De nadruk ligt op ‘doen’, en niet op ‘dat’, voor de slecht-menende zielen onder jullie die de originele vraagstelling graag verkeerd begrijpen 🙂 (hoewel, medunkt dat die andere vraag ook niet helemaal naast de kwestie zou zijn in onderstaand stukje, maar zover gaan we het niet drijven ;-))
Sinds deze week mag ik mezelf terug tot de werkende vrouwen rekenen. Of nee, zoals een vriendin het zo mooi zei: tot de job-uitoefenende vrouwen, want werken doet een huisvrouw ook (méér zelfs, als je het mij vraagt). En aldus is geschied wat velen onmogelijk leek: uit werken gaan met 3 kinderen. En er nog een soortement van vrije tijd op na houden. En de tuin niet negeren (dat is nu natuurlijk wel makkelijk praten, aangezien het seizoen er net op zit). Quality-time met de kinderen creëren. En groenten kweken. “Wanneer doen jullie dat nog?” vragen familie en kennissen dan meestal met grote ogen. Waarop ik dan zo serieus mogelijk zeg: “Wij zijn het toonbeeld van de hedendaagse normverlaging. Wij laten alles verloederen. En ofwel is ons huis proper, ofwel onze tuin, maar nooit allebei. ” Waarop de vraagsteller dan wat schaapachtig staat te lachen, want een niet-proper huis klinkt hem maar angstwekkend in de oren. En hoe dat dan concreet in zijn werk gaat? Ewel, zo:
– 4 uur per week komt een poetsvrouw langs. Ten gevolge daarvan poets ik nooit meer. Natuurlijk vegen we wel de gemorste as van de houtkachel op, kruipen we onder tafel om daar het slagveld van gevallen rijstkorrels en pasta te beteugelen, en nemen we eens een dweil als er een glas wijn of bekertje melk wordt omgekieperd. Maar echt stoffen, dweilen of schuren doe ik nooit meer. Is het dan vuil bij ons? Ach, ’t kan properder, maar ik denk dat het leefbaar is (vraagt ze nu aarzelend aan de op bezoek-gekomen bloggers 🙂 (wel beoordelen op het ogenblik dat je binnenkwam, niet nadat 20 paar natte voeten hadden rondgelopen 🙂 )
– Opruimen: de moeder van mevrouw onderdeappelboom zal jubelen dat het mantra eindelijk is doorgedrongen: ‘alles op z’n plaats en een plaats voor alles’. We leren het met vallen en opstaan. Maar alleen door consequent op te ruimen lukt het de poetsvrouw om in 4 uur te doen wat ze doet en is het huis ook op andere dagen toonbaar.
– Ander huishoudelijk werk: ramen wassen zichzelf (één keer per jaar krijgen ze ook mijn spons te zien), strijken is minimaal (zeker niet de gemiddelde 2,5 uur per week die een onderzoeksbureau berekende; en ware het niet dat ik mannen graag met hemden zie, de strijktijd ware nog korter geweest!), kleine prul (sokjes, washandjes, enz.) gaat in de droogkast (de tijdswinst daarvan weegt niet op tegen het ecologisch nadeel) en de vaatwas draait overuren.
– Mevrouw onderdeappelboom werkt 4/5de. Maar dan werkt de onthaalmoeder ook niet, dus de mogelijkheden van die dag zijn beperkt. Toch wordt dan steevast naar de supermarkt gegaan, wat ons het aanschuiven in de drukte op zaterdag bespaart.
– Verder: ORGANISATIE: Elke zondagavond zitten meneer en mevrouw onderdeappelboom met hun laptops in de zetel en bespreken wie wanneer vergaderingen heeft en wie op welke ogenblikken de kinderen brengt en haalt naar school. Eén iemand vertrekt dan om 6u naar zijn werk, de ander werkt tot 18u ’s avonds. Door die strakke organisatie lukt het om tijdens die week ook 3 zwemtrainingen voor meneer onderdeappelboom en één looptraining voor mevrouw onderdeappelboom in te voeren (we gaan dan rechtstreeks van werk naar sportactiviteit). In het weekend krijgen we zwempret voor de kinderen, tekenles en volleybal gewurmd, en gaan we beiden nog eens lopen. En zondagnamiddag is sowieso voor de kinderen gereserveerd: wandelen, spelletjes doen, enz.
De hobby’s zijn ook afgestemd op chronisch tijdgebrek. Mevrouw onderdeappelboom is in haar eerste jaar al gestopt met deeltijds kunstonderwijs (9 uur per week) wegens onhoudbaar in tijden van verbouwingen en kinderen. Ook muziekinstrumenten worden iets te veel genegeerd (gelukkig vragen de kinderen vaak of ik nog eens contrabas of dwarsfluit voor hen wil spelen; piano en didgeridoo doen ze zelf wel :-)). Lezen doen we alleen nog op de trein, en bloggen gebeurt tijdens de middagpauze en ’s avonds. Er is geen sprake van dat ik het bloggen zou opgeven 🙂
– Weekmenu: ik ben er eindelijk voor bezweken. Maar dan niet de resto-versie van madame zsazsa, maar de bescheiden ‘ik-kook-terwijl-3-kinderen-honger-hebben-en-moe-zijn’-versie. Dat wil zeggen: vlees en veggieburgers die snel bakken (bijvoorbeeld geen stoofvlees, wel worst), groenten die zoveel mogelijk bereid zijn (bijvoorbeeld rode kool en geen bloemkool met kaassaus) en één avond spaghetti. Die groenten worden in de zomer uit de tuin gehaald, bereid, en ingevroren. Idem voor spaghettisaus en soep. Het menu plannen op voorhand maakt dat we ’s avonds niet staan te sukkelen met bevroren vlees of saus. En in het weekend is er dan tijd voor uitgebreide gerechten, samen pizza maken, taarten bakken, enz.
– Wat nog? Aha: voorbereiden: elke avond wordt de ontbijttafel gedekt en worden boekentassen en luiertas klaargezet. Kleertjes liggen klaar met schoenen erbij (en de onderdeappelboompjes doen die ondertussen gelukkig netjes zelf aan).
– En bovenal uiteraard de normverlaging: groenten groeien ook tussen (een beperkte vorm van) onkruid en van wat binnengewaaide bladeren gaat niemand dood. (waarmee ik bedoel dat ik ze buiten niet opkuis, binnen wel :-))
En dan heb je zo’n prachtig schema. En dan wordt er een kindje ziek. Of is de onthaalmoeder afwezig. En wil de jongste borstvoeding net als je het vlees in de pan gegooid hebt of de taart uit de oven had moeten halen. Of mis je de trein. En dan is het compleet om zeep 🙂
Maar zo doen wij het dus. En omdat er al lang geen stokjes meer rondgevlogen zijn, en het er nochtans de tijd van het jaar voor is, vraag ik het ook eens aan jullie, om hier of op eigen blog te beantwoorden: hoe regelen jullie het allemaal?
Read Full Post »