Het begint een beetje een gewoonte te worden: op vrijdag verlaat ik het terrein van planten en groenten, en sla ik aan het bespiegelen. Een beetje een zijweg inslaand en allerlei oeverloos gezwam en diepzinnig geleuter opdiepend. Vrijdag-Verpakte-onzin-dag. En ’t is toch wel weer van dat zeker?
Als student amuseerden we er ons graag mee: met het rondstrooien van clichés en het toepassen ervan tijdens het rondkijken naar andere studenten. Regenboogsjaal? Pol en Soc! Mantelpakje? Rechten! Gescheurde broek? Filosofie!
Clichés zijn dom, idiomatisch, on-creatief, verpletterend soms. Maar ook o zo leuk. Starend op het perron van Brussel Zuid de passagiers van de Thalys proberen identificeren: die grote, een Hollander! Die met die bruine ogen: een Française! Of, erger nog, op het perron van Brussel Centraal: Daar, een Waal! Daar, een Vlaming! En zelden verkeerd zijn op de koop toe.
Clichés kunnen lollig zijn, zolang anderen ze niet op jou toepassen. Dan zijn ze al gauw ergerlijk; dat heb ik zowaar op school geleerd: de mens is niet graag voorspelbaar. Ontmoet iemand die je al 20 jaar niet meer gezien hebt, en zeg dan: “Je bent nog geen haar veranderd”. De persoon in kwestie zal er niet bijster gelukkig mee zijn. We denken nogal graag eens dat we zeer inventief en open van geest zijn, met altijd weer zin in iets nieuws, aangepaste ideeën, betere inzichten, wijzer met de jaren, en elke dag een beetje beter in opvoeden. “Ik ben veel veranderd tov vroeger” kan meestal op meer sympathie en bewondering rekenen dan diegene die nooit veranderd is. Toch is het maar de vraag hoe evoluerend en vernieuwend we zijn. Dat weten ook marketeers. En ze maken er gebruik van: abonnementje op de Morgen? Reken maar dat er een folder van Groen! in je bus valt. Lezer van de Standaard? Klara stuurt je wel een sticker voor op de auto, en de betere wijnhandelaar weet je ook wel te vinden. Ben je goed in muziek? Grote kans dat je ook aanleg voor wiskunde hebt! Zeg je Nieuwsblad? Dan zeg ik sport, opel, Maes!
Nu, waar dat geraaskal van mij toe moet leiden: mijn eigen domme vooroordelen natuurlijk. Want zeg tegen mij Velt of Natuurpunt, en dan denk ik: Groen!, wereldwinkel, bioproducten, linnen schoudertas, platte sandalen, bachbloesems, ruitjeshemd, henna, zuid-amerikaanse muziek! Jaaaaaa, clichés; diepgeworteld, ongenuanceerd, vol vooroordelen, en al wat je maar wil. En ze zijn zelfs zo grondig dat ik tot dit jaar altijd geweigerd heb lid te worden van één van beide verenigingen. Want ik ben zo niet, dat spreekt voor zich 🙂 Maar na een paar jaar genieten van het door Natuurpunt beheerde gebied in mijn achtertuin, begon het me te dagen dat ik toch wel hypocriet bezig ben, en heb ik het toch gedaan: lid worden van Natuurpunt. En helemaal klaar om te beseffen dat clichés onzin zijn. Ik stort dus, en teken onmiddellijk in voor domiciliëring en al.
Vier maanden (!) later wordt mijn storting bevestigd en krijg ik mijn lidmaatschapspakket. En er zit een bon bij. Van 2,5 euro. Bij Oxfam… Toeval toch?
Bladerend in de boekjes kom ik twee foto’s van plaatselijke bestuursgroepen tegen. Allemaal mannen. Met baarden. En ruitjeshemd… Al minder geneigd om in toeval te geloven bericht ik van mijn wedervaren aan een kennis/bestuurslid Natuurpunt. “Bij ons is dat toch niet zo”, weet hij te zeggen. En zijn hippe T-shirt bewijst zijn punt. “En er zitten bovendien twee vrouwen in het bestuur.” Na enig nadenken van zijn kant: “Maar de ene doet aan bachbloesems en de andere kristaltherapie…”.
