Zie je wel dat het herfst en dus bijna winter is:

De hazelnoten vallen zelfs al af! Tenminste, deze die de schapen voor ons hebben overgelaten, want sinds ze in de weide van de hazelaar hebben gegraasd, hebben wij een hazelaarhoogstamboom ipv een hazelaarstruik. Samen met deze eerste noten, duiken ook de eerste snotneusjes al weer op. En dus dacht ik: vlier! Vlierbessensiroop moet ik hebben! Maar als de noten al vallen, zou ik dan niet helemaal te laat zijn voor de bessen? Ik nam het zekere voor het onzekere en kroop gewapend met kroost, zakken en een schaartje op de fiets, en ging op zoek naar bessen.
Nu moet je oppassen met vlier, want daar schijnt iets giftigs aan te zijn. Je moet bijvoorbeeld al zeker de struiken met 7 blaadjes per tak links laten liggen; enkel de struiken met 5 blaadjes zijn de goede. (hierover een interessante aanvulling in de reactie van 26/09/2011) En van de bessen zelf zijn de onrijpe en groene dan ook weer giftig. Over het wel en wee van de vlier vind je een boel interessante info bij Annetanne, alsook meer uitleg over welke de giftige zijn. Maar ik vraag me wel af hoe zwaar het weegt, zo’n trosje of vier van de verkeerde struik of een groen besje of 10 in een mengsel dat sowieso wordt gekookt?
Maar we hadden geluk: 4 min of meer bereikbare, goede vlierstruiken lagen op ons pad, en al gauw konden we met twee volle zakken terug huiswaarts gaan.

Voor het recept van vlierbessen ging ik ten rade bij de mama van mevrouw onderdeappelboom, die er op haar beurt het kookboek van háár mama bijhaalde (uit 1940) en waar wel vaker de beste recepten uitkomen. Ook dit keer betekende ‘authentiek’ blijkbaar ‘simpel’: rits de bessen van de steeltjes af en spoel ze even onder koud water. Haal er alle groene en onrijpe tussenuit en doe ze in een aardewerk pot. (het kookboek zegt expliciet: geen aluminium). Kook de bessen tot het vocht eruit is (“dus echt tot snot koken”, verduidelijkt de mama van mevrouw onderdeappelboom). Dat duurde bij mij toch wel een bijna een half uurtje; dan stonden de bessen helemaal onder het sap. Doe het kooksel in een neteldoek en laat uitlekken. Een neteldoek vergeet ik altijd maar weer te kopen, maar er lagen nog wel wat dichtgeweven ‘gratis-van-bij-den-beenhouwer-handdoeken’ in de schuif, en dat gaat ook (of ze ooit weer proper worden, is een andere zaak. Edit: de handdoeken zijn perfect proper geworden na één keer meedraaien met een kookwasje en een klein schepje ecover-waspoeder). Doe het kooksel in de handdoek (boven een kom) en bindt toe. (leg vooraf een touwtje klaar of roep naar meneer onderdeappelboom: ‘een rekkertje! rap!’) Zet de punten van de handdoek vast onder een aantal borden of iets anders dat zwaar is op de onderste plank van de hoge kastjes van de keuken. Zet daaronder de kom op het aanrecht. (Ik wou ter verduidelijking foto’s nemen, maar meneer onderdeappelboom en ikzelf kregen dusdanig wansmakelijke associaties bij die druipende zakken (die op foto nog tien keer erger uit de verf kwamen), dat ik het jullie bespaar).

Na een half uur zijn de bessen wel uitgedrupt en kan je de restanten uitwringen. De ontzettend paarse handen die je eraan overhoudt kan je met azijn en een schuursponsje te lijf gaan, maar aan de langzaam tot blauwzwart verkleurende nagelranden ontkom je niet).
Meet daarna het vocht (per liter of per kilo, maakt niet uit). Op 1 liter (of 1 kilo) sap gaat een halve kilo suiker. Ik had van twee zakken vol bessentrossen zo’n anderhalve kilo besjes (zonder steeltjes dus) en uiteindelijk 850 g vocht.
Doe het sap opnieuw in een aardewerk kom en kook op met de suiker. De helft van de witte suiker kan vervangen worden door bruine kandijsuiker. Dat heb ik dus ook zo gedaan. Laat 10 minuten doorkoken tot de saus geleert. Ik heb helemaal niets zien ‘geleren’ (dat moet ook niet, ik wou siroop, geen gelei), maar een beetje dikker is hij wel geworden, want van de 850g vocht + 425 g suiker kon ik uiteindelijk toch maar 4 potjes vullen.
Nu ja, potjes. We hadden een potje tekort, maar er stond wel nog een fles martini in de ijskast. Die was nog niet leeg, maar daar bedacht meneer onderdeappelboom snel een efficiënte oplossing voor. Of ik, hips, toevallig niet nog meer flessen nodig had?
Je kan aan deze siroop ook nog allerlei kruiden toevoegen, maar omdat het voornamelijk voor de kindjes is bedoeld, laat ik dat liever achterwege. Wie dat wenst, kan de siroop nog altijd met wat warm water, een scheutje rum en wat tijm en rozemarijn opdrinken deze winter. Maar bij ons thuis zal het gewoon regelmatig een soeplepel zijn.
En al bij al vond ik onze keuken nog verrassend proper en paars-loos na al dit geknoei, al ga ik in het vervolg de vloer niet meer schuren vóór ik eraan begin…
Read Full Post »