Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for april, 2017

(lees eventueel eerst het voorgaande deel)

Mijn omgeving hielp niet. Tegen wie ik ook zei: ‘De borders gaan eruit’, telkens weer kwam de tegenreactie: ‘Je bloemen?! Nee, dat ga je toch niet doen?’

Steenbokjes hebben echter een sterke wil. En hoe hard het vooruitzicht ook was: ik wist dat het de enige manier was om meer tijd te hebben voor kinderen, familie, vrienden, manlief (god weet: misschien zelfs voor mezelf! 🙂 ).

Op een blauwe maandag vertrok ik in de vroege ochtend naar mijn werk, terwijl meneer onderdeappelboom en schoonpapa hun gereedschap slepen voor de ingrijpende operatie. ‘Je ben het zeker hé?’, vroeg meneer onderdeappelboom bezorgd. ‘Het moet,’ knikte ik.

Die avond, een mooie herfstdag met roodgeel avondlicht en nog wat zomerwarmte die als nevels tussen de bladverliezende takken blijft hangen, zag de tuin er anders uit. (foto vanop een andere dag, weliswaar…)

tuin3

 

‘Het ging beter dan verwacht’, zei meneer onderdeappelboom. ‘Ik heb in één keer zelfs al je kasseien kunnen uithalen’, zei schoonpapa. ‘En alles is ook al in het containerpark,’ vulde meneer onderdeappelboom aan. Want hoe ecologisch ik ook wil zijn: mijn verstand is soms zwakker dan mijn hart. Hoewel ik wist dat het fout was, kon ik de gedachte niet aan dat mijn planten elders zouden staan. En in een andere tuin de tuinier gelukkig zouden maken terwijl ik het zonder dat geluk moest doen. Naar het containerpark, was de boodschap dus. Alleen enkele bijzondere planten (de roos uit de tuin van grootvader, de phlomis van Ben-uit-de-commentaren, de margrieten van grootmoeder, enz.) waren vooraf al uit de borders gehaald en zou ik gebruiken om ook in het binnentuintje wat herstel te plegen na overwoekering door anemonen, mos en kruipende boterbloem. Daarmee was alles dus klaar voor het inzaaien van een piekfijn gazonnetje. Want al zien de stroken aarde eruit als het begin, het zou vooral het einde zijn. Van werk. En bloemen. We dronken er een glaasje wijn op. Hèhè, nooit meer in de borders wieden ten koste van de kinderen! Ik keek zo blij als ik kon…

 

tuin4

 

De volgende dag, na het werk, liet meneer onderdeappelboom weten dat hij even weg was. Niet lang. Een half uurtje ofzo.

Bij terugkomst bleek hij met de remorque vertrokken te zijn. En bij thuiskomst nam hij de kruiwagen, reed er een keer of drie mee naar de kar, en haalde daar allerlei wortelkluiten uit die hij in het gras naast de vroegere borders zette. ