Zomer, verlof, zon en kindjes: moet er nog meer uitleg worden gegeven om het gebrek aan tijd te verklaren? Nee hé. En zalig dat dat is, zo zonder tijd en structuur leven. Maar kom, ondertussen gebeurt er toch het één en het ander op tuinvlak, en vandaar een kleine foto-impressie:

Toen ik op een avond op handen en kniëen zat om een kip van onder de netels te halen (ja, dat vinden wij ondertussen normaal), viel mijn oog op een rare netel. Dat wil zeggen, het blad leek er wel op, en de bloemetjes leken ook enigszins op een dovenetel, maar het was duidelijk geen van beide. Even met duim en vinger over het blad gestreken en jawel: citroenmelisse! Een superleuke ontdekking, die ik naar mijn toekomstige kruidentuin ga verplanten (ooit). En als één mug het nog waagt onder onze muskietennetten te kruipen, kan hij zich verwachten aan een weelde van citroengeur waar hij niet goed van zal zijn!

De pekingeenden hebben wat je noemt een gedaanteverwisseling ondergaan. Na hun eerste doodschuwe week zijn ze nu zo aan ons vertrouwd dat ze geen milimeter meer van onze voeten wijken wanneer we binnen de omheining zijn en ons bijna zouden bespringen om toch maar een beetje van het kippenvoer te krijgen dat ik dan meestal bij heb. Ze vallen daar dan zo uitzinnig op aan dat we ons beginnen afvragen of die beestjes wel genoeg hebben aan gras. Maar wellicht is het een gewoonte (bij de kweker was zeker geen gras genoeg, dus waarschijnlijk zijn ze groot geworden op graan). Maar veel informatie over pekingeenden vinden we niet (behalve dan recepten…) O ja, deze heten Jozef en Jozefien (naar Jozefien kwebbeleend, voor de kenners). De manengansjes beginnen nu ook door te hebben dat er iets bij ons te rapen valt en beginnen zich nu min of meer in onze buurt te vertonen, hoewel nog niet dicht genoeg voor een mooie foto. Eén van de beestjes zakte regelmatig af naar de buren, waar het zich tussen de parelhoenen begaf. Ik vermoed dat het dacht dat ze van dezelfde soort zijn. Na het dichtspijkeren van het gat waar de manengansje altijd doorheen kroop, heeft het een paar dagen echt treurig rondgelopen, maar nu is het weer ok.

De kippen, de kippen… Wel, waar zal ik beginnen. Deze twee beestjes zijn ons verkocht als zijnde Bretoense kippen, maar die soort blijkt niet te bestaan. Na enig uitzoeken denk ik dat het Bresse kippen moeten zijn. En wat weet het internet mij te vertellen? Dat het goede vliegers zijn… Welke avonturen hebben we al achter de rug: kippen vangen en opsluiten; kippen opnieuw in de boom zien vliegen; tak uit de boom zagen; kippen een tak hoger (5 meter!!!) zien kiezen; kippen opnieuw vangen en 3 dagen opsluiten; alle takken beneden de 7 meter uit de boom zagen, ‘ollekesdraad’ spannen boven het hek waar ze altijd op vliegen; nest eieren ontdekken en er één in het hok leggen waar we willen dat ze eieren leggen en waar ze nog steeds opgesloten

zitten; alle netels, struikgewas en verbergplekjes wegmaaien, de composthoop omdraaien en een gezellig woelplekje creëren, aarde loshakken om stofbad te vergemakkelijken, kippen terug vrijlaten en afwachten. En jawel hoor: daar gaan ze zowaar hun hok terug in die avond! En de avond daarna ook! Hoera! En eergisteren zie ik ze op hun trapje omhoog gaan, er met veel gekakel terug afkomen, en daarna doodstil. Hé, waar zijn de kippen? Nergens geen meer te bespeuren. Eerlijk waar, ik heb in alle bomen en hokjes van zowel wij als de buren gekeken, en ze waren wég! Maar gisterenmorgen: terug! Hé??? Gisterenavond hetzelfde liedje, deze morgen om 6u15 al terug aanwezig. De grote kippenverdwijntruc… En ze gebruiken hun hokje nochtans wel, want er worden elke dag flink eitjes gelegd (bereid u alvast voor op een nieuwe reeks zoetigheid… :-))

Het kipje dat we van mijn nonkel cadeau kregen is een Brakels zilverhoen. Ook een goede vlieger, zegt het internet. Sja 🙂 Toen de buurman mij dit kipje voor het eerst hielp vangen, hoorde ik hem fluisteren: ‘kipje toch, ze hebben jou veel te vroeg van bij je mama weggehaald hé’. Behalve extra sympathie voor de buurman leverde mij dat ook extra medelijden voor het kipje op. Volgens de nonkel heet het kipje ‘Fientje’, maar ik noem het altijd ‘Klein Boontje’. Nog meer dan de Bresse kippen is Klein Boontje gespecialiseerd in de ‘ik-lijk-wel-dood’-truuc: ze gaan op de grond liggen, duwen zich helemaal plat, en draaien hun kop zo danig dat ze echt dood lijken. En in een weide met 10 cm hoog gras zie je ze gewoon niet meer liggen. Soms wandel ik er 3 keer voorbij vooraleer ik ze zie. Domme kiekens? Niets van: slimme kiekens! Alleen de netels en bramen zijn soms wat weerbarstiger dan voorzien, en dan moet het gezin onderdeappelboom Klein Boontje wel eens ter hulp komen. Gisteren is het ook voor het eerst ’s nachts verdwenen, en deze morgen teruggekeerd…

De schaapjes hebben een nieuwe wei gekregen, in de zone waar we in de toekomst een bloemenweide willen, maar daar hebben we voorlopig geen tijd voor (er staan allerlei plannen op stapel…) Het gat tussen oude en nieuwe wei hadden we wel niet zo goed dichtgemaakt als we dachten, met als gevolg dat er mij gisterenmorgen een schaap blij tegemoet kwam lopen toen ik door de achterdeur kwam. We zijn dan samen wat eten in de garage gaan halen en gezellig keuvelend en kwispelstaartend is het gewoon als een trouwe hond naast mij terug naar de weide gewandeld. Braaf beest.

En dan is er nog een groententuin, waaruit de boontjes, tomaten en komkommers naar buiten stromen. De suikermais vind ik niet zo speciaal, maar ze doet het goed, en de laat gezaaide snijbiet is ook bijna klaar. Verder komen paarse boontjes, andijvie en keukenraapjes boven; alleen de winterspinazie komt nog altijd niet piepen. Op één van de lege bedden heb ik phacelia gezaaid, en verder staat het vol met prei. Sja, ik dacht dat dat moeilijk kiemde, en heb dan ook nog het zakje omgekieperd. Gevolg: zo’n 70 preiplantjes om te verspreiden over het kleine lapje grond. De aardbeien vormen nu ook volop uitlopertjes en de gezaaide lupinen bloeien, hoewel ik dacht dat dat pas het tweede jaar het geval zou zijn. Alleen met sla ben ik de mist ingegaan: nog altijd geen enkel kropje plukklaar. Gelukkig zijn er karrenvrachten raketsla.

En dan geniet een mens ’s avonds van de mooie lucht, en komt een onverlaat de stilte, het uitzicht en de foto storen…
Read Full Post »