Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for januari, 2013

Gedichtendag

Droom

Er lagen schapen onder de treures

hun wol hing in de bramen het gras

bezaaid met keutels en dotten veel

te zwarte schaduw.

De zomer was te fel

te aangedikt om waar te zijn.

Er stonden sequoia’s

op het achtererf met keizerrijken

in hun naalden; een neolithische overdaad

van gevallen aarden schalen

en overal wol in de goot op

de pannen in de hoeken

binnen achter weggeblazen

vensterglas. Op de overloop

dekens matrassen

stro, en daarop Moeder

in haar oude schort

maar veel te mager.

Ze zag me niet ze mummelde

ik verstond haar

niet. Ze schikte

takken om haar heupen en had

in tijden  haar lokken niet geborsteld.

Ik hoorde haar jongen krijsen

ze hadden honger.

 

Erwin Mortier, Uit één vinger valt men niet. Gedichten bij foto’s van Lieve Blanquaert. De Bezige Bij.

Read Full Post »

Zoon onderdeappelboom voelt zich niet lekker. Hij gloeit een beetje, hij heeft het koud, zegt hij; de wangetjes zijn rood en de keel klinkt dik. Daarom mag zoon onderdeappelboom na het terug op z’n plaats brengen van jas, sneeuwbotjes en boekentas bij mama in de zetel komen. Met zoveel mogelijk lichaamsdelen schurkt hij zijn steeds leniger wordende lijf tegen moeder aan, dirigeert haar hand rond zijn schouders en zucht diep. Er wordt nog een been bovenop dat van moeder gezwierd, er wordt nogmaals gezucht, en dan zegt de moeder eindelijk wat hij wil horen: “Manneke toch, je voelt je niet lekker hé.” Nee, schudt hij, nee, en met zijn treurigste blik etaleert hij zijn staat van ziek-zijn goed als hij kan. Moeder streelt ondertussen zijn haren, en de zoon laat begaan. Lankmoedig veegt hij met een zakdoek langs zijn neus, zucht nog wat, laat zich door de haren strijken. “Opa”, zegt hij dan, en wijst naar de telefoon op tafel. Braaf belt de moeder naar opa. “Ben je ziek?”, vraagt opa aan kleinzoon. “Ja,” zucht deze diep, en naarmate opa zijn medeleven in steeds lievere termen betuigt, gaan de ogen van de zoon merkbaar stralen. Van danige tevredenheid vergeet hij na het gesprek zelfs terug bij moeder te kruipen.

Weldra drentelt hij door de living. Duwt eens met één vinger tegen de trein van kleine broer.  Schopt tegen de doos barbiespullen van grote zus. Loopt met de handen in de zakken langs de zetels, speelt even met een elastiekje dat hij in zijn broekzak vindt, laat dat vervolgens zomaar op de grond vallen, staat werkloos stil op de speelmat. “Zoon,” zeg ik, “als je nu eens met iets zou spelen in plaats van je te vervelen.”

Baf! “Ik verveel me niet!” Meteen gaan alle registers open. “Ik loop gewoon een beetje rond!”  “Oké dan”, zegt de moeder. “Loop jij dan maar rond; dan lees ik nog wat.”

Nadat nog een aantal kasten, blokken en poppen met een gejaagde hand of voet hebben kennis gemaakt, rent de zoon plots ijlings naar de gang en komt met stralende ogen terug. “Ik heb iets voor jou, mama!” Mama opent de handen en krijgt een perfect gladde blok, van zo’n 10 op 15 cm en 3 cm hoog,  ijs cadeau. “Ijs!” roept de mama verschrikt. “Ja”, glundert de zoon. ” Dat heb ik voor jou op de speelplaats gemaakt. ”  “Maar jongen”, zeg ik, “dat is prachtig, maar waar komt dat nu vandaan?” “Gewoon uit mijn jas”, schokschoudert hij, raapt van de grond een daar ergens neergelaten jas op, en houdt de zak voor me open. “Voel maar eens. Helemaal koud en nat!” Hij straalt.

