, want ik kan het onkruid nu al niet meer de baas…

Ter voorbereiding van hoogzomer en winter zijn ook rode kool, spruiten, komkommer en maïs in de zaaiafdeling beland. En tot slot nog goed nieuws op tomatenvlak: zoals ik elders al schreef, dacht ik dat ik 12 zaadjes in 4 potjes had gezaaid, in de hoop toch minstens één plantje te hebben. Daar zijn echter 15 plantjes uitgekomen, die ik gisteren elk een eigen potje heb gegeven. Nu duimen dat ze het volhouden!

(PS Ik denk dat mijn lay-out nu nergens op lijkt, maar ik heb veel te veel gegeten om mij daar nog mee bezig te houden :-))

Read Full Post »

In navolging van mijn vorige stukje (de siertuin deel 1) heeft Annetanne een mooie opsomming van boeken gegeven die je bij de aanleg van je tuin kunt raadplegen.  Toch blijf ik wel denken dat er nog altijd maar heeeeeeeel weinig literatuur bestaat voor ecologische siertuinen, en dan vooral voor die mensen die houden van net en ordelijk, of die maar een klein tuintje hebben waar van gemengde hagen, bloeiende heesters of bloemenweiden geen sprake kan zijn. Nogal wat mensen associëren ‘ecologisch’ met wild, slordig, rommelig, groot, enz. Ik heb helemaal geen bezwaar tegen dat type tuin (integendeel, we willen zelf nog met bloemenweides en natuurlijke biotoopjes aan de slag gaan), maar ik wil graag ook de mensen overtuigen die een ander type tuin willen, en denken dat dat met inheemse planten niet kan. Vandaar dus mijn Sissinghurst-geïnspireerde (;-))(half-)ecologische plannen.

Een binnentuin is meestal door (minstens) 2 muren omgrensd, en is niet zelden de plaats waar steenafval tijdens het bouwen een onderkomen heeft gevonden alvorens er een net laagje aarde bovenop te doen. Dat type binnentuin is uitermate geschikt voor een mediterraan sfeertje van kruidige bloemen.

Langs de meeste binnentuinen loopt wel een pad. Bloemen hangen daar na verloop van tijd overheen, en je kiest dus best bloemen die een meerwaarde bieden als je er tegen loopt: lavendel en curryplant (helichrysum).  Lavendel is bekend genoeg, helichrysum heel wat minder. Op de link die ik gebruikte ziet hij er nogal ruig en magertjes uit, maar naar mijn ervaring groeit hij mooi dik in beschutte tuinen. Hij heeft ook een mooi grijsachitg blad, nog bleker dan dat van lavendel. Ondanks zijn naam heeft deze curryplant niets met de gelige curry uit de keuken van doen. Zijn blaadjes kan je echter wel als kruid gebruiken, en hij geeft de hele zomer (zelfs al vóór de bloei) een zeer pittige, beladen geur af aan de lucht.

Achter lavendel en curryplant zet ik dan andere kruiden die weinig woekeren. Geen munt dus, maar wel marjolein, rozemarijn, oregano en eventueel wat tijm als bodembedekkertje. Deze kruiden laat ik bloeien alsof het bloemen zijn. De kruiden die ik gebruik in de keuken staan in potten op het terras en in de groentetuin (en krijgen dus meestal de tijd niet om te bloeien). Je zou tussen deze kruiden ook zeker echinacea kunnen zetten, om wat meer vlinders en bijen aan te trekken. Als je houdt van dropjes kleur tussende andere bloemen dan kan je er verbena of nagelkruid (geum) laten tussengroeien. Maar dat geeft al direct een wilder effect.

Heb je een minder beschutte binnentuin, of een hypermodern huis, of iets meer schaduw, of ligt hij aan de woonkamer waar je kruiden niet zo gepast vindt, dan kan je voor een heel ander type binnentuin kiezen: bijvoorbeeld nog steeds lavendel aan de kant van het pad, maar afgewisseld met vrouwenmantel (deze, of de meer bekende alchemilla mollis) en wat sedum (talrijke soorten, de inheemse meestal laag en wit/geel/groen van kleur, de cultivars donkerder en vaak later van bloei, enkele soorten die je veel in boerderijtuinen ziet lichtroze). Hosta’s zie je veel, maar zijn niet inheems.  Acanthus vind ik een heel mooi alternatief (zie deze schitterende link, één van de allereerste foto’s).

