Het mooie aan een lange vakantie is dat je in een staat van tijdloosheid geraakt. Ontbijten en avondmalen zijn niet meer aan uren gebonden; uren maken plaats voor het meten van warmte en de plaats van de zon; namen van de dagen worden genoegzaam vergeten, en weken worden wezenlijk eindeloos. Maar vakanties eindigen. Altijd. Ooit. Zo ook voor ons, op zondagavond rond 23u waarop we agenda’s openden, noodgedwongen in mailboxen piepten, en de komende week verdeelden in shiften voor hem en voor haar. Behalve het groot verlof zijn ook het aantal dagen waarop je kinderen in de vakantie van hot naar her moet sleuren in een poging om eind augustus een staat van ontspannenheid te bereiken redelijk eindeloos. Maar onze zaakjes waren geregeld: het kleinste appeltje kon terug naar de onthaalmoeder, en de oudste onderdeappelboompjes waren bij de grootouders langs mijn kant ondergebracht. Op dinsdagavond zou ik ze daar ophalen en op woensdagochtend zou meneer onderdeappelboom hen doorvoeren naar de grootouders langs zijn kant. Zo was de week waarin onze provinciestad geen opvang organiseert wegens kermisweek toch overbrugd.
Maadagochtend, 4u, worden we wakker gebeld. Oma laat weten dat dochter onderdeappelboom een astma-aanval heeft (het is niet echt astma, maar laat het ons daarop houden) en is een beetje ongerust. Ik probeer gerust te stellen, geef uitleg over puffer en aerosol, en ben verrassend goed in druppels, mg en namen van medicijnen voor slecht 4,5 uur slaap op de teller. Oma belooft terug te bellen als ze ongerust blijft, wat een slechte afspraak is van mij, want zo blijf ik liggen wachten op een telefoontje dat niet komt. Als ik tegen 5u toch in slaap dreig te vallen, begint de gsm van meneer onderdeappelboom op de vensterbank te dansen; een geheel eigen manier van wekker zetten die perfect werkt (al overweeg ik hem zo’n appje cadeau te doen waarbij je eerst een wiskundig raadsel moet beantwoorden voor hij stopt met rinkelen :-)). Eén van ons beiden begint de werkdag altijd zo vroeg mogelijk en werkt dan bijvoorbeeld van 7u tot 15u30, om tegen 16u30 aan de schoolpoort te kunnen staan. De ander brengt de kinderen tegen 8u30 naar school, en werkt dan van pakweg 10u tot 18u30. Ja, de kinderen zien mijn echtgenoot vaker dan ikzelf, maar in ruil daarvoor moeten ze maar minimaal naar de buitenschoolse opvang, een fantastische maar tezelfdertijd door mijn moederkloekenhart verwenste uitvinding.
Aldus raakt iedereen uiteindelijk op zijn werk en bij de onthaalmoeder en begin ik tegen 10u met het wegwerken van 500 maitljes, peanuts tegenover andere jaren; ik heb duidelijk verlof genomen op een ogenblik dat de rest van de wereld dat ook deed. Om 12u en om 14u blijk ik een vergadering te hebben. Vergaderingen zijn bijna dagelijkse kost voor het werk dat ik doe. Het nadeel is dat ze meestal tot nog meer gemail leiden; het voordeel ervan dat ze ook al eens tot beslissingen leiden. In het algemeen zijn er twee types vergaderingen: deze waarbij alles perfect is voorbereid, het verslag nauwelijks van de eerder opgemaakte agenda verschilt, en heel veel knopen worden doorgehakt. In het andere type vergadering hangt één en ander af van de inspiratie van het moment en is een resultaat veel minder gegarandeerd. Maar die tweede categorie is vaak wel leuker om bij te wonen. Gelukkig krijg ik van elk type vergadering één vandaag. De eerste efficiënt, de tweede met meer horten en stoten richting beslissing. Wat ikzelf voor zo’n vergadering doe, hangt sterk af van de voorzitter van de vergadering waar ik mee samenwerk. Er zijn vergaderingen waarbij ik nauwelijks meer doe dan notities nemen, andere waarbij ik regelmatig geconsulteerd wordt, en nog andere waarbij ik zelf quasi de leiding heb. En zo hoort het ook: ik werk dan wel voor de academische wereld, maar behoor er niet toe. De kennis en ervaring zit bij de academici zelf. Mijn taak is alleen om op te volgen, coherentie te verzekeren, en vragen te stellen: ‘weten jullie dat daar ook al zo’n initiatief bestaat?’ ‘heb je rekening gehouden met het feit dat je hier een eerdere beslissing tegenspreekt?’ ‘zouden die punten niet ook behandeld moeten worden,’ ‘wat vind je van dit en dit alternatief’, enz. De beslissingen zijn hun beslissingen, maar vanop de zijlijn zie je de dingen anders dan de mensen die er midden in staan, en dat blijkt vaak erg nuttig.
Ergens tussen vergadering 1 en 2 in (waarop ik overigens wonderwel wakker blijf ondanks de weinige uren slaap) is er een sms. De onthaalmama blijkt onverwacht ziek geworden te zijn en moet de opvang voor de rest van de week sluiten! Ik sms meteen de echtgenoot: ‘bel babysit voor di-woe-do – uitleg volgt’. Een minuut later een sms van de echtgenoot: ‘ze kan niet’. Sms terug: ‘zoek oplossing voor morgen aub – ben in verg’. Mijn gesms zal geen bijster professionele indruk geven, maar de deelnemers aan de vergadering zijn in een overleg gewikkeld waarin ik moeilijk kan onderbreken om te zeggen dat mijn jongste zoon geen opvang heeft morgen. Dan een sms van meneer onderdeappelboom terug: ‘mijn pa komt morgen’. Dat dan toch al! (Later blijkt dat we geen andere opvang voor de andere dagen vinden, en moeten we beiden elk een dag spoedverlof aanvragen; nooit leuk, al raken onze tomaten dan eens opgebonden en de bessen gesnoeid).
Tegen 17u30 ben ik al 400 mails door (geen rekening houdend met de 30 nieuwe die erbij gekomen zijn – de hele wereld is ook terug uit verlof nu…). Dat is het voordeel als je achterloopt met e-mailverkeer: op den duur beantwoorden de berichten zichzelf wel 🙂 Oma antwoordt ook nog eens op mijn sms dat alles weer ok is met de dochter.
Op automatische piloot rijd ik van het werk rechtstreeks naar het stadpark/bos en loop daar tot mijn verbazing voor het eerst drie toertjes ipv de gebruikelijke twee. Meteen een kwartier extra gelopen (en ik houd sindsdien de 3 toeren met gemak vol :-)), en dat ondanks de weinige slaap en het ongezonde eten (lees: een twix en een doosje cecemel) dat ik om 16u nog naar binnen gooide! Maar het lopen doet goed . Het is dé plek waarop ik de dingen kan overdenken en waar de meeste tekstjes vorm krijgen. Hoe lang ze ook zijn, na een avondje joggen krijg ik ze probleemloos op papier.
Wanneer ik iets na 20u thuis kom, blijkt het jongste appeltje nog stralend wakker. Dus lezen we na mijn douche nog even boekjes en maken we puzzeltjes, steken we een paar ikea-schuifjes in elkaar voor het bureautje van dochter onderdeappelboom, profiteren een beetje van de exclusieve aandacht (hij dan 🙂 ) terwijl broer en zus er eens niet zijn, en wanneer het kleinste appeltje om 21u uiteindelijk besluit naar zijn bedje te willen, ploffen we in de zetel en beseffen plots: honger! Geen van beide heeft ook nog maar de geringste zin om eten te maken, maar gelukkig biedt onze diepvries standaard plaats voor het weldadige koninkrijk van dokter Oetker. Dat ook ons flessenwater op blijkt te zijn, is evenmin een probleem: de gedeelde karmeliet smaakt uitstekend. We passen onze weekplannen nog eens aan de nieuwe omstandigheden aan, beantwoorden allebei enkele mailtjes, en struinen tot slot nog eens door facebook en de standaard online. We verzaken ostentatief aan de lonkende mand was (strijk mij! strijk mij!,), het gazon (ik ben veel te lang!) en de vloer (red mij snel met een schuurborstel of dweil!). De overgang van vakantie naar werkleven moet nu ook weer niet al te heftig zijn. Of was het dat al?
En dan is het weeral 23u, moet de broodmachine worden ingesteld, vaatwas uit en ingeladen (nachttarief bij ons), en ontbijttafel klaar gezet (binnenkort ook weer boekentassen en brooddozen klaar zetten, zwemkalender checken, turnpantoffels kwijt zijn, en zien of er geen briefjes opduiken met ‘u mag morgen een klein plat kussentje meegeven’…) en tot slot: de wekker gezet. Om 5u50. Morgen is het mijn beurt om vroeg te beginnen werken.
Deze ‘werkdag’ kadert zowaar in een idee voor mijn echte werk. Dit is een test: heeft iemand er iets aan te lezen hoe andermans dag eruitziet? Is dat niet oeverloos saai? Zijn er dingen die er teveel of te weinig in staan? Krijg je zin om zelf ook eens je werkdag neer te pennen? Alle reacties van harte welkom!