Mijn vorige moestuintje had 6 percelen: Peulen-aardappelen-wortelgewassen-vruchtgewassen-bladgewassen-kolen; in die volgorde. Dat is één van de meest gangbare schema’s, waarbij de belangrijkste principes van de teeltwisseling gerespecteerd worden. Zijnde:
– kolen komen na peulen (om te profiteren van wat de peulen achterlaten in de grond)
– peulen komen na aardappelen (om van de losse grond van de aardappelen te profiteren)
– wortelen hinken een beetje achterop omdat ze eigenlijk wel minder rijke grond willen
– en het duurt minimum 4 jaar vooraleer een zelfde gewas terug op dezelfde plaats komt
.
Met dit schema kan je bepaalde valkuilen van de klassieke teel vermijden:
– minder kans op ziektes zoals aardappelmoeheid omdat je altijd een perceel opschuift
– minder compost nodig: je maakt gebruik van wat de plant in de grond achterlaat en moet minder bemesten (een beetje bemesten is goed, maar met veel mest breng je schade aan het leven in de grond)
– veel minder verleiding om te gaan sproeien: de volgorde van planten beperkt het aantal ongewenste beestjes aanzienlijk
.
Maar nu wil ik dus meer. En beter. En wel op die manier:
– méér percelen
– toch geen percelen van meer dan 1m20 breed (lengte onbeperkt) omdat de ervaring geleerd heeft dat je de boel anders niet proper kunt houden (of toch meer moeite moet doen)
-strookjes gras tussen de percelen van 70 cm zodat ik alle ruimte heb om op mijn knieën te gaan zitten en zo de groentebedden te bewerken.
Ja, bij dat alles blijft de moestuin van Mme Zsazsa ons aller inspiratie. Zij bleek zelf haar graspaadjes weg te doen omdat dat in de groenten ging groeien, maar ik wil mijn groentebedden rondomrond afbakenen met ‘iets’ (hout, steen, ik moet er nog eens over nadenken) om dat probleem te vermijden. Ik begrijp zelf niet hoe mensen die typische, niet in vakken verdeelde, zich eindeloos uitstrekkende groentetuinen onderhouden. Dit zsazsa-model is veel gebruiksvriendelijker èn mooier.
.
Maar terug naar mijn groentetuin deel 2: omdat het oog ook wat wil, wil ik 9 bedden. Geen 8. En ook geen onderverdelingen zoals in het VELT-boek met 2 keer aardappelen en maar een minieme hoeveelheid vruchtgewassen. Het heeft me eigenlijk wel heel wat gesleutel gekost, want ik had altijd wel weer een drama-in-de-kiem over het hoofd gezien. In de hoop dat niemand me nu van het tegendeel overtuigt, denk ik dat het zo moet lukken:
1. Vruchtgewassen
2. Bladgewassen + prei + aardbei
3. Kolen
4. Peulen
5. aardappelen
6. wortelgewassen
7. vruchtgewassen
8. bladgewassen (géén prei!)
9. peulen
.
In alle eerlijkheid, ‘ t is geen volmaakt schema. Maar het zal toch goed genoeg moeten zijn.
En omdat het weekend was, ben ik dan maar in de tuin beginnen werken, vloekend dat het nog steeds zo koud is. Een groot aantal planten, waaronder ook een kamperfoelie en de aardbeien, moest uit de grond, omdat die (nog één keertje maar) gefreesd zal worden. Het plantgoed staat nu in de garage. Iets te donker, iets te warm; ik hoop dat ze terug willen aanpakken als ik ze volgend weekend weer buiten zet…
Ook ik heb, bibberend weliswaar, in de tuin gezeten dit weekend. Ik heb 9 bedden dit jaar waarvan 1 volledig met aardbeien. Mijn bakken zijn afgebakend met houten planken en tussenin ligt er boomschors. Hier lees ik tussen de regels ook veel goesting 😉
Ik wil ook altijd maar méér bedden 😀
Maar ik heb een klein stadstuintje (5*11m) waar dan nog de helft van in de schaduw ligt.
Ik pas de ‘square foot gardening’ toe dat de bedden indeelt in vakjes van 30×30. Met wisselteelt hou ik geen rekening. Ik ‘probeer’ om alles geen 2 jaar na elkaar op dezelfde plaats te zetten maar consequent ben ik daar niet in. Zo staan mijn tomaten al 3 jaar op dezelfde (zonnige) plaats.