Het grootste nadeel van binnentuinen is dat er meestal ramen op uitkijken, waardoor je de planten laag wil houden. Dat vinden de vogels niet zo leuk, want die kruipen het liefst in dicht betakte heesters, rozelaars, enz. Heb je een plaats vrij aan de achterrand, zet dan zeker een struik die bessen maakt voor de vogels (het houdt ook de wind tegen). Zelf heb ik die mogelijkheid niet, en daarom heb ik een aantal (zeer lage) struikjes van een joegoslavische roos staan. Dat klinkt niet zo inheems, ik weet het, maar het is een supersterk roosje, de hele zomer lang bloeit het, het ruikt heerlijk en de vogels (vooral mussen, maar af en toe ook een winterkoninkje of roodborstje) komen graag even in de takken ervan verpozen of van de rozenbottels proeven. Er komt geen enkele ziekte op, en zelfs de bladluizen blijven ervan weg (en als ze toch zouden komen, dan ken je de truc met het afwaswater…). De exacte naam ken ik er helaas niet van, maar als ik het te weten kom, dan voeg ik het hier nog toe.

Vanzelfsprekend wil je ook het hele jaar door bloei. Je kunt bloembollen genoeg in de grond steken om sneeuwklokjes en dergelijke te hebben in het voorjaar. Rozemarijn bloeit paars-blauw (zelfs in de winter) en een aantal helleborussen geven ook na de bloei een mooi beschut blad waaronder je weeral veel minder kans hebt op onkruid (ik corrigeer mezelf: kruid dat je niet wil). In de herfst geniet je dan van de sedums.

Zoals gezegd: er zijn ook massa’s andere mogelijkheden; dit is gewoon een aanzet voor beginners zoals ik.

Nog meer onprofessionele informatie over de ecologische siertuin:

Deel 1: Diep nadenken

Deel 3: Borders

Deel 4:  De schaduwtuin

Deel 5: Siergrassen

Read Full Post »

Naarmate het weer beter wordt, gaat het aantal reacties op mijn blog achteruit (;-) (hierover en over andere kijkcijferdruk later overigens meer)), maar ik ga dapper door met mijn queeste: de wereld een beetje natuurbewuster maken.

We zijn ondertussen april, en het wordt dus tijd om het eens over de siertuin te hebben. Terwijl er voor de ‘klassieke’ siertuin (met cultivars, hybriden, enz.) een Antwerps Bouwcentrum vol boeken bestaat, is het met de literatuur over ecologische siertuinen nogal magertjes gesteld. Jawel, er bestaat wel één en ander, dat weet ik, maar dat is niets in vergelijking met het aantal klassieke tuinboeken dat zelfs in het kleinste boekhandeltje of boekenfabriekje àla De Standaard te verkrijgen is. In mijn persoonlijke missie om de mensheid te bekeren, zal ik jullie dus (in meerdere delen dan nog wel!) eens grondig vervelen met standplaats, plantenkeuze en schemaatjes allerlei (in paintshop, hoera!) van min of meer inheemse planten.

Vandaag deel 1: Diep Nadenken, al dan niet bij een potje koffie.

Zullen later nog op de agenda verschijnen: 

Deel 2: De binnentuin

Deel 3: Borders

Deel 4:  De schaduwtuin

Deel 5: Siergrassen

 

Het nadenken dus. Dat volgt in zekere mate een stappenplan: (a) Waar moeten de bloemen komen? (b) Wat zie ik graag? (c) Wat is ecologisch? (d) Hoe bouw ik het op?

(a) Waar moeten ze komen?

Eén van de belangrijkste regels in het ecologisch tuinieren is dat je de juiste plant op de juiste plaats zet. Logisch: een schaduwplant in de zon zal het minder goed doen dan een schaduwplant in de schaduw. En als een plant het minder goed doet, is de verleiding om met busjes en korreltjes allerlei aan de slag te gaan natuurlijk al iets groter. Beperk je dus tot het gamma dat geschikt is voor de plaats die je in gedachten hebt. En stel je daarbij de twee voornaamste vragen: Is deze plaats zon, halfschaduw of schaduw? En is de grond droog, normaal of vochthoudend? Je zou je ook kunnen bezig houden met types grond (leem, zand, klei, enz.) en plaats (bosrand, winderig, veel stenen, enz.) en dan verhoog je de kans op succes nog een beetje. Maar je bezig houden met die eerste twee vragen is al heel wat.

(b) Wat zie ik graag?

Je kunt het geluk hebben alle bloemen op je duimpje te kennen en uit het hoofd de leukste planten te kunnen kiezen, maar veel waarschijnlijker is dat je toch graag een houvast hebt in de vorm van fotootjes. Een site die ik graag gebruik om bloemen te kiezen, is die van Atuin.  Het is een beetje misbruik, want ik heb er nog nooit iets gekocht. Maar aan hun zoekfunctie is moeilijk te weerstaan: je vinkt het type grond en de hoeveelheid zon aan, en atuin geeft je binnen de minuut een heel scala aan mogelijkheden. Je kan ook beperken op kleur, bloeiwijze, bloeitijd, enz. en zo uiteindelijk een lijst aanleggen van wat je mooi vindt, èn wat geschikt is voor de plaats waar je wil planten.