Sja, ik heb er natuurlijk allemaal niets tegen. Meer nog, ik moet toegeven dat eens je met één ecologische overweging bezig bent, je al snel overal bezwarende gedachten bij krijgt: zou ik niet beter ecoverf kopen ipv Colores del Mundo? Is het wel verantwoord te kiezen voor goedkope sun-vaatwasblokjes als er ook van ecover bestaan? Mijn kleren, moet dat geen biokatoen zijn? En mijn loopschoenen, hoeveel kleine kinderhandjes zouden daaraan hebben gewerkt ? En voor ik het goed en wel besef, sta ik dus zelf daar, op sandalen, met een linnen tas over de schouder en daarin De Morgen, wat biogroenten, en chocolade van de wereldwinkel. En dan wijst de hele wereld mij aan, en roept: Geitewollensok!
Geitewollensokken zijn toffe mensen, uiteraard. Maar de trouwe lezer kent ondertussen mijn roeping: ik wil de niet-geitewollensokken overtuigen dat je best ecologisch kan zijn zonder te worden zoals de mensen die ik met al mijn clichés beschrijf (en die velen delen). Ik had, bijvoorbeeld, best wel grote reclameboren willen zien richting ecoflora, met duidelijke pijltjes waar de vijverplanten, waar de schaduwplanten, enz. staan. Zo kennen we dat van ‘andere’ tuincentra, en het zou er misschien toe kunnen leiden dat meer mensen per ongeluk langskomen en van plezier beginnen rondstruinen? Ik had de schommel/glijbaan wel in betere staat willen vinden, met ernaast een dame op hakjes en een heer in kostuum die in hun aktentasje voorzichtig wat klein hoefblad, boshyacinten en kattekruid meezeulen. Ik zou onze plaatselijke biowinkel wel eens tussen de Hema en Mobistar in willen tegenkomen, in plaats van in een achterafstraatje nabij het station. Het zou mij verblijden als ik ook aan de brievenbus van dat statige kasteel in de buurt een bordje van VELT zag hangen, als er eens een dame met gefhöhnde haren en tien dure ringen een thuiscursus moestuinieren kwam geven, als mijn baas onder zijn kostuum zelfgebreide wollen sokken zou dragen, als de nieuwe minister-president van de Vlaamse regering met een linnen tasjes over zijn schouder voor de camera zou verschijnen, enz. enz.
‘Als, als, als, als mijn tante wielekes had, het was een karretje’, zo zegt een spreekwoord uit mijn thuiselijke buurt. Of in de variant die meneer onderdeappelboom kent: ‘Als,als, als, als onze hond een koe was, we konden hem melken’. Vertaling: droom maar lekker verder; kleine kans dat dit ooit werkelijkheid wordt.
En het moet natuurlijk niet allemaal zo’n vaart lopen, en het is ook gewoon vanzelf al superpositief aan het evolueren (weet iedereen die vorig weekend de eco-bijlage las bij (wees nu verbaasd:) De Morgen!). Er zijn de eco-initiatieven van festivals, de toename van eigen moestuintjes, de eco-broodjeszaken in drukke kantoorsteden, de bio-collectie van JBC, de stijgende verkoop van bioproducten in Delhaize, enz. enz.
Maar ik, gewoon ik, voor mezelf, persoonlijk, zou dat wel aangenaam vinden, als de hele wereld wat minder clichébeelden had bij het woord ‘ecologie’. Er er ook minder aanleiding was om die te hebben. En ecologisch denken ‘normaal’ werd, voor iedereen combineerbaar met pendelen, carrière, enz. Of ben ik nu de enige die een probleem ziet?
Read Full Post »