Het blok ijs gaat op een bordje in de inkomhal. Het moet zo lang mogelijk meegaan, vindt de zoon, en daar is het het koudst. De zoon wil om de vijf minuten gaan kijken hoeveel er al gesmolten is en neemt af en toe ook een brokje mee naar de radiator in de woonkamer om te checken of de wetten van de fysica het halverwege de dag niet laten afweten.

Dan neemt hij doelbewust een puzzel, maakt in ijzige stilte eentje van 100 en eentje van 36 stuks, en doet de helft van de opdrachten van zijn smartgame. Komt tussendoor even knuffelen, zegt dat ik de liefste ben, maar dan echt de allerliefste, en begint vervolgens weer onvermoeibaar aan zijn rondje ‘gewoon rond wandelen.’

“Geen puzzels meer?” vraag ik.

“Nee, puzzels zijn stom.” spuwt de brombeer.

“O” zeg ik. “Zo…”.

De kleuterpuber hangt nog wat rond.
“Waarom maak je niet iets met je kaplablokken?” probeert de moeder nogmaals te motiveren. De zoon twijfelt zichtbaar. “Zullen we een voorbeeldje zoeken?” bijt de moeder snel in de rijpe appel. En de zoon komt tevreden tot bij de moeder en wandelt even later zielsgelukkig naar de speelmat, met in zijn handen een laptop en een voorbeeld van een kapla-boot erop. De zoon moppert niet meer, en het is muisstil. Zo stil dat er zelfs geen enkel geluid van kaplablokken te horen is… Op het gegluur van de moeder blijkt de zoon dan ook helemaal verdiept in de laptop: plaatje groter, plaatje kleiner, volgend prentje, vorig prentje, prentje terug, prentje weg, enz.  De moeder laat de zoon glimlachend begaan, maar gaat de zoon dan uiteindelijk toch helpen (kaplablokken moeten maar zo leuk niet zijn). Samen maken moeder en zoon de kaplaboot, op voorwaarde dat zoon zich dan weer op z’n eentje amuseert. Waarna zoon met zijn vriendenboek tot bij de moeder komt gedrenteld en smeekt: ‘Ga jij dat samen met mij invullen, mama? Toeoeoeoeoeoeoeoe?’

En aldus gaat de moeder van start:

Lievelingskleur? “Paars”

Favoriete TV-programma? “Tom en Jerry”.

Wat wil je later worden? O, dat weet hij niet. “Ik kan niet kiezen.” Geen probleem, dan vullen we ze allemaal maar in. “Schapenherder, timmerman of boer.” Timmerman ook? “Ja, want dan ben ik Jozef, en dan zal ik Jezus misschien eens zien.” (kersttijd, weetuwel… :-))

Waar heb je een hekel aan? ‘Schorseneren. Maar niet die van meter. Die zijn met peterselie en die zijn lekker. Maar die van de refter zijn vies.” Schorseneren dus.

En wat is je grootste droom? Daarop blijft het stil. De zoon denkt, bijt op zijn lippen, denkt nogmaals, en nogmaals. En verzucht dan: “Ik zou zooo graag van mijn kapotte tandenborstel een raket maken!”

Uiteindelijk wordt het toch avond en mag de televisie op staan. De vader komt net binnen als een kinderquiz begint, en hij hoort de moeder zeggen: “Ga je daar nu echt naar kijken?” “Ja,” zegt de zoon. “Maar allé, zo’n stomme quiz!” zegt de moeder. “Neeeeee, da’s mooooi!”  “Ah bah, nee, echt niet mooi.” “Jawel, echt supermooi!”.

“Maar allé, laat dat kind toch kijken!” roept meneer onderdeappelboom. En ziet dan hoe de moeder en de zoon elkaar een elleboogstomp geven en breed zitten te grijnzen. “O,” zegt meneer onderdeappelboom. “Op die manier”.

*

PS De kapotte tandenborstel is effectief een raket geworden. Ook een nieuwe tandenborstel is trouwens een raket geworden; de dochter wou dat uiteraard ook van zodra ze de broer bezig zag, dus er moest een nieuwe aan geloven 🙂

Read Full Post »

Zwart op wit

Gezeten aan onze keukentafel kijkt iedereen dezelfde kant op: richting voederplank.

DSC_0608‘Een kraai komt alleen; kauwen komen in groep’, werd mij geleerd. Maar deze zwarte vogels komen in massale groepen, en zijn toch geen kauwen.

DSC_0611DSC_0610

Met excuus voor de slechte foto hierboven, maar zoals je ziet jagen ze de kleinere vogels niet weg.  Die vechten vaker met elkaar, doen daarbij eerst de kepen opvliegen, dan de vinken en als laatste pas de mezen. Daarna wisselen de troepen en komen de houtduiven, dan weer enkel mussen, een roodborstje, enkele merels en een lijster. Dan weer het zwarte geschut, dan komen de vinken als eerste terug, enz. Het winterkoninkje dribbelt er al eens tussen, en het fazantenpaar waarover ik op facebook al eens kond deed, komt ondertussen dagelijks langs. “Al goed dat het dit weekend geen vogeltelweekend is”, zuchtte meneer onderdeappelboom, kijkend naar het ontelbare vlieggeweld. Waarna we weer als een kind zo content uit het raam naar de voederplank zaten te gapen.

DSC_0604En zeggen dat al dit moois nu gaat smelten…

Read Full Post »

De aanhouder wint

DSC_0553bontespechtspechtDSC_0563DSC_0564

(vervolg van dit bericht)

Read Full Post »

Meestal barsten de blogs bij de eerste sneeuwval vrijwel onmiddellijk van omtermooiste sneeuwfoto’s, maar dit jaar blijkt het maar met mondjesmaat te gaan. Wellicht heeft één en ander te maken met het probleem dat wij eveneens ervaren: je vertrekt (op weekdagen) in het halfduister, en komt thuis in halfduister.Je ziet dus al nauwelijks hoe je tuin er bij ligt in de sneeuw, laat staan dat je er ook nog foto’s van zou kunnen maken. Was ik dan ook even blij toen ik woensdag door omstandigheden kon thuiswerken en na een vroege start (6u30!) mezelf rond 8u30 vijf minuutjes plas-alias-fotopauze kon gunnen en vooral kon zien welk effect de sneeuwbuien van maandagnacht (nog maar zelden vlokken zo talrijk en wild weten vallen op zo’n korte tijd!) hadden gehad.

Net voor de zon opgaat, krijg je een erg blauwig ochtendlicht, dat nog ijziger aandoet dan het volle daglicht (heeft het hiermee te maken dat de uitdrukking ‘water vriest het meest bij het rijzen van de zon’ ook waar blijkt?)

DSC_0506

Als ik toen nog had gehoopt op een smetteloos wit tapijt, was ik goed fout. Velen waren mij immers voor geweest

DSC_0510

en niet alleen vogels en wilde eenden (of welke andere dieren hebben zwemvliesafdrukken in de sneeuw?)…

DSC_0509Ik zag de zon opgaan

DSC_0512En hoe mooi de sneeuw dan verkleurt…

DSC_0519DSC_0520Ik kon gelukkig vaststellen dat de eenden een plekje van de vijver ijsvrij hebben weten te houden

DSC_0515dat de brandganzen op het ijs kunnen lopen

DSC_0513En dat Zem (het was toch Zem?) indertijd gelijk had: de gans heeft de eendjes ‘geadopteerd’ en gaat met hen zwemmen (als de vijver open is, tenminste 🙂 – – Bedankt Zem!)

