Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for augustus, 2011

Blgbbq met chef is vrbij

Avond.

Terwijl de laatste auto de straat uitrijdt, breekt de hemel open. De voordeur gaat dicht, de kinderen krijgen tv, en meneer en mevrouw onderdeappelboom ploffen in de zetel neer. Uit een achtergebleven kratje komt voor elk een glaasje wijn, de kinderen snoepen nog van een heerlijk stuk growforit-cake.

“En, denk je dat het goed was?” vraagt mevrouw onderdeappelboom.

“Ik denk het wel…,” zegt meneer onderdeappelboom. “Jij niet?”

“Ja, ik denk het wel…” zegt mevrouw onderdeappelboom.

“Maar ik ben wel veel in de weer geweest met vanalles en heb daardoor niet altijd voldoende met iedereen kunnen praten”, bedenkt meneer onderdeappelboom.

“Ja, dat gevoel ken ik, ” zegt mevrouw onderdeappelboom. “Maar da’s natuurlijk altijd zo op een feest.”

Ondertussen baadt de tuin voor het eerst die dag volledig in het zonlicht. Op de kletsnatte tuintafel getuigen enkele achtergebleven flessen drank van het voorbije feest, en van de stoelen glijden dikke druppels af.

“Was het leuk vandaag?” vraagt mevrouw onderdeappelboom dan maar aan de kindjes.

“Ja!” klinkt het unisono.

“En ze moeten allemaal nog eens terug komen”, stelt dochter onderdeappelboom.

“Ja maar wij moeten ook eens naar daar hé,” zegt zoontje onderdeappelboom. “Want wij weten nu nog niet waar zij wonen!”. 🙂

 

De kinderen kunnen alvast tellen als referentie. Er werden piet-piraten geboren en meisjes-teken-clubjes gevormd. Grote jongens ontpopten zich tot schommel-wonders, kleine meisjes gooiden zichzelf tevreden kliedernat, en toen de mama’s en papa’s even niet opletten hadden ze zelfs het schuifje met kinderverf ontdekt. En ondanks de regen en de frisse temperatuur werd ook het water in het zwembadje niet ongemoeid gelaten. Nu ja, als sommige dochters al denken dat ze in het buitenland zijn, dan hoort daar uiteraard een zwembad bij:-).

Een waslijn vol uitwapperende T-shirtjes en verkleedkledij getuigt nu nog van voorbije pret. (Later die avond ontdekte mevrouw onderdeappelboom trouwens nog hoe twee meisjes de kleerkast van dochter onderdeappelboom hadden aangevuld en hoe aan de ooievaar plots het touwtje op een andere plaats hing. “O, dat heeft die jongen gedaan,” zei dochter onderdeappelboom met grote vanzelfsprekendheid. “Zijn jullie dan boven geweest?” vroeg mevrouw onderdeappelboom verbaasd. “Ja hoor”, zeiden de onderdeappelboompjes tevreden.)

“Toch raar,” zei mevrouw onderdeappelboom. “Je kent elkaar niet, je blogt alleen maar, en toch had ik het gevoel dat iedereen een beetje dezelfde manier van leven en opvoeden heeft.”

“Ja,” grinnikt meneer onderdeappelboom. ” Zo van: ju, hup, naar buiten en spelen maar.”

“En met regelmatig een droge opmerking als dochter tikkertje wil spelen maar de kindjes wel achterna roept dat ze niet zo snel kan lopen.”

“Of als zoonlief aan pa vraagt of de auto open is,” vult meneer onderdeappelboom aan.

“En veel volk uit West-Vlaanderen”.

“En bijna iedereen heeft in Gent gewoond”.

“En alleman verbouwt en doet heel veel zelf.”

 

De kindjes gaan doodmoe maar tevreden naar bed, glazen worden afgewassen, baby onderdeappelboom wordt geknuffeld, en meneer en mevrouw onderdeappelboom slepen nog een hapje tiramisu aan.

“Heb je nog zoveel over?”