3) Is het ecologisch?

Een nadeel van Atuin is natuurlijk dat het geen ecologische kwekerij is. Eens ik mijn lijstje van mooie planten heb, zoek ik die dan ook op in de database van ecoflora of de fantastische site van de kulak.  Blijkt daaruit dat de planten die ik mooi vind inheems  zijn (of dat er een inheemse vulgaris-versie bestaat van de cultivar op mijn lijstje) dan neem ik die. En dan zijn er meestal nog enkele gecultiveerde planten waar ik moeilijk afscheid van kan nemen, omdat ik ze mooi vind, omdat ze met leuke momenten verbonden zijn, enz. Voor die paar planten sla ik aan het zoeken: van waar komen ze, hoe leuk vinden de beestjes hen, hoe resistent zijn ze voor ziekte, wat is hun verwilderingsdrang, enz. Als ze daarbij een beetje goed uit de verf komen, koop ik ze ook. En dan aarzel ik zelfs niet om een heel bijzondere variant te kopen die eventueel wat duurder is. Het oog wil tenslotte ook wat. Japanse en chinese dingen gooi ik er bijna onmiddellijk uit, met uitzondering van de Japanse anemoon, die mij altijd weer door de knieën doet gaan (idioot, want hij palmt al de rest in). En al zoekend bij ecoflora en de kulak komen er altijd ook nog wat bloementjes bij die ik op atuin niet had gezien.

(4) Hoe bouw ik het op?

Ecologische siertuinen zien er meestal een beetje als pluktuinen of wilde tuinen uit. Daar hou ik ook van, maar het spijtige is dat een heleboel mensen daar wat minder enthousiast voor zijn, en er zo een groot deel van de bevolking niet overtuigd kan worden van de keuze voor inheemse planten. Die inheemse bloemen durven inderdaad verwilderen, maar ik ben wel zeker dat je ook met autochtoon plantengoed een zeer strakke, moderne tuin zou kunnen aanleggen (en dan zou er misschien een groot deel van de bevolking erbij gewonnen zijn). Streven naar eenheid van kleur en soort kan strakheid in de hand werken, de bloemen min of meer hun gang laten gaan werkt meer het type wilde boerderijtuin in de hand. Een tussenweg is om een beetje te plannen (de hoge achteraan, de lage bloemen vooraan) en de wildgroei slechts met gematigde hand tegen te houden; elk volgens eigen smaak natuurlijk.

Dit moet zowat de basis zijn vooraleer aan de concrete beplanting te beginnen. Het klinkt nogal betuttelend, vind ik persoonlijk, maar je weet maar nooit wie er iets aan heeft natuurlijk…

Read Full Post »

Boeketje bloemen in de boom

Eén van de mooiste, hoewel minst opvallende bloesems, moet wellicht die van de esdoorn zijn. Vanop enige meters afstand lijken er maar wat gele plukjes op de takken te staan, te vergelijken met een uitkomend blad van om het even welke boom, maar van dichtbij zijn het prachtige bloemtrosjes, omhuld met de eerste aanzet van het blad.

bloei esdoorn

Na enig wikken en wegen boven een aantal bomen-boeken, stel ik vast dat wij een Noorse esdoorn hebben. Redelijk inheems dus, of in elk geval voldoende inheems om er goed van te genieten. Toen we ons huis kochten, zat deze boom verstopt achter een gigantische treurwilg en linde. De linde hebben we laten staan (overigens blijkt de esdoorn van nature ook graag naast lindebomen voet aan de grond te zetten, dus wie weet is hij er zelfs vanzelf gekomen), maar de treurwilg hebben we om diverse redenen (vooral de eeuwige schaduw die hij wierp) een kopje kleiner gemaakt. Hij moet zich nog een beetje aan zijn nieuwverworven ruimte aanpassen (hoewel een boom daar nooit helemaal in slaagt), maar zijn dieprode bladeren (veel donkerder dan die van de Japanse esdoorn) brengen nu al een mooi evenwicht in een voornamelijk groene tuin. En dan zijn er de toekomstige ‘helikoptertjes’ die behalve een aanslag op de grond (we kunnen een kwekerij van esdoorns beginnen met de gekiemde zaden die ik jaarlijks uittrek) hopelijk ook leuk speelgoed voor de kinderen zullen zijn. Echt verkleuren doet hij niet in de herfst, maar de bijna leerachtige bladeren die dan naar beneden vallen zijn sowieso ook een erg mooi zicht.

Read Full Post »

Older Posts »