Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for februari, 2010

Woeha, ’t is mooi weer geweest vandaag! Watergieten toen we wakker werden, maar tegen de middag al een aangenaam temperatuurtje en zowaar regelmatig wat zon: naaaaaaaaaaaaar buiuiuiuiuiuiuiuiuiuiuiuiten!

De sneeuwklokjes zijn er eindelijk ècht, ietsje groter al dan vorig jaar, en met een klein groepje sneeuwklokjes wat verderop, waar ik er zelf geen heb gezet. Danku muisjes!

.

.

.

.

De Griekse sneeuwklokjes zijn er ook. Ik durf wel eens twijfelen of het nu de Griekse zijn, of de lenteklokjes. Maar het lijkt me logisch dat sneeuwklokjes eerder groeien dan lenteklokjes?

.

.

.

.

Volgens mij zullen dit ooit de lenteklokjes worden. De kracht van natuur: zo’n dode aarde, en dan toch persé erdoor willen boren en willen groeien. Breeding lilacs out of the dead ground, enz.

.

.

.

.

De winterakonietjes rollen zich ook al weer uit de grond… (ze zetten niet voort; elk jaar weer zijn er drie, maar ik begrijp dat dat ook al goed is, want in veel tuinen laten ze zich totaal niet zien…)

.

.

.

.

.

De krokussen komen boven! Ik heb er met draad een grote cirkel rond gespannen in het grasveld, want van ver zijn ze nog nauwelijks te zien en ze liggen op de route richting brandhout…

.

.

.

.

.

.

.

.

Eén van de mooiste bloeiers op dit ogenblik is het wilgenkatje. In de wetenschap de meligheid der meligheid boven te halen: het zijn twinkelende lichtjes in een landschap van grijs (de bond zonder naam zou rijk worden met mij…). De hazelaar bloeit ook, maar vanzelfsprekend slaag ik er niet in dat te fotograferen. Maar je kan altijd een kijkje nemen bij Bart…

En dan ben ik ook aan het snoeien geslagen, want onder veel oude planten zitten nu de eerste scheuten nieuw groen. Bij meerjarigen moet je eigenlijk niet snoeien. De meeste planten zijn ondertussen zo verlept dat je er de oude takken en bladeren gewoon met de hand kunt vanaf halen. De roosjes heb ik wel gesnoeid, en met de haag begin ik morgen. Over snoeien zijn hele bibliotheken geschreven, die ik ooit wel eens zal lezen. Voorlopig houd ik het gewoon bij een paar principes:  1)vormsnoei in het najaar, en snoei om de aanmaak van nieuwe takken te bevorderen in het voorjaar. 2) de dode takken er altijd volledig uitsnoeien 3) bij de andere takken snoeien tot net boven 2 of 3 scheuten/verdikkingen in de tak. Vanuit de laatste scheut vertrekken dan al snel 2 (soms eens 3, soms ook maar één) takken. Klaar.

Terwijl ik zo bezig was stormde onze kroost naar binnen (en vervolgens terug naar buiten) met de woorden: ‘ik ook knippen!’ En toen deden ze plots dit:

Mocht je denken dat de dag toen al om was: nee, we hebben ook plannen gemaakt voor een grotere groentetuin.

En de eerste zaden zijn gezaaid…

Read Full Post »

Ik had een lijstje.

Met daarop alle bloemen die ik dit voorjaar wil kopen.

En alle siergrassen, wuivende bloemen, pluimen en aanverwanten. Met overal een extra noot over grondeisen, schaduw, hoeveel je er best per vierkante meter zet enz.

Het waren 3 dichtbeschreven bladzijden.

Ook alle bloeiende struiken die ik binnen een week of 3 wil planten stonden op die lijst.

En bovendien stond overal bij of ik ze bij boomkwekerij De Bock of bij ecoflora zou halen.

Maar dat lijstje, waar ik menig avond aan heb gesleten, IS WEG!

KWIJT!

AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAARGH!

Thou shalt always make a backup.

Thou shalt always make a backup.

Thou shalt always make a backup.

Thou shalt…

(op het ritme van een tegen de muur bonkend hoofd…)


Read Full Post »

Beste buren,

Wat lijkt het lang geleden dat ik jullie nog heb gezien! Zou het van oktober geleden zijn? Ik denk het wel. En dat is natuurlijk ook geen wonder, met die maandenlange koude winter die we achter de rug hebben. Als je geen dieren hebt, kom je niet buiten. Zelfs de was ophangen kostte heel veel zelfoverwinning deze winter. En als je elkaar niet in de tuin, over de haag heen ziet, dan ontmoet je elkaar helemaal niet. Zo gaat dat op de boerenbuiten. En zo komt het dat we elkaar deze winter nauwelijks hebben gezien.

De laatste weken moet je me echter toch regelmatig eens buiten hebben gezien. Nee, niet om 6u ’s morgens als we de dieren verzorgen, maar tijdens de weekends, als de kindjes in bed zitten en we snel nog even buiten gaan. Ik denk wel dat je me vanuit jullie veranda kan zien, want ik wandel dan altijd vlak naast jullie tuin. Ik kijk de bloemen uit de grond. Echt waar, ik ben er zeker van dat sneeuwklokjes sneller gaan groeien als je ze dagelijks gaat bekijken. Er is al een wit bloempje te zien, en bij de krokussen een zweem van paars of geel. Ik denk zelfs, maar dat durf ik niet met zekerheid beweren, dat de bostulpen al boven komen. Bostulpen! Je kunt je niet voorstellen hoe bijzonder dat is, want ze moeten helemaal op de juiste plaats staan om te willen groeien. Maar ik heb dus goede hoop dat het bij ons gelukt is. Nog even wachten tot ze groter zijn, en dan weten we het zeker. Ik vind het wel erg jammer voor jullie dat je ze niet zult kunnen zien, omdat ze verscholen zitten achter jullie groene bak en jullie tuinbeeldje met kindjes die net op die plaats staan.

Nu ik er aan denk, veel plezier van onze tuin hebben jullie eigenlijk tout-court niet. Onze bloemen zijn dus onzichtbaar, en van onze bomen heb je alleen de bladeren. Véééél bladeren. En allerlei vormen van zaad en stuifmeel. Zoveel zelfs dat jullie van juni tot diep in oktober genoodzaakt zijn dagelijks de stofzuiger boven te halen om ze allemaal op te zuigen. Jullie groene bak is maar net groot genoeg om ze allemaal op te vangen. Dat is natuurlijk niet leuk. Ik denk dat het daarom is dat jullie zelf geen bomen hebben.

De vorige bewoners van het huis waren ook al geen succes. Lang geleden was ons huis nog een koeien- en paardenstal, en de eerste eigenaar die er een soort huisje van maakte, liet het al snel volledig verkommeren. De volgende eigenaars hebben het wel redelijk mooi opgeknapt, maar zochten hun geluk helaas al snel in andere verslavingen dan huis en tuin. En toen kwamen wij. Stelletje natuurliefhebbers. Die direct begonnen te verbouwen. Nu, dat verbouwen duurde niet zo heel erg lang, en het siert jullie dat je nooit over al het lawaai hebt geklaagd. Dan zijn wij minder beleefd, als we komen vragen om de radio op jullie terras wat stiller te zetten. Maar die natuurliefde, die is blijven duren. Neem nu de haag…

Je was zo blij toen die grote sparren uit de grond gingen en jullie eindelijk weer zon hadden. Maar in plaats van een mooie rechte haag, begonnen we toen een gemengde haag te planten. Zo vreemd zag die er uit, dat je hem eerst zelfs niet als haag had herkend. Maar toen ik het zei, voelde je het al snel dagen. Jullie tuinarchitect heeft het jullie trouwens ook gezegd: ‘Een bessenhaag, dat zal veel ongedierte aantrekken. Je zal veel moeten spuiten’.

