Woeha, ’t is mooi weer geweest vandaag! Watergieten toen we wakker werden, maar tegen de middag al een aangenaam temperatuurtje en zowaar regelmatig wat zon: naaaaaaaaaaaaar buiuiuiuiuiuiuiuiuiuiuiuiten!
De sneeuwklokjes zijn er eindelijk ècht, ietsje groter al dan vorig jaar, en met een klein groepje sneeuwklokjes wat verderop, waar ik er zelf geen heb gezet. Danku muisjes!
.
.
.
.
De Griekse sneeuwklokjes zijn er ook. Ik durf wel eens twijfelen of het nu de Griekse zijn, of de lenteklokjes. Maar het lijkt me logisch dat sneeuwklokjes eerder groeien dan lenteklokjes?
.
.
.
.
Volgens mij zullen dit ooit de lenteklokjes worden. De kracht van natuur: zo’n dode aarde, en dan toch persé erdoor willen boren en willen groeien. Breeding lilacs out of the dead ground, enz.
.
.
.
De winterakonietjes rollen zich ook al weer uit de grond… (ze zetten niet voort; elk jaar weer zijn er drie, maar ik begrijp dat dat ook al goed is, want in veel tuinen laten ze zich totaal niet zien…)
.
.
.
.
De krokussen komen boven! Ik heb er met draad een grote cirkel rond gespannen in het grasveld, want van ver zijn ze nog nauwelijks te zien en ze liggen op de route richting brandhout…
.
.
.
.
.
.
.
Eén van de mooiste bloeiers op dit ogenblik is het wilgenkatje. In de wetenschap de meligheid der meligheid boven te halen: het zijn twinkelende lichtjes in een landschap van grijs (de bond zonder naam zou rijk worden met mij…). De hazelaar bloeit ook, maar vanzelfsprekend slaag ik er niet in dat te fotograferen. Maar je kan altijd een kijkje nemen bij Bart…
En dan ben ik ook aan het snoeien geslagen, want onder veel oude planten zitten nu de eerste scheuten nieuw groen. Bij meerjarigen moet je eigenlijk niet snoeien. De meeste planten zijn ondertussen zo verlept dat je er de oude takken en bladeren gewoon met de hand kunt vanaf halen. De roosjes heb ik wel gesnoeid, en met de haag begin ik morgen. Over snoeien zijn hele bibliotheken geschreven, die ik ooit wel eens zal lezen. Voorlopig houd ik het gewoon bij een paar principes: 1)vormsnoei in het najaar, en snoei om de aanmaak van nieuwe takken te bevorderen in het voorjaar. 2) de dode takken er altijd volledig uitsnoeien 3) bij de andere takken snoeien tot net boven 2 of 3 scheuten/verdikkingen in de tak. Vanuit de laatste scheut vertrekken dan al snel 2 (soms eens 3, soms ook maar één) takken. Klaar.
Terwijl ik zo bezig was stormde onze kroost naar binnen (en vervolgens terug naar buiten) met de woorden: ‘ik ook knippen!’ En toen deden ze plots dit:
Mocht je denken dat de dag toen al om was: nee, we hebben ook plannen gemaakt voor een grotere groentetuin.