“Of wij dat eigenlijk nuttig vinden”, moest een vriendin weten, “zo die bladeren samen harken?” “Ja”, zei ik met overtuiging. “Tenminste toch op een druilerige herfstdag waarop de kroost zich verveelt…” Want in andere omstandigheden, laat dat duidelijk zijn, rapen wij geen blad van de grond. Laat je niet wijsmaken dat ze je gras verstikken of mos gaan creëren. Tegen het einde van de herfst zijn alle bladeren sowieso van je gazon gewaaid, tot daar waar de wind haar spel niet verder kan spelen omdat er hagen, bomen of borders zijn. En precies daar horen die bladeren gedurende de rest van de winter ook te liggen: als beschermlaag op en tussen de planten. Bladeren harken: nee dus!
Behalve dan die dode dag vorige week: zoon theatraal aan het zuchten, dochter al enige keren vol overgave en zelfmedelijden zichzelf op het tapijt gegooid, jongste zoon gelukkig volmaakt tevreden op zijn speelgoed sabberend in zijn park. Toen keken vader en moeder elkaar veelbetekenend aan, zetten ze koffie en krant aan de kant, en zei de moeder: “Kom dochter, we gaan samen tekenen.” En toen zei de vader: “Kom zoon, we gaan samen bladeren harken”.
Een rollenpatroon, we weten het, maar je doet de dochter nu eenmaal met niets meer plezier dan met kleurpotloden, en de zoon met niets meer dan samen buiten werken (ongeacht of dat nu met mama of papa is weliswaar). En op zo’n moment ga je niet principieel tegen rollenpatronen in, want het domste wat je kunt doen is een kind dat zich verveelt iets voorstellen dat het nog stommer vindt dan zich te vervelen (neem het van mij aan: ze kunnen zich daar in wentelen, in dat verveel-gevoel, tot jij er nog veel meer last van hebt dan zij). En bovenal is de zoon nu toch zeker dat hij later boer gaat worden. Nadat hij alle poppen gedoopt had, was zijn wens om meneer pastoor te worden in één keer van de baan en kwam de boerderijdroom weer boven drijven. Zijn enige zorg was nog waar hij een tractor zou kunnen kopen, maar nu opa hem ‘de tractorwinkel’ (Ford New Holland) heeft laten zien, staat er niets zijn droom nog in de weg: hij wordt boer. En oma mag eten voor hem maken terwijl hij op het land werkt; zo heeft hij dat geregeld. Wanneer we nu samen langs Vlaanderens wegen snorren, vergast hij ons van tijd tot tijd doodernstig op uitdrukkingen zoals: ‘Kijk mama, dat is een mooi veld.’ En als rasechte boer moest hij dus ook bladeren leren harken. Meer dan de helft is ondertussen van het gras verdwenen, maar om de bladblazerminnende buren, die verheugd vanuit hun veranda naar de werken zaten te loeren, toch niet in de waan te laten dat we nu propere mensen waren geworden, hebben vader en zoon daarna een volledige kruiwagen bladeren terug over mevrouw onderdeappelboom heen gekieperd. Nog maar zelden zoveel leedvermaak op het gezicht van meneer onderdeappelboom gezien: “Haha, en die dachten dus echt dat wij onze bladeren gingen opkuisen!” 🙂
Een ander herfstkarweitje: eten hangen voor de vogels. Hoewel de bouwvallige voederplank van 2 jaar geleden nog altijd koppig stand houdt, kochten we bij de meubelwinkel uit Gent en Deinze voor maar 7 euro nog een extra voederhuisje. De prijs zowel als de kwaliteit doen sterk vermoeden dat mijn zelfgemaakte bouwval dit nieuwe voederhuis lang zal overleven, maar hier kunnen de kinderen tenminste zonder gevaarlijke toeren zelf mezebolletjes in hangen.
En wat een succes! Terwijl ik de jongste zoon voedde op schoot, zagen we koolmezen, winterkoninkjes, roodborstjes, vinken, mussen, merels en zelfs een groenling zich tegoed doen aan het voedsel. En stuk voor stuk kwamen ze ook even vlak voor het raam poseren, minutenlang fotogeniek stilzittend, terwijl ik de handen vol had met de baby, en mijn vingers van frustratie bijna opat.
En natuurlijk, toen ik dan eindelijk wèl het toestel vasthad, stopten ze massaal met eten… Eén mus slechts verwaardigde zich nog dichtbij te komen. En je denkt toch niet dat die nog op de voederplank of netjes voor het raam wou zitten? Tuurlijk niet! Quasi onzichtbaar op de grond gaan eten, dat wel ja. En zie je nu wel dat het hier proper is? Ge kunt er zelfs van de grond eten, ha!
Ik vind dat mussenportret grandioos!
Inderdaad prachtige foto!
De rollen waren bij ons anders verdeeld dit weekend: de biodiverse papa hakte gaten in ’t vloerbeton: waar de regenwaterleidingen door moeten, de biodiverse mama maakte gebruik (misbruik?) van de werken om een boekenrek lichter te maken (Iemand interesse in tien jaargangen natuur & techniek?) en de jongste spruiten maakten zich nuttig door met verf en papier enkele nieuwe kunstwerkjes te creëren…
Dus de blaadjes bleven liggen. De wind heeft niet genoeg spel in onze tuin – dus wij zijn wel genoodzaakt om het gazon te redden van verstikking 😉
… Misschien is de verhouding gazon/bomen wat te laag gewonrden bij ons? 🙂
Mooie sfeerfoto die eerste!
Goeie tips, maar ik wacht toch liever op de eerste regenachtige dag in maanden om met dochterlief eten voor de vogeltjes te maken (we hebben nog oude smout van begga II zaliger, kippenvoer, en pindanoten-die-te-lang-zijn-blijven-open-staan – dat wordt fun ;-).)
En ze speelt momenteel weer veel liever binnen dan buiten, dus het is zoeken naar een gaatje om buiten nog wat leuk en nuttig werk te kunnen doen zonder een zeurende dochter aan de broek ;-).
Te onzent worden evenmin bladeren geruimd. Hoogstens de tuinpaden worden bladvrij gemaakt wegens slippery when wet. De grote ‘tuinopkuis’ vindt hier trouwens traditioneel plaats in het voorjaar.
De natuur in verval: ik vind dat echt iets hebben, en al zeker als het weer ook nog ’s vrolijkmakend is.
Biodiverse: en toch zou ik eens een winter volhouden en de bladeren laten liggen. Ik ben ècht zeker dat ze bijna verdwenen zullen zijn tegen februari!
Natuurlijk-rijk: dat vond ik ook 🙂
Buikberg: o, zelf maken, goed idee!
Menck: idem hier (al val ik in herhaling met wat ik op eigenwijze tuin schreef): vanaf oktober raak ik niets meer aan in de tuin. Het is niet nodig, ik hou eveneens van het intredende verval, en tegen eind februari ben ik toch niet meer te houden van de tuinlust, en dan heb ik tenminste iets te doen 🙂 Alleen mag dat weer van mij wel treuriger, maar ik vermoed dat niemand dat gevoel met mij zal delen 🙂