7 maanden winterweer
1 uurtje lente
Posted in Kinderen, tagged weer on 31/05/2013| 11 Comments »
Posted in Vrijdag Vertelselkesdag on 28/05/2013| 10 Comments »
Het voorjaar van mijn elfde verjaardag schoof ongezien weg onder de dorstige vingers van een niet aflatende winter. Alsof de Schepper er de zoom was van vergeten inleggen, rafelde het winterweer uit over de vroege voorjaarsmaanden die zacht en pril de eerste blote huid met lente hadden moeten strelen. In plaats daarvan bleven ijzige vlagen de kale bomen teisteren, en verdween het moedig opkomende groen van krokussen en narcissen keer op keer onder een nieuw pak sneeuw.
De steenkool loeide in de opgestookte kachel bij Irina thuis, terwijl ze vanuit haar roodlederen zeteltje aan het raam zorgelijk naar buiten keek.
‘Heb je nu nog zo’n weer geweten?’ spuwde ze, terwijl ze het potje van aardewerk nog maar eens herschikte op de vensterbank. ‘Dat is nu toch geen lente? Kijk nu toch, nog geen blaadje groen aan de bomen!’
Ze hoofdschudde alsof ze de Schepper persoonlijk de levieten aan het lezen was en hem liefst bij zijn nekvel had gegrepen om hem op zijn klimatologische plichten te wijzen.
‘Die patatten kan ik opnieuw planten. Kapot gevroren natuurlijk. En die ajuinen liggen waarschijnlijk ook al te rotten in de grond.’
Ik zat op één van de met leder bespijkerde staatsiestoelen die in vaste slagorde tegen de achterwand van de woonkamer waren opgesteld. Achter mijn hoofd tikten de glanzende gewichten van de klok hun dagelijkse weg over het licht bebloemde behangpapier. Mijn voeten raakten nog steeds de grond niet. Ik droeg mijn lichtbruine schoenen met okergele veters en liet mijn enkels naast elkaar wrijven op het ritme van de slingerende klok.
Irina zuchtte en vouwde haar handen over elkaar. Haar linkerduim wreef nerveus over haar rechterhand.
‘Ja, Rineke,’ zei André, drie stoelen verder tegen dezelfde wand, ‘daar zal niet veel goeds meer van komen. Ik zou er maar niet vanuit gaan dat het ooit nog lente wordt.’ En hij stuurde me een samenzweerderige knipoog.
‘Och gij’ snoefde Irina. Ze kende hem ook zonder zijn knipogen te zien. ‘Je mag zeggen wat je wil, maar vroeger had je dat niet. En niet dat vroeger alles beter was. Helemaal niet. Ik zou niet willen terugkeren naar al die koude en dat werken van vroeger. Maar op het weer kon je tenminste rekenen.’
Terwijl we met ons drieën naar de vlaag van smeltende sneeuw buiten keken, beeldde ik me in dat ik één werd met de stoel waarop ik zat. Mijn benen gingen op in de zwarthouten poten en mijn hoofd nam het motief aan van behangpapier. Naarmate ik meer en meer vervloeide met de kamer, kwam de rest tot leven. Ik beeldde me in dat onbekende wezentjes uit de uithoeken van de tuin opdoemden. Dat er een parallelle wereld aan de onze tot leven kwam, met trollen die langs vochtige bladeren uit de goten gleden en de wortels snaaiden uit de grond. Ik zag ze gierend van pret onder de vensterbank glijden als ze Irina weer eens te vlug af waren geweest.
‘Ik moet maar eens naar ons Betje gaan,’ deed André de boel plotsklaps verdwijnen. ‘Ik moet zien dat ze binnen gaat slapen met dit weer.’
‘Pakt nog een taske soep voordat ge naar buiten gaat,’ zie Irina terwijl ze al naar de pot op de kachel stapte.
‘Allé dan. Eentje nog. Om het af te leren.’