DSC_0514Ik genoot natuurlijk ook van de plantjes

DSC_0522

DSC_0531DSC_0527Ik stelde daarbij vast dat ik wel nog wat oefening met mijn verjaardagscadeau voor de boeg heb. Maar dat cadeau kan je op de foto’s niet zien. Het staat er onder.

Donderdagochtend vroren mist en rijm aan, en was de wereld nog mooier. Maar daar nam ik geen foto’s van. De enige foto’s die die dag werden genomen, namen anderen van mij. “Neen, nu kan ik u niets meer bieden,” zei de brancadier peinzend, “je heb het hele assortiment doorlopen”, nadat ik achtereenvolgens foto’s cadeau had gekregen op radiografie, echo en scan. “’t Is er natuurlijk het weer voor, om te vallen”, zei de echoscopist, “maar toch, u heeft wel erg uw best gedaan om de processi transgressi transversi te breken door van een trapje te struikelen.” (meneer onderdeappelboom stelt voor dat ik in de toekomst altijd de lift neem en mij zo ver mogelijk van trappen vandaan houd…). En ook nog: “Het is natuurlijk ook omdat u zo mager bent. We zien toch dat mensen met een kleine vetreserve beter beschermd zijn en niet zo snel dergelijke breuken oplopen.” Ahaaaaaaaaaaaaa, ziedenuwel! (en verder ben ik natuurlijk niet zo ‘schriklijk’ mager; ik straal natuurlijk als vanouds ;-)). Wachtend tussen echo en scan bevond ik mij in de wachtzaal tussen drie bejaarden die samen twee armen en drie benen hadden gebroken, en waarvan het gezicht van de ene bejaarde dame op de meeste plekken de kleur van een blauwe pruim benaderde. “Allemaal de schuld van ’t stad,” vloekte de spoedverpleegkundige. “Je moet volgens de wet je voetpad schoon maken, maar die oude menskes gaan dan plichtsbewust al ’s morgens vroeg het voetpad op, en dan vallen ze natuurlijk. ’t Is een schande, die wet!”. Ahaaaaaaaaaaaaaaa, ziedenuookwel! Verder is het gelukkig niet erg. Het enige probleem is dat aan die transgressidingen spieren vasthangen, en elke beweging waarbij ik ze gebruik (de meeste) dus verschrikkelijk pijn doet. Gelukkig is alles ok eens ik zit en iemand een computer of boek op mijn schoot legt!

O ja, net voor ik ging zitten, nam ik nog drie foto’s vanachter glas; dan heb je toch een beetje een idee hoe mooi het is…

DSC_0544

DSC_0546siergras

Read Full Post »

De jaarlijkse sneeuwboodschap

Ze zijn weer op pad, de sneeuwimbecielen. Van zodra het donker plaats maakt voor schemerduister bewapenen ze zich met borstel en schep en werpen ze zich met doodsverachting op het verguisde snuifje sneeuw dat hun gepolijste oprit bedekt. Er wordt geveegd, gekrabd, geschept en geduwd, en behalve oprit moeten zeker ook voetpad en aanpalend stuk van de rijweg bevochten worden. Als autobestuurder moet je deze wegpiraten maar gezien hebben, want hun activiteit heeft voorrang op alles, met of zonder fluo jasje. Wachten tot het drukste verkeer ter hoogte van school- en naar-werk-tijd voorbij is, is evenmin een optie. Stel je voor, o nee, stel je voor, dat manlief straks de brievenbus leeghaalt en wat sneeuw mee naar binnen brengt. Een spatje sneeuw in huis! O gruwel!

Dus rijdt mevrouw onderdeappelboom dezer dagen met ‘phares’ op doorheen de straten van haar dorp, en toetert in de gevaarlijk poetszieke zones waar al menig sneeuwpiraat werd gespot. Stiekem hoopt ze dat er eens eentje op z’n gat zal donderen. Zonder botbreuken of blauwe plekken, maar wel met een welverdiende fifteen minutes of embarrassing fame… Bij onthaalmoeder, bakker en collega’s oefent ze zich in een betekenisloze ‘hmmm’ als uitdrukkingen zoals ‘ ’t Is toch een vuiligheid hé, die sneeuw’  geuit worden, een beetje op het toontje waarop de buurvrouw eerder al zei: ‘O, een bessenhaag. Dat gaat veel ongedierte aantrekken; de tuinarchitect zei het ook.’

