’t Is bar en slecht, tikte de specht.
Maar dat is niet erg, want met al die regen in het vooruitzicht heb ik eindelijk eens tijd om te schrijven wat we deden toen het nog mooi weer was. Naast de plaatsing van een ligustrumhaag ook nog de aanleg van een bessentuin bijvoorbeeld.
Het zit zo: onze tuin gaat geleidelijk bergaf, met op een gegeven moment een knik waarna de grond nog méér bergaf gaat richting vijver. Wat achter die knik zit, kunnen we vanuit het huis eigenlijk niet zien (de vijver zien we dus ook niet vanuit het huis; wat enigszins jammer is, maar anderzijds ook altijd een leuke verrassing als je op wandel bent door de tuin). Die aflopende grond tussen knik en vijver is ook zeer moeilijk te maaien. Als je van boven komt stuik je met grasmachine en al bijna naar beneden, en terug de berg op zwoeg je je een ongeluk. Dwars op de helling lopen is evenmin een oplossing, want dan val je gewoon omver richting diepste punt. Dus: we wilden daar iets planten zodat we geen gras meer moeten afrijden.
Het eerste plan was: een volledig grassenveld. Maar zo’n schuine oppervlakten zijn bedrieglijk. Grof gerekend kwamen we al gauw op een dikke 20 m² uit. En dat zag ik mij nog niet zo snel onderhouden. En ook: best wel een beetje prijzig, zo’n 20 m² planten. Die je dan nog niet eens vanuit het huis kan zien. Plan afgevoerd dus.
Plan B: al onze bessenstruiken naar daar. Het gevaar van natheid dreigt, maar anderzijds ligt de helling wel mooi op het zuiden. Ook: door de aanwezigheid van bomen kan je wel een beetje spelen met licht, schaduw en vochtigheid. Zo gezegd zo gedaan: de bramen kwamen in het diepste schaduwpunt, de kiwibes in volle zon en de rest er tussenin. De rest en het totaal zijnde:
– 1 kiwibes
– 4 herfstframbozen (rode en gele)
– 4 zomerframbozen (rode en gele)
– 2 doornloze bramen
– 1 echte braambes
– 1 zwarte trosbes (ook wel jeneverbes, aalbes, cassis (hoewel dat eigenlijk meer de bosbes is) enz.)
– 2 rode trosbessen
– 1 witte/roze trosbes
– 2 josta’s (kruising tussen stekelbes en zwarte bes)
– 2 stekelbessen (of kruisbessen, ook wel ‘knoeselen’ genoemd in Vlaams-Brabant, wat in West-Vlaanderen dan weer enkels zijn, hoewel niemand een stekelbes een enkel gaat noemen, maar wel een stekebeier, of misschien zelfs nog iets anders om het nog duidelijker te maken…)
Halverwege de aanplant begon dat er dan zo uit te zien (en vanzelfsprekend zullen mooiere foto’s volgen als de planten er meer levend beginnen uitzien):
De bedoeling is om rondom de struiken nog meer gras weg te doen en tussen de struiken door een soort van graspaadjes te laten liggen (voor zover als mogelijk). En rondomrond komt een boordje van hoge grassen en bloemen (ondertussen dus ook al aanwezig; maar nog niet op de foto).
Gevolg: vanuit het huis zie je enkel wuivende bloemen en grassen, en daarachter is een verdwaalparadijs van bessen waar de kinderen ongezien in kunnen verdwijnen. En ’t is nog veilig ook, want alle eetbare bessen staan nu samen op één plaats en de bessen ‘voor de vogeltjes’ staan elders. Zo, wij zijn content 🙂