Op zich ben ik tevreden van onze gemengde haag. Daar bougeert tenminste iets in. Dat bloeit, dat maakt bessen, dat verkleurt, dat lokt de vogels, enz. Maar ze groeit wel traag. Erg traag eigenlijk. En nu zal je wel met ons lachen, maar ik denk dat we een stuk van die gemengde haag naar elders gaan verplaatsen en ligustrum gaan planten in de plaats. Ik wou eigenlijk de wilde ligustrum. Sja ‘wild’, dat zal je misschien verontrusten; laat ons zeggen: ‘europees’.  Die bloeit met een heerlijke geur en de vogels lusten de bessen graag. Maar helaas, die bessen zijn wel giftig. Daarom dat ik misschien toch de Japanse zal moeten nemen. Ze lijken sterk op mekaar, maar het blad van de Japanse ligustrum is net iets minder lang. En ze zijn beide snelgroeiend. En ze vormen een dicht takkenwerk waardoor je zelfs bij bladverlies (dat bij de ligustrum gering is) toch nog afgescheiden blijft van elkaar. Je moet het ons maar niet kwalijk nemen, dat we zo’n snelgroeiende scheiding willen. Ik ben zeker dat het voor ons allebei goed zal zijn, die nieuwe haag. Wie weet houdt hij wel wat bladeren voor jullie tegen…

Beste groet,

Uw buren onderdeappelboom

Read Full Post »

Mensen in blogland hebben na een jaar schrijvelarij nogal eens de neiging om in gepeins en reflectie te vervallen. Dat soort van toogfilosofie ligt mij perfect, maar zonder het voorbeeld van mijn mede-bloggers was ik nooit op het idee gekomen eens stil te staan bij alles wat ik hier het laatste jaar heb uitgekraamd.

Ik ben dan toch maar gaan kijken naar mijn eerste berichtje, en kreeg onmiddellijk zin in een ‘elk-jaar-op-dezelfde-plaats-foto’; een simpel concept: je kiest een onderwerp dat verandert, en dat fotografeer je dan jaarlijks (maandelijks, wekelijks) vanop exact dezelfde plaats. Je hebt er die dat doen met uitdijende buiken, en vervolgens met de baby die er het resultaat van is, maar je kan het ook met de tuin doen. En dan ziet het er nu zo uit:

Behalve dat het toen allicht warmer en zeker ook sneeuwlozer was dan nu, kan je er ook uit afleiden dat er schrikwekkend weinig veranderd is. Of eigenlijk: op het winterbeeld is er weinig veranderd, want in de zomer, als er allerlei aan het bloeien is, is het al een veel rijkere tuin geworden (overigens zijn de drie bloemperken onzichtbaar op de foto omdat ze zich onder en achter mij bevonden). Maar op vlak van winterzicht blijft het een grote ramp: we mankeren structuur in de tuin. En daar moet ik dus dringend eens een stukje over schrijven, over structuur in de pseudo-ecologische siertuin, want al bij al zijn die siertuinstukjes toch één van de meest gelezen stukjes van deze blog. En dat brengt mij naadloos terug tot de initiële vraag: wat kan ik allemaal besluiten na één jaar bloggen?

Dat ik het nog altijd leuk vind, bijvoorbeeld. En dat is dan tevens ook het enige rechtvaardige besluit. Want je kan wel denken dat iemand ooit per ongeluk misschien iets aan één van je stukjes zal hebben, maar uiteindelijk blogt een mens uit egoïsme: omdat je graag schrijft.

