Het moet zo’n 10 jaar geleden zijn dat ik een in mijn ogen Groot Schrijver een briefje stuurde met de vraag of hij eens een tekstje van mij kon lezen en het beoordelen. Ik wou, voor eens en altijd, weten of ik het een beetje kon, dat schrijven, of helemaal niet. Want ondanks de grote belezenheid van mijn ouders, vreesde ik toch dat hun positieve kritiek (en later die van meneer onderdeappelboom) iets teveel door liefde, en iets te weinig door zin voor objectiviteit zou zijn ingegeven. Maar de Groot Schrijver schreef niet terug, en ik probeerde mijn vraag aan hem een beetje te vergeten. Ik had ook een andere Schrijver kunnen schrijven, maar er was er in mijn ogen maar één waarvan ik de goedkeuring wou. Als de anderen het goed zouden vinden: fijn, maar niet goed genoeg. Het was die Grootste die het goed moest vinden; anders was het niet wat ik zou willen dat het is.
Drie maanden later zat er een excuusbriefje van de Groot Schrijver in mijn mailbox. Dat de uitgever (via dewelke ik mijn smeekbede had verzonden) mijn briefje te lang had laten liggen en hij nu pas mijn vraag had gezien. Dat ik ja, zeker, iets mocht sturen, maar dat hij wel eerlijk zou zijn en geen blad voor de mond zou nemen in zijn oordeel. Maar ook dat hij voorzichtig zou omgaan met mijn tekst.
Waaw, en mooi, en ik stuurde iets terug. Schreef nog wat foute dingen over zijn loopbaan tot dan toe en kreeg enkele kwinkslagen terug gestuurd. En enkele uren na het opsturen van mijn tekstje kwam zowaar een compliment mijn richting uit. Dat hij het allemaal nog eens op zijn gemak moest lezen, maar dat het zo op het eerste zicht zijn goedkeuring had.
Toen ik van mijn verbazing en katzwijm bekomen was, schreef ik op mijn beurt terug, en toen hij weer, en zo’n tien jaar later bestaat de mailcorrespondentie nog steeds. Er werd ook al eens een koffie gedronken samen. Ik ging al eens ten huize van de Schrijver. En zat er eens een jaar of langer storing op de lijn, dan liep die na een tijd toch weer vanzelf in orde. Het spreekt voor zich dat al dat getater al lang niet meer alleen over schrijven ging, al heb ik door aan de zijde te lopen van iemand die Schrijver is wellicht meer over schrijven geleerd dan wat ik ooit expliciet op papier zag staan.
Dankzij de commentaren op deze blog, en jullie immer immense geduld met en dulding van mijn vrijdag-vertelselkesdag-stukjes, bedacht ik dat ik misschien toch nog maar eens een stukje ter beoordeling naar de Groot Schrijver moest sturen. Om te zien of ik in die 10 jaar iets bijgeleerd heb, en of ik iets van alles wat hij verteld of getoond had begrepen heb. En dus begonnen we weer van voren af aan: of ik iets mocht sturen, en ja, maar dat het even kon duren, maar dat ik wel zou wachten, maar dat hij het ook niet al te lang zou laten duren, enz. enz. En meer nog dan de vorige keer voelde ik de wereld min of meer vergaan van stress, omdat ik nu niet alleen een droom/hoop/wens kon verliezen, maar ook een Groot Schrijver in wie ik de mens was gaan liefhebben.
En kijk, dan viel er onlangs toch een commentaar in de bus, die niet eens negatief was. Dat ik moest doorgaan, was het advies, met de tekst waaraan ik bezig ben.
‘Prachtig’, riep meneer onderdeappelboom uit. ‘Wanneer doe je verder?’
‘Wanneer kan ik?’ vroeg ik.
‘Wat ben je bereid ervoor op te geven?’ vroeg hij.
‘Alleen mijn werk,’ wist ik direct. Want al zit ook daar een passie, hoe zou ik de tuin kunnen laten voor wat hij is? Want hoe zou ik anders de deugd van het bureauwerk met de deugd van de fysieke arbeid kunnen combineren? Want dat is wat telkens weer terugkomt: dat plezier van fysiek moe worden, van handen in de aarde, van bloemen zien groeien en groenten kunnen oogsten die ooit als zaad door je handen gingen. En nee, natuurlijk kan ik mijn werk niet opgeven. Brood op de plank enzo. Dus we gaan ons wellicht nog wat meer laten verscheuren, behalve door werk en gezin nu ook nog door verschillende hobby’s. Fijn hé 😉
Ter compensatie van al deze tekst snel nog wat beeld en klank uit de natuur. Kijk, daar zat het eekhoorntje weer op onze schuur:
En toen het mij zag, bleek het te kunnen springen als een hinde, over de gehele afstand tussen schuur en eik.
Dat wist ik niet, dat eekhoorns zo goed kunnen springen. Straf beestje.

Read Full Post »