“Ja, dat kon zo moeilijk meegegeven worden,” zegt mevrouw onderdeappelboom. “Maar al de rest is verdeeld. Dat was wel leuk trouwens: eerst begon iedereen zijn eigen kommen te zoeken, tot iemand vroeg of dat nu eigenlijk niet dwaas was dat iedereen alleen zijn sla of alleen zijn pasta mee naar huis nam. En alsof iedereen erop zat te wachten, werd de tafel plots een grote circulaire van kommen en potjes en begon iedereen gretig van alles wat op te scheppen. Er zal morgen in veel gezinnen hetzelfde worden gegeten!”

“t Was in elk geval heel lekker!”, zei meneer onderdeappelboom. “En meer dan genoeg! En iedereen kan er morgen nog een sausje van Devos Lemmens bij leegknijpen”.

 

“En heb je dan uiteindelijk de tuin laten zien?” vraagt meneer onderdeappelboom.

“Ja, halvelings. Ik durfde niet zo goed. ’t Is niet alsof het een tuin is om aan opentuindagen mee te doen hé.”

“Er waren nochtans enkele mannen aan de bbq die ernaar hebben gevraagd”.

“Oei, echt? Wel, ik heb hem wel getoond, maar niet zo in detail. En gek genoeg leek de tuin er ook niet zoveel toe te doen. Als ik het goed heb, is er zelfs niet eens over tuinieren gepraat.”

“Zes tuinbloggers die meer dan 5 uren samenzijn en niet over de tuin praten?”

“Ja,” grinnik. “En ’t was nochtans nooit stil. En was het leuk daar aan de bbq?”

“Ja, ik vond het echt gezellig. Leuk om die nieuwe mensen te leren kennen, en ook heel blij om de mensen die ik vorig jaar gezien heb nu opnieuw te zien. Ze voelen snel heel vertrouwd.”

“Och, mijn maïs!”

“Wat is ervan?”

“Die moest op de bbq en hangt nog aan de plant!”

“En die sterke drank voor bij de koffie zijn we ook vergeten.”

“’t Zou nochtans deugd gedaan hebben in dat rotweer”.

“Ja, slechter weer kon je niet treffen.”

“Zeg wel. En toch vond ik het leuk.”

“Ik eigenlijk ook. Maar hebben ze nu al op je danku-mailtje geantwoord?”

“Nee…”

Read Full Post »

… is kleurrijk.

Wat je van het weer niet kunt zeggen.

Of net wel natuurlijk; het is maar hoe je het bekijkt.

Read Full Post »

Tijdelijk buiten dienst

Read Full Post »

Voor-na

Voor

Na

Alleen met de hoeveelheid tomaat hebben we een beetje vals gespeeld. En met de kaas natuurlijk ook; hier lopen voorlopig nog geen buffels rond.

En ’t had eigenlijk bbq moeten zijn, maar het weer werkte niet mee…

En of de bloggers dat op de blog-ontmoeting ook gaan krijgen? Nee, want nu is ’t op 🙂

Read Full Post »

Magische vermenigdeling

Wij hebben 3 kippen en één haan.

Voltooid verleden tijd.

Kort na aanschaf kwam er namelijk een 2de haan bij. Die kwam niet vanuit het niets. In een ver verleden was hij een klein spits kuiken, door ons opgekweekt onder de noemer ‘zilverbrakel’, maar in praktijk een wipgraag beest van onbestemde herkomst dat zijn toch al sterk onduidelijke genen graag ging vermengen met de harem aan hennen aan de kant van de buren. En daar voor het gemak van zijn plezier dan ook meteen maar bleef, tot de hennen aldaar tot vol-au-verwerden en hij op zijn kin moest kloppen tot wij onze hennetjes kochten. Bij het zien van al dat vrouwvolk, kwam hij dus gezwind terug over de draad gesprongen en doet nu samen met ons eigen, schriele, zwarte haantje regelmatig eens van dattum met onze kipjes.