Lezersaantallen? Daar moet je net als over loon niet te geheimzinnig over doen: er is een vaag gemiddelde van 80 lezers per dag, en een nieuw stukje lokt al gauw een 120 lezers. Is dat veel? Nee, dat is warempel twee keer niks in cyberland. Om je dood te schamen zelfs. Maar ik heb bijvoorbeeld geen 120 vrienden en ik ken al helemaal geen 120 mensen met wie ik liefde voor de tuin en het buitenleven kan uitwisselen. In dat opzicht vind ik 120 lezers dan weer reusachtig. We kunnen niet allemaal Julie Powells zijn…

Informatieuitwisseling: bwa, daarvoor ben ik in de verkeerde sector opgeleid (verkeerd in functie van tuinieren, niet in functie van het leven). Over tuinen heb ik eigenlijk niets onderbouwends te vertellen. En de recepten: hoeveel mensen zouden er al iets echt uitgeprobeerd hebben van wat ze hier lezen? Alleen voor mezelf is het dus handig: nooit meer een recept kwijt, en altijd en overal terug te vinden op het net.

En moeten we daar treurig over worden? In de verste verte niet. Het is weer eens een experiment met weer eens een nieuwe hobby. En het is misschien egoïstisch, dat bloggen, maar ik denk dat ik er nog wel even mee doorga 🙂

Read Full Post »

Dit moet zowat de enige tuinblog zonder mooie foto’s zijn. Mogelijks ben ik ook de enige die daar totaal niet van wakker ligt 🙂

Maar kijk, er is beterschap op komst: deze middag liep ik namelijk een persconferentie van het Agentschap voor Natuur en Bos tegen het lijf. En die stelden een fotoboek voor.

Nu zou ik een andere titel hebben gekozen, maar een mens moet niet altijd alles bekritiseren. En de foto’s, die zijn kwaliteit van pagina 1 tot 172.  En er zijn Culturele Bijdragen van Heuse Echte Schrijvers bij, in de vorm van korte pennentrekken en gedachten. Voor elk wat wils dus. En je kunt zelfs een exemplaartje winnen. En enkele foto’s online bekijken. Maar pas wel op voor uw gezondheid: er zitten SNEEUW-foto’s tussen.

Read Full Post »

Hoezo overdaad? We gaan toch niet klagen over de sneeuw zeker?! 😉 Al lijkt het aan onze vijver wel alsof de winter in het water valt. Letterlijk dan…

Er gaat ondertussen wel héél véél maïs door. En bieten die we al gekocht hebben. En voederwortels. En mezenbolletjes. En schapenkorrels. En extra emmers om water te voorzien. En een schop om het ijs van de vijver ’s morgens mee kapot te schoppen. En een nieuwe muts, omdat de andere op een sneeuwman was beland. Dure winters, die van vroeger. Maar al bij al: nog veel goedkoper dan een fitnessabonnement, en plezieriger en gezonder bovendien. En een pak minder absurd dan de benen vanonder je lijf lopen terwijl je naar (stel je voor!) desperate houswives moet staan kijken of zoiets.  Ze zouden flyers moeten uitdelen aan fitnesscentra: ‘Get real: koop u een beest dat buiten leeft!’.  Maar ’t zou ook kunnen dat minstens de helft van de bevolking zich geschoffeerd voelt nu …

Read Full Post »

Dat is dan, met een onfeilbaar gevoel voor efficiëntie, de versie van het alom bekende kinderliedje door onze zoon: waarom immers strofes herhalen om er dan een variatie op het thema aan toe te voegen als je ook gewoon onmiddellijk aan de variatie kunt beginnen? En natuurlijk moet het eigenlijk zijn ‘koeken bakken vlaaien’, maar in deze regio hebben wij niets met vlaaien, en draaien is ook plezanter.  Je kunt namelijk zo lang draaien dat je helemaal tureluurs op de grond of een kast knotst en dan komen mama of papa aangewapperd, die het spelletje natuurlijk meespelen en je met veel theater komen oprapen. Geef toe, wie wil het liedje nu nog zingen zoals het hoort?