Het is iets Vlaams, denk ik, het dwaze idee dat er tussen bloemen en gazon een grens moet zijn. Alsof er van nature een strook beton tussen gras en bloemen groeit. Of om de bloemen als aapjes op te sluiten in een borderkooi en het gras te vrijwaren van (o schrik!) allerlei andere groeisels die niet op gras gelijken. Idioot.
’t Is daarmee dat wij tegenwoordig boordjes leggen 🙂 Sja, kijk, dat is zeer charmant hé, zo’n natuurlijke grens tussen bloemen en gras. En ik heb er ook geen bezwaar tegen dat bloemsels allerlei in mijn gazon gaan groeien. Maar de Eeuwige Wederkerende Oprukking Der Grasachtigen wekelijks te lijf gaan om die (uiteraard helemaal niet zo) natuurlijk grens tussen gras en bloemen te vrijwaren, dat is er teveel aan. We hebben er helemaal geen tijd voor ook. Waardoor het gras meestal in golven over onze niet-gras-perken heen rolt.
En aldus is in het constante afwegen tussen ‘ecologisch verkieslijk’ en ‘arbeidsarm en dus gezinsvriendelijk’ de balans dit keer helemaal naar Vlaamse Properheidsdrang doorgeslagen. Afboorden dus die handel!
Proper hé 🙂 En nee, dat zijn geen prachtig mooie kleiklinkers of recuperatiestenen of kasseistenen waar ik al zolang van droom. Kasseistenen zijn zwaar en je moet diep graven. Recuperatiestenen hebben we niet. En kleiklinkers zijn duur en je hebt er véél nodig om te leggen. Daarnaast vinden we één rugpatiënt in het gezin meer dan voldoende, dus waar mogelijk wordt diep graven of gesleep met cement vermeden. Op bovenstaande foto, naast het bessenpark, werden de stenen zelfs helemaal niet ingegraven. Ik rijd er regelmatig met de grasmachine op, en de kinderen lopen er toertjes over. Dus vroeg of laat zakken die wel in de grond.
Rond het terras was de afstand kleiner en mocht het wat properder (jaja, daar ook al! :-))
En ik ben zelfs begonnen aan de andere border (je moet het doen met een foto door het raam van de inkomhal. Snertweer!)
En kijk, ik ben toch zo content met dat propere beeld. En dat het zo weinig tijd kost. En dat we nu alleen één keer per jaar het gras moeten afsteken langs al die eindeloos lange boordjes omdat ze anders toch ook wel eens overwoekerd raken… 🙂
Posted in Weetjes, tagged dreef, kippen, wal on 10/05/2013| 18 Comments »
Als hier tegenwoordig plaatjes van het kippenpark verschijnen, dan zijn dat eigenlijk de kippen in de vroegere moestuin; de kippen die vorig jaar nog kuikentjes waren. Maar misschien herinnert zich een enkeling nog dat meneer onderdeappelboom ooit zelf een kippenhok maakte, voor wat toen het enige kippenpark was, en ook nu nog steeds als dusdanig dienst doet. Als je er met je rug/rechterzijkant naar de achterste perceelsgrens van onze tuin naar kijkt, dan zie je dit:
De wilde kersenboom rechts van het hok staat net op onze perceelsgrens en hangt licht over naar de schapenweide van de buren (niet onze naaste buren, naast dewelke ons huis staat, maar de buren van twee huizen verder waarmee we ook een stuk perceelsgrens delen). Zowel voor als achter het hok helt de grond namelijk fel af, wat meteen ook de reden is waarom we precies daar de kippetjes plaatsten: zij kunnen die schuine wanden beter proper houden dan wij.
Deze hoogte noemen wij onze kippenwal. Het is één van de restanten van de wal die dus rondomrond ging. Ja, stel je gerust voor dat het nog 5 meter dieper ging dan de diepte die je op de voorgrond van de foto kunt vermoeden. En zonder dat er zon was dus.
Door het wegnemen van al het pieterpetieterhout, werd opnieuw een oude structuur zichtbaar. Misschien zie je het zelf:
Wat wij de kippenwal noemen, was vroeger een dreef. Waarvan de bomen aan de rechterzijde zo goed als allemaal verdwenen waren toen wij er kwamen, maar je ziet het toch, denk ik. Ooit wil ik de rechterrij graag terug bij planten. Het zijn populieren, dus erg moeilijk is dat niet. De dreef terug vervolledigen tot aan de straat lukt echter niet. Je kijkt nu terug naar de tuin met je rug naar ons huis. Het gedeelte dat je nu ziet, is de uitsprong rechts, achter het huis en de tuin van onze naaste buren. Hun huis en tuin ligt dus eigenlijk pal op de dreef die ooit tot aan de straat liep. Maar dat moet ons niet tegenhouden om dit stukje dreef te waarderen. En door het plaatsen van de hekkentjes tussen eendenpark en kippenhok pal op deze wal, blijven we een natuurlijk pad behouden, evenwijdig met de populierenrij.
Posted in Weetjes, tagged perseelsgrens on 07/05/2013| 14 Comments »
Wanneer ik foto’s van de tuin laat zien, zijn die bijna altijd genomen met de rug naar het huis. Het is de plek van waaruit we meestal de tuin overzien, vanop het terras of vanuit woonkamer of keuken. Het is de plek waar we bloemen planten, structuren creëren, en bovenal heel veel leven. Maar het is tezelfdertijd maar de helft van onze tuin. De andere helft bestaat uit vijver en achterliggend ‘weiland’. Het is veel meer natuur dan tuin. En daar zijn toch nog heel wat plekjes waar ik erg graag kom, en die ik nu toch eens in verschillende afleveringen moet laten zien.
Lange tijd was de achterkant onbegaanbaar. Er was een put van wel 5 meter diep, een zee van bramen, sprokkelhout, omgevallen populieren en netels. Het was een onbegaanbare massa die je kan vermoeden rechts op deze foto, en waar verder niets te beleven viel, ook niet voor dieren. Zelfs na het dichten van de put (met de aarde van de ‘wallen’ er rond) was het lange tijd een soort van no-go-zone. Ik herinner me dat we er zelfs op de blogbbq helemaal niet geweest zijn.
Maar kijk, zo langzamerhand komt de verstoorde natuur er weer tot rust, en beginnen er plekjes en sporen van vroegere structuren en planten te ontstaan. De eerste plek die ik je er wil laten zien is simpelweg de perceelsgrens helemaal achteraan.
Wie goed kijkt, ziet twee perceelsgrenzen. Dat is lang niet ongewoon, of was dat vroeger toch niet. Ik weet niet of het bewust om die redenen werd gedaan, maar ik ken wel de gevolgen ervan: grachten voor afwatering kregen een plaats, en heel wat planten en dieren vonden een onderkomen tussen de beide omheiningen. Ook bij ons vind een kleine gracht er zijn weg en is het de plaats waar wat bramen, maar vooral (in dit seizoen) veel speenkruid, fluitekruid en klimop floreren. Er groeit een eik, enkele beuken, en twee populieren. De buur-boer noch wijzelf hebben behoefte om de exacte perseelsgrens te kennen of van beide omheiningen één te maken. Slechts op één plek is de dubbele omheining vervangen door een enkelvoudige draad, en dat is in de rechterachterhoek.
Het paaltje helemaal rechts is de hoek. Links zie je twee paaltjes. En daartussen hangt een onzichtbaar draadje. Niet alleen kunnen de koeien daardoor bijna tot in onze tuin stappen (door het grachtje lukt het net niet), maar het is ook de plaats waarlangs een eventuele zwaardere machine onze tuin binnen kan (deze mag dan via het erf van de boer door de weide) en het is de plaats waarlangs wij in de winter in de weide van de boer gaan sleeën (er is een steile knik naast een kikkerpoel rechts van deze foto, beter zichtbaar op de vorige foto). En sinds kort durven de oudste kindjes onderdeappelboom ook al eens op hun eentje tot hier wandelen en genieten van de extra stukken tuin die ze ontdekken. Het kleinste appeltje moest daarvoor geen 6 jaar worden. Die stapte enkele weken geleden (nog geen 2 jaar) volledig ongezien door ma en pa tot bij de koeien (toch zo’n 150 meter weg van het huis…) . Tijdelijk toch maar een extra draadje toevoegen dan 🙂
Posted in Kinderen, tagged bewaarwafeltjes, cornflakes, dino pull, jurk, verjaardag on 01/05/2013| 12 Comments »
Deze morgen tussen 6u45 en 8u30 hebben we de kroost gekleed en gespijsd. Tussen 8u30 en 9u was ik bezig met de was, en stak ik wat lakens in die in het mooie weer goed zouden drogen buiten, en nu nog steeds in de wasmachine zitten (zij het wel proper ondertussen). Van 9u tot 12u verwerkte ik 19 eieren. Van 12u tot 13u voederden we opnieuw de kroost. Na enig opruimwerk zaten we van 14u tot 18u nog maar eens aan tafel en verorberden bijna 19 eieren. Tussen 18u en 20u ging kroost naar bad, zetel en bed. Van 20u tot 22u werkte ik voor het werk. En nu heb ik wat blogtijd verdient, medunkt.
En u had het al door: we hadden een feestje, en zelfs weer twee-in-eens, want we vierden twee zesjarigen. En als je nog weet hoe ons vorige feestje eruit zag, dan zie je nu wel het verschil:
De baksels hielden we wel binnen in de koele keuken.
Er waren bewaarwafeltjes, cornflakescakejes, overheerlijke rabarbertaart (met de eerste rabarber uit de tuin) en (afwezig op de foto) zelfgemaakt ijs, met een potje saus dat ik maakte van de laatste bessen van vorig seizoen (uit de diepvries).
Cornflakescakejes maak je zo:
Smelt de helft van zo’n groot pak chocolade (heel laag vuur of au bain marie). Kieper er een derde van een pak cornflakes bij. Goed roeren. Meteen in cakevormpjes scheppen. Versieren met smarties. Het ideale snel-klaar-traktatie-ding voor op school, maar ook de grote mensen vinden het altijd lekker.
De bewaarwafeltjes maak ik zo:
10 eieren
700 g suiker (ik neem helft bruin, helft wit, en meestal maar 500 g)
10 zakjes vanillesuiker
1 kg bloem
1 ruime koffielepel bicarbonaat
1 pakje vanillebloem
750 g gesmolten boter
1 blikje gecondenseerde melk
Er moet ergens een volgorde zijn, en naar het schijnt moet je de eieren ook apart doen (dooiers en eiwit dan), maar ik doe alles in min of meer aannemelijke volgorde samen, en begin te bakken. En dat duurt wel even 🙂 Maar het resultaat is een grote hoeveelheid lekkere wafeltjes, waarvan ongeveer de helft in de diepvries gaat (als er geen feestje is). Gouden tip: na ontdooien even in de broodrooster steken. Mmmmm…
En ja, de kinderen kregen ook cadeautjes. Die stamden nog uit de tijd dat ik met de gebroken tjoepjes in mijn rug in de zetel lag. En dus héél véél tijd had. Voor dochter onderdeappelboom naaide ik een jurkje:
Op een ander, hagelwit jurkje, dat we van iemand gekregen hadden, naaide ik knoopjes en stiksels om het wat op te leuken (de dochter heeft een kleurige smaak).
Voor de oudste zoon kocht ik op kapaza twee jongenspullen, en knipte ze aan flarden tot ik dit bekwam:
Het tweede cadeau van de zoon was niet zelf gemaakt, want toen was ik genezen :-). Maar hij was zeer blij met zijn broek met bretellen. En sowieso hadden ze de rest van de namiddag wel iets anders te doen…
En volgende keer gaat het zowaar weer over de tuin!