Dit jaar heb ik een stenen bak van 1,2×1,2m gemetseld (ongeveer 0,8m hoog). Dus nu meer plaats zodat ik mijn tomaten eens kan verplaatsen 🙂
meer info over deze manier van tuinieren vind je ook op http://www.makkelijkemoestuin.com
vak 2 is een ambetanterikske … in mijn ogen dan toch. Uien (en dus ook prei) hou ik graag kort bij de wortelen, aardbeien te traag om ze elk jaar te verhuizen (bij mij ‘uitdovend’, weg na een seizoen of twee (of drie)), bladgewassen (sla en ?) te snel om er een heel perk aan te weiden. Als de negen stukken (9 is zeer goed gekozen trouwens ;-)) allemaal even groot zijn lijkt twee keer blad veel en één keer aardappelen weinig… maar da’s ook goesting natuurlijk. (aardappelen lijken soms ‘plaatsverlies’ maar ze zijn ook zo lekker en nateelt -peulen- is niet onmogelijk)
wijnflessen ondersteboven zijn plezant, goedkoop en duurzaam, maar voor de hele moestuin da zou ik nie durven zeggen…
wat ga je met de aardbeien doen ? elk jaar meeverhuizen?
brede graspaadjes zijn leuk en mooi, maar het gras kruipt waar het niet kruipen kan en trekt zich van de volstrekt onnatuurlijke grenslijn paadje//bed niets aan …
Tijdtussendoor: ik ga straks eens op je blog piepen; ben wel benieuwd welk hout je gebruikt hebt!
Kathleen: leuk dat het je op die manier lukt om toch een groentetuin te hebben! Bij ons zou het er een beetje gek uitzien, denk ik, zo’n verhoogde moestuin, maar ik kan me voorstellen dat het praktisch is.
666bbq: je hebt gelijk natuurlijk. Maar ik denk dat ik het kan oplossen door uien en zomerprei bij de wortelen te houden, en winterprei bij de bladgewassen van nummertje 2.
Patatten worden alleen door mevrouw onderdeappelboom met veel smaak verorberd, meneer onderdeappelboom zou liever hebben dat je pasta kon zaaien 🙂
Eigenlijk maak ik me meer zorgen om al die vruchtgewassen. Om één of andere reden heb ik plots hééééél véééél tomatenzaad dit voorjaar (raar hé? :-)), dus die komen dan op één van de vruchtgewassenbedden. Best op vak 1, denk ik dan, want anders komen ze te dicht bij de patatten.
Buikberg: bwa, met houten panelen van 20 cm in de grond en 10 cm erboven zal ik dat gras wel meester kunnen hoor. Waar een wil is is een weg, zelfs een weggetje van gras 🙂 En de aardbeien moeten meeschuiven: de nieuwe komen dan telkens bij de aardappelen terecht als die eruit zijn. Maar dat was te ingewikkeld om allemaal op te schrijven 🙂
Tussen mijn groentenbedjes (zes stuks) heb ik afgedankte OSB-planken van na de verbouwingen gelegd, netjes in twee gezaagd. Voldoet perfect: gras of brandnetels krijgen geen kans, ’t blijft relatief droog en stevig, plooit zich mooi naar de ondergrond en verkleurt naar een neutraal beige tint. En ’t vraagt helemaal geen onderhoudswerk. Ik hen helemaal voor!
Danku Bart. Maar toch ga ik gras tussen mijn perkjes doen, nè 😉
Waarom geen prei? Ik vind het een heerlijke groente om mee te koken en aan de teelt heb je geen werk…
Filip, er komt zeker prei, maar de vraag is ‘waar’. Prei staat (net als ui) best rond de wortels, omdat ze de wortelvlieg met haar geur een beetje misleidt. Maar je hebt natuurlijk zomerprei en winterprei, en dat neemt allemaal wat plaats in. Vandaar dat er vaak een deel van de prei bij de bladgewassen wordt gezet. Maar dan moet je oppassen dat op het perceel waar de prei stond, het volgende jaar geen vruchtgewassen komen (ik ken de echte reden niet meer, maar vruchtgewassen na prei stimuleert bepaalde ziektes of trekt verkeerde beestjes aan ofzo).