Maar we gaan dus koeken draaien, en bakken. Want de winter is lang en koud en een mens moet het gebrek aan zon met de nodige suikers compenseren. In de rubriek ‘simpel en goed’:  rozijnenkoekjes met kaneel.

INGREDIËNTEN:

– 150 g bloem

-60 g suiker

– 2 handvol rozijnen

-75 g boter

– 1 ei

Afwerking: 1 el suiker en 1 tl kaneel

BEREIDING

Bloem mengen met suiker en rozijnen.
Boter in stukjes snijden en samen met het ei toevoegen aan het bloemmengsel.

Goed kneden tot een glad deeg en een half uurtje in folie in de koelkast laten liggen.

Op een bordje kaneel met suiker mengen. Van het deeg bolletjes maken en elk bolletje eventjes in het kaneel-suikermensel duwen.

Ongeveer 13 minuten bakken op 200 °C, zegt het recept. Gewoon wachten tot ze bruin beginnen kleuren dus, en dan uit de oven halen; ze mogen niet te hard worden.

Terwijl het deeg in de koelkast lag, heb ik ook een gemarmerde-cake-speciale-versie gemaakt: gewoon deeg (boerinnenbond p. 365 geloof ik)  in de cakevorm doen. Dan chocolade smelten en die met een vork door de ene helft van je cake mengen. Zo kan mijn bezoek-dat-geen-chocolade-mag-eten toch cake eten, terwijl de anderen er hun chocolade niet voor moeten laten staan. Enige nadeel is dat het chocoladedeel minder goed rijst dan het gewone deel, maar dat is dan modern, moet je maar denken. Smakelijk!

Ge kunt niet geloven hoe lekker dat dat is, stokvis!

Read Full Post »

En toen begon het dus opnieuw te sneeuwen.

Houdt het ooit wel eens op, vraagt een mens zich dan af. Niet dat het mij stoort, maar het is wel érg veel sneeuw dit jaar. Zelfs op de speelplaats treedt de verzadiging op: het waren enkelingen die ik nog baantjes zag glijden op de ijsgeworden sneeuwgrond, en onze sneeuwman in de tuin staat er ook al eenzaam bij. Maar dit is winter, echte winter, en ik heb hem duizend keer liever dan dat eeuwige gedruil van herfstachtige winters. Voor de vlinders schijnt het ook beter te zijn. Met een te zachte en natte winter dreigen ze wel eens dood te schimmelen. Dus op naar een kleurrijke zomer vol vlinders.

En ondertussen:

Wel, ondertussen heb ik eindelijk alle zaden eens enigszins geordend. Alleen al het feit dat ze nu op één plek samen liggen is al een hele vooruitgang. En de rangschikking volgens maanden is ook min of meer ok. Nu alleen nog een methode vinden om het zaad IN het pakje te houden. Hoe doen de meer ervaren groentekwekers dat? Terug dicht plakken met een beetje plakband (tape, voor de vrienden)? Rekkertje errond?  Gewoon goed dichtvouwen helpt in elk geval niet: ik kom overal zaad tegen.  En dan ook: hoe scheur je dat open? Ik heb de neiging om de bovenkant eraf te scheuren, maar dan scheur ik ook het zaaikalendertje dat daarop staat weg. Dom natuurlijk. Iemand een tip?

Het zakje tuinboonzaad gaat NIET in de doos. Dat waren zo’n bladluismonsters dat ik ze levenslang niet meer eet, vrees ik. Als ik er iemand een plezier mee doe, laat het dan weten, en ik stuur je het zakje toe!

En toen ik na dit klusje terug buiten keek, was de wereld wit en dacht ik heel even dat de bruine beer wel aan een heel snelle opmars richting West-Europa was begonnen. Maar ’t bleek gelukkig toch gewoon een schaap te zijn.

Read Full Post »