Gelukkig is mijn familie van een heel andere orde dan de gemiddelde mens. Toen mijn verjaardagsfeest gisteren al op zaterdagavond een sneeuwparty bleek te zullen worden, kon ik met zekerheid zeggen dat niemand over de sneeuw zou klagen, met uitzondering van enkele goed te begrijpen bezorgdheden over gladde wegen en heuvels in onze streek. Zondagmorgen had ik nog maar net iedereen gesmst met de boodschap: ‘Velden zijn licht wit, maar straten zijn gestrooid (carnaval…). Veiligste route is wel die langs school kinderen’ toen dit gebeurde:

DSC_0477

En daarop doet mijn familie dan dat:

sneeuw1Dat we allemaal zwarte maskers opzetten, bedoel ik natuurlijk 🙂

Na een paar keer af

DSC_0495en op

sneeuw2was de sneeuw voor een groot deel verdwenen en veranderd in een ijstapijt. Daarmee ging het sleeën natuurlijk nog sneller, en al gauw hadden we een route gevonden waarmee je, mits enige hulp in het begin en een aanloopje aan de zijkant razendsnel naar beneden suisde, alleen maar de appelboom moest ontwijken, en (als je geluk had) net voor of (bij pech) in de takkenwal tot stilstand kwam. En nu heb ik al vaak zitten denken hoe ik die immense grasvlakte in het midden zou kunnen doorbreken zonder aan het uitzicht te tornen, maar als het sneeuwt, dan denk ik telkens weer dat het maar goed is dat we onze hoogstpersoonlijke grashelling hebben…

sneeuwrouteO, en al die jaloerse zielen die niet tot de gemiddelde Vlaming behoren en sinds zaterdag aan het hopen zijn op sneeuw: hij is onderweg!

Read Full Post »

Bij het afstruinen van het wereldwijde web durf ik wel eens langs Tante Hilde passeren. Niet voor de poppen, maar voor al het andere: de boerderij, de gezinsverhalen, bovenal eigenlijk de heerlijke gezellige warme sfeer die er hangt. En onlangs liet tante Hilde haar keuken zien. Het was een stokje, eigenlijk, maar stokjes blijken ‘out’ in blogland. In elk geval waren er maar bitter weinig mensen die haar leuke voorbeeld volgden. Het ligt nochtans helemaal in de lijn van dit leuke boek:

Nesten

Een boek dat iets lijkt te gaan vertellen over interieur, dat ook doet, maar tezelfdertijd iets vertelt over leven en opvoeden. Zonder een opvoedboek te zijn. Het gaat van huis naar thuis en ijvert min of meer voor een interieur is dat een allegaartje is van heden, verleden en toekomst. Een huis dat, ook wanneer jij er niet bent, kan vertellen wie jij bent. Het blijkt een vraag uit psychotherapie te zijn, maar het is een fijne vraag om aan vrienden te stellen: ‘wat vertelt je woonkamer/keuken als jij er niet bent’? Kan een vreemde ontdekken of je kinderen hebt, en zo ja, hoeveel? Zijn er dingen die naar je hobby’s verwijzen? Staat er iets van jullie als koppel? Iets van vroeger? Iets nieuws? Iets dat wijst op een nieuwe weg die je misschien gaat nemen?

En aldus besloot ik, geheel tegen mijn persoonlijke privacy-wetgeving in, mijn keuken te showen. De idee van tante Hilde is dat je ook niet je best doet om hem mooi te maken voor de foto’s. Dat heb ik niet gedaan, maar ik ben er gemakkelijkheidshalve wel van uitgegaan dat jullie binnenwandelen nadat we gegeten hebben en de tafel al afgeruimd is. Je weet hoe een tafel vol volk er tijdens een maaltijd uitziet; dat ruim ik toch liever op dan te tonen. Dus kom maar binnen nu, vanuit de inkomhal.

DSC_0463

Voilà, dit is het. En heeft deze keuken nu van alles wat? Het is nieuw, want we kochten het samen bij ikea. Het is ook van vroeger, want de achterzijde van het kookboekenrekje bestaat uit de planchetten die oorspronkelijk ook tegen die muur stonden, en die we afzaagden, in hetzelfde groen als de balken schilderden. De plankjes van het rek waren de eerste doe-het-zelf-arbeid van meneer-onderdeappelboom, ongeveer 6 jaar geleden nu. Er zouden nieuwe moeten komen, met meer verstand van zaken, maar ik houd meneer onderdeappelboom nog even tegen: het is zo’n mooi terugdenken aan de naïviteit waarmee we toen begonnen te verbouwen.

Aan de frigo hangen altijd knutselwerkes van de kinderen. Op de hoge stoel aan het raam staat ook altijd een mand was. Meestal om te vouwen of te strijken, maar deze, dankzij het bezoek van schoonmama woensdagmiddag, netjes gestreken. Als er bezoek komt, vliegt die wasmand snel de berging in, alsook de strijkplank die er vaak gewoon dagen lang naast staat. 🙂 De handdoeken aan het droogrek zijn niet opgevouwen, aan het raam vergat ik de kerstman op te ruimen, en op het aanrecht liggen altijd telefoons, de draadloze thermostaat, en prul waarvan niemand weet waar het vandaan komt (een haarlintje, een krijtje, een dopje van een stift, enz.) Op het vuur staan mijn patatjes, halve spruitjes en spekjes te garen; ons favoriete spruitengerecht.

Achter de frigo verstopt zit ons lastige hoekje:

DSC_0465Daar vind je achtereenvolgens het broodbakmachine, de snijmachine, koffiefilters, een vers brood in handdoek op de rooster, een koffiezetapparaat, de radio, de babyfoon, enkele CD’s, weer enkele prulletjes, de thermos, soms ook een halfvolle fles wijn, enz. Maar ik kan jullie ten zeerste zo’n boordje aanraden waar je vanalles op kwijt kan! Veel mensen verstoppen dit gedeelte van de keuken graag, maar voor mij hoort het er bij.

Draai u nu even om.

DSC_0466De pan spruiten, opnieuw, en dan daarachter het kastje speelgoed van de kinderen, de tafel, de haard, en rechts nog wat speelgoed. En allerlei zaken aan de muren. Het rekje aan de muur rechtsachter werd gemaakt door de buurman van mijn ouders en was een trouwcadeau. De commode was eigenlijk het ‘ververskussen’ van de oudste onderdeappelboompjes, maar werd omgevormd tot gewone kast voor tafellakens, kaarsjes, en een bovenste rommelschuif voor stylo’s, blaadjes, postzegels, kleine voorwerpen die gevaarlijk zijn voor het kleinste appeltje, en alle zaken die er niet thuis horen maar waarvoor we niet meteen een plaats vinden (de rommel die eerder nog op het kookeiland lang, bijvoorbeeld :-))

Aan de muren weer schilderwerkjes van de kinderen (nog van vorig schooljaar, maar ze hangen daar zo mooi)

DSC_0467

een ‘oude vlaming’ die meneer onderdeappelboom voor 7 euro (inclusief lijst) op de rommelmarkt kocht

DSC_0469en het schilderijtje dat mevrouw onderdeappelboom maakte van het huis van haar grootouders; op basis van een foto wel, want op het ogenblik van schilderen was het huis reeds door nieuwe eigenaren verbouwd (en het lijkt er voor geen meter meer op) (en de optie ‘positief veranderd’ is niet open…)

DSC_0468Dan is er nog de uitkijk op de tuin van aan de keukentafel:

DSC_0472En dan de tafel zelf…

DSC_0475Die krijg ik eigenlijk nooit leger dan dit 🙂 Op de ene stoel zie je een stapel pyjama’s. Als het koud is, mogen de kinderen namelijk ’s morgens hun kleren aandoen in de keuken (de slaapkamers zijn dan te koud, en de badkamer is veel te klein). In theorie breng ik die naar boven. In praktijk liggen ze daar ’s avonds nog… Dan zijn er nog een bordje met een uiteengespatte ketting, het doosje haarspeldjes van dochteronderdeappelboom, en achter die zakdoekendoos weggemoffeld ligt de eeuwige stapel papieren: enkele rekeningen, een uitnodiging voor een verjaardag, een to-do-listje, een briefje van school, enz. Andere mensen hebben daar plekken voor, bij ons ligt dat eeuwig op de keukentafel. Ik doe al geen moeite meer het leeg te maken, want er komt even snel iets terug bij 🙂

De tafel is natuurlijk wel het meubelstuk dat deze keuken tot leefkeuken maakt. Hier wordt getekend en geschilderd, gepuzzeld, gegeten, gedineerd met vrienden, gecomputerd, gepraat, gelachen, geleefd. We hebben lang getwijfeld of we de keuken (vroeger de living en tevens enige echte ruimte van het huisje) niet als living zouden houden, omwille van de haard bijvoorbeeld. Maar we hebben nog altijd geen spijt van onze keuze om er een echte leefkeuken van te maken.

Tot slot, enkele foto’s van voor en tijdens de verbouwingen!

Oude schoorsteen van minicircuit uitbreken.

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Plafond verhogen (de ene helft kwam een halve meter lager dan de andere)

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERAHoek van 107,5 graden omvormen tot hoek van 90 graden…

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERASpreekt voor zich:

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Haard vroeger

IMG_0332

En ondertussen buiten 🙂

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Dit was’m. Wie doet mee?

Read Full Post »

De tuin in

Het jaar begon niet goed. Op nieuwjaarsochtend al afscheid moeten nemen van een naaste; voor sommige van mijn geliefden zelfs afschuwelijk dichtbij, je wenst het niemand toe.  Na een week van praten, peinzen en halfslachtige pogingen tot troost, bood de regenloze zondag gisteren eindelijk de afleiding die we nodig hadden: de tuin! Want dat is het grote voordeel aan tuinieren tov andere vormen van afleiding, bezigheid of troost: de tuin is nooit op en heeft geen sluitingsuren.

En aldus vloog ik in het binnentuintje. De zonen en dochter kwamen helpen. We rukten dode takken uit en maakten torenhoge stapels in de kruiwagen. Later gingen oudste zoon en vader onderdeappelboom de takkenwal vullen en in de verte zag ik ze op en neer springen om de takken klein te krijgen. Dochter ging aan de andere kant van het venster zitten tekenen, kwam dan weer buiten wat krijten, speelde in het gras met de jongste zoon. Nog wat later klonken schaterlachen vanop de schommels waarbij de “stop, papa, stooooop!” zoveel betekende als: “nog, papa, nooooog!”. En toen ik in het schemerduister de kerstboom uit het huis naar buiten sjorde (eens ik begin…), struikelde ik over achtergelaten wanten en enkele uitgegooide, veel te warme extra truien.

Misschien had ik mezelf beter nog wat ingetoomd. Maar kijk, zij houden zich ook niet in:

DSC_0439DSC_0447DSC_0440DSC_0449DSC_0462

Maar je moet nooit denken dat dit uitzonderlijk is. Kijk hier maar eens.

En dat ze sneeuw uitgeven, zeg je? Het kan me geen moer schelen, want het was lente gisteren! 🙂

Read Full Post »