Soms zijn we ook een hen kwijt. Soms zit die dan rond de vijver. Soms ook niet. Soms vinden we ze terug in de vroegere weide. Soms ook niet. Nomade-nozem die samen met de niet-zilverbrakel-haan op schok gaat om daar nog meer van dattum te kunnen doen. Slaat evenwel niet aan het broeden. Komt uiteindelijk wel altijd terug.

De activiteit in het kippenpark zelf is ondertussen echter wel met goed gevolg, want vorige week ging één van onze hennen broeden. ” Een beetje aan de late kant”, wist de papa van mevrouw onderdeappelboom. “En met dat natte weer… Maar je kunt proberen!”. En dus lieten we het hennetje broeden.

Van de weeromslag stopten de andere hennen met leggen. Dachten we. Want we vonden geen enkel ei meer. Tot mevrouw onderdeappelboom gewapend met twee stokken de kip even van haar nest wipte om te zien wat daar allemaal onder haar broedsheid verscholen lag. 6 eitjes! Alsook het oude leg-ei… En gisteren: 10 eitjes al! Onze broedse hen verzamelt dus alle nieuw gelegde eieren onder haar kont om ze tot eigen broedsel te bestempelen! Multicultureel en open van geest en al, maar hoe gaat dat aflopen met die 20 broeddagen? Premature kuikens of massale neonatale sterfte? Slik 😦

En om ons decimaal telstelsel helemaal op de helling te helpen, merkte meneer onderdeappelboom daarnet dat de kip gestopt is met broeden. Naast de 2 hanen liepen namelijk 3 bruine leghennen rond. Waarop hij het luikje van de nestplaats opende en aldaar… de broedse hen zag zitten broeden.

Huh?

Read Full Post »

Logistiek tussendoortje

Terugkomend op dit bericht heb ik enkele mailtjes uitgestuurd. Mocht je er geen ontvangen hebben, dan wil dat niet zeggen dat je er niet bij mag zijn, maar betekent dat alleen dat ik een slordige slons ben en jullie mailadressen niet fatsoenlijk heb bijgehouden. Gelieve mij dan zeker te mailen met de boodschap dat je er alsnog graag bij wil zijn, en dan stuur ik je het bericht door! (mailen op blogonderdeappelboom@gmail.com). Waarvoor dank.

Read Full Post »

Op een drafje

Dat is hoe ik tegenwoordig in de tuin werk: op een drafje. Van zodra de jongste telg onderdeappelboom op weg lijkt voor een fijn slaapje van toch minimum een uur, schiet ik in mijn laarzen, sprint ik het huis uit, en koers ik vervolgens de helling terug op met een kruiwagen vol gereedschap en groentezaad. Terug boven lanceer ik mezelf tussen de bloemen, gribbel in de vlucht een schoffel mee, en ruk dan met twee armen als een razende het onkruid uit, het zonder opkijken over mijn hoofd in de kruiwagen mikkend.

Eens de kruiwagen vol is, ren ik terug naar binnen, trap ik in de vlucht mijn laarzen uit, en snor als de weerlicht richting wieg om te kijken of zoontje onderdeappelboom nog altijd mooi slaapt. Indien dat het geval is, gooi ik een glas water binnen, en zet ik mij als een duracelkonijn aan de volgende estafette.

De kruiwagen wordt daarbij niet leeggemaakt; in de beperkte perspectieven die het timemanagement met 2 kleuters, een baby en een huishouden biedt, is het verwijderen van onkruid belangrijker dan het op de composthoop gooien ervan. Bovendien zijn de diverse hoopjes onkruid die hier en daar het gazon sieren een mooi aandenken aan het anders toch vrij onzichtbare werk, waar ik ’s avonds, zwetend en nahijgend in mijn zetel, met tevredenheid mijn blik kan over laten dwalen.

Mocht de hoeveelheid onkruid in de kruiwagen (van slechts 2 vierkante meter!) het je nog niet hebben doen dagen: onze tuin is onnavolgbaar verwaarloosd. Zelfs na het onkruid wieden, is de staat ervan van die aard dat ieder ander zou zeggen: hoog tijd om onkruid te wieden!

