Zal ik u wat vertellen? Zaaien in compost, dat gaat niet. Naar het schijnt misschien wel in compost van tuin- en groenafval. Maar niet in compost van etensafval.
Nu halen wij onze compost bij Vlaco. Die bestaat onder meer uit etensafval. Wij doen die compost op de groentebedden. En dan mengt mevrouw onderdappelboom die, dacht meneer onderdeappelboom. En dan mengt meneer onderdeappelboom die, dacht mevrouw onderdeappelboom.
Resultaat: de compost lag gewoon op de grond, ongemengd, mevrouw onderdeappelboom merkte niet eens dat ze haar kindertjes in pure compost liet zaaien, en 3 weken later zijn alle beloftevolle zaadjes door stikstof en ander onmin van pure compost compleet verstikt. Aaaargh! AAAAARGH, zeg ik u!
Gevolg (GEVOLG!): ik heb gisteren alles (ALLES!) opnieuw (HEELTEHANGS OPNIEUW!) moeten zaaien. Meer dan een uur gefrustreerd omwoelen, rijtjes maken, opnieuw zaaien, dichtgooien, en nul (NUL!) vertrouwen hebben dat het ooit nog goed komt en er ooit nog iets in mijn groentenhoffetje gaat groeien. Boehoehoe…
Gelukkig komt binnen wel één en ander op (zij het traag). Ik moet toegeven dat alleen de tomaten het ècht goed doen. En dat is leuk, want wij hebben er een dingetje extra bij:
Neen, plastic is niet goed voor het milieu. En tunnelserres zijn niet sterk. Maar een serre kopen voor een bedrag met drie nulletjes en dan ontdekken dat we er eigenlijk geen tijd voor hebben, dat is ook verspilling. Daarom is dit ons probeerprojectje. Het buizengestel heb ik met verschillende planken en ankers extra verstevigd, en dat zal niet meteen wegwaaien, denk ik. Maar het plastic blijkt helaas maar met vier armzalige touwtjes aan het frame vast te hangen en gaat dus bij de eerste de beste storm vliegen. Wie oplossingen kent hiervoor: graag!
In de borders gaat één en ander beter. Ik heb vele vele uren op handen en knieën rondgeploeterd met een keukenmes, omdat onze borders er werkelijk als een gazon uitzagen. Grasje na grasje, elke kruipende boterbloem, paardenbloem en ander onheil werden zo diep mogelijk verwijderd. Ik twijfel er niet aan dat we straks, bij de eerste regen, de Wraakzuchtige Wederopstanding der Onkruiden krijgen, maar het is toch al heel wat beter dan wat het was.
Dat ik bij het wieden tegenwoordig gezelschap heb, verhoogt mijn plezier aanzienlijk. Mag ik u voorstellen: de enige aangespoelde kat ter wereld met vier onmogelijke namen: Spoikie Crumble Woeshka Copernicus. Roepnaam: Spoik. Of ook wel: poezenbeest.
Op een dag kwam ze aangewandeld, bleef maar passeren, bleek de etensrestjes op te eten die we aan de achterdeur klaar zetten voor de kippen, verdween elke nacht onder ons terras om te slapen, en bleek vervolgens van niemand in de buurt te zijn. Dus kochten wij kattenbrokjes, leerden dat melk niet goed is, en lieten de kindertjes onderdeappelboom hun ding doen terwijl ze de schuwe poes met eindeloos geduld omtoverden tot een gezelschapspoes die kopjes komt geven, en zich al eens laat strelen. De bedoeling is wel dat ze buiten blijft, dus hoe dat zo moet in de winter, dat moeten we ook nog eens uitvinden. Maar goed, Spoik dus: trots, hooghartig en lui, exact zoals tuinkatten behoren te zijn. Ik voel mij een echte Engelse tuindame nu, als het poezenbeest naast mij onder de rozen komt liggen en me nauwelijks een blik waardig gunt, tenzij om eten te krijgen :-).
En van al dan getuinier en plantjesgeruil kreeg ook meneer onderdeappelboom de kriebels en deed dit:
Het lijkt op de foto veel kleiner dan het in werkelijkheid is, geloof mij. ‘Maak er maar een bloemenweide van’, beval hij. Ik weet het nog zo niet. Als ik hier nu toch eens een border van maakte? En de bloemenweide elders? En er is ook nog iets met een wadi, waar ik Regionaal Landschap nog voor nodig heb. En o, mijn agenda zit vanaf volgende week tot midden juni barstensvol, ik moet de huisruil verder regelen, moet af en toe eens naar het buitenland en heb dan nog mijn persoonlijk geschrijf. Wat jammer toch dat ik dan geen tijd meer zal hebben om het antwoord op al die vragen te bloggen :-).