En dan heb ik het nog niet over de moestuin gehad…

‘Disteltuin’ is wellicht een betere naam, getuige het aardbeienbed hierboven (ja heus, dat stelt een groentebed met paadje voor!).

En dit nieuw aangelegde bordertje  ziet er ook na onkruid wieden méér uit als een droge plek in het gras dan als de weelderige bloemenzee die het bedoeld was te zijn.

Maar kijk, alle eerlijkheid ten spijt, kan ik jullie met een fototoestel toch altijd nog bedotten. Want als we de bodem negeren, zien de bloemetjes boven het maaiveld er toch weer kleurrijk uit:

En tussen de wuivende palmen van het gras, vind ik toch nog restantjes moestuin waarop ik heel wat kan zaaien:

In het algemeen heb ik zelfs nog nooit zoveel oogst gehad als dit jaar. Onder meer omdat ik nu telkens (raprap, en op een drafje, snel) iets ga zaaien net voor de nieuwe buien eraan komen, komt er allerlei fris groen boven de aarde piepen: spinazie, wortels, raapjes, radijzen, pastinaak, venkel, rode biet, warmoes en sla komen stuk voor stuk vrolijk boven. Dat ik daarbij niet meer weet wat waar staat en per ongeluk ramenas zaaide waar ik pastinaak wou zetten, is daarbij van geen belang. Het groeit, en eens het groot genoeg is, zal ik wel zien wat het is. En van alle groenten die nu oogstbaar zijn, steek ik kleine pakjes in de diepvries. Tegen de tijd dat het kleinste appeltje groenten mag beginnen eten, zal het immers herfst/winter zijn. Op die manier zal hij dan toch zijn eerste hapjes leren eten met biologische groenten uit mama’s tuin.

En kijk eens wat er in het kolenbed groeit?

Dat is me nog nooit eerder gelukt! Ik moet dringend vaker zwanger zijn en de boel compleet verwaarlozen!

Read Full Post »

” ’t Is precies alsof hij weer in je buik zit”, zei een vriendin met haar zoon in de draagdoek, “maar dan beter, want hij moet er niet meer uit.” Tot nog toe vind ik bevallen nog altijd het leukste deel van de zwangerschap, maar ik moet haar wel gelijk geven: een kind in de draagdoek voelt heerlijk. En vanaf nu is er dus niets meer dat ons tegenhoudt…

Dat wil zeggen: behalve het warme weer van vandaag dan:-) Maar gisteren, ’s ochtends vroeg, ging mevrouw onderdeappelboom met haar 3 kindjes wandelen. De oudste onderdeappelboompjes waren verrukt dat mama haar handen vrij had, het jongste appeltje lag tevreden te knorren tot de honger (weerom) toesloeg.

Wandelen is een deel van ecologisch bewustzijn. Het is genieten van iets te doen zonder iets te doen. Je ziet veel meer, je hoort veel meer, je ruikt veel meer dan op de fiets. En nu weet ik niet hoe ver 4-jarigen zouden moeten kunnen wandelen, maar als we er dagelijks even op uit trekken, kan hun conditie (en de verlepte staat van de spieren van hun mama) en hun zin in wandelen alleen maar toenemen, toch? Ze genoten alvast van het geschrokken opfladderen van een vijftal patrijzen, het paard dat dag kwam zeggen, en de vele lieveheersbeestjes die ze laag bij de grond vonden, ver beneden het blikveld van de mama, en waarvoor telkens moest geknield worden, beestjes gepakt, getoond, en weer losgelaten. Sommige wellicht met enige kneuzingen wegens enthousiasme tot gevolg, maar je kunt kinderen niet alles afpakken, is het niet?

Verder is ons time-management nog niet honderd procent in orde. Getuige onderstaande foto van eergisteren.

Maar geen nood; voor morgen geven ze weer herfstweer uit, en dan is die foto weer geheel op z’n plaats 🙂

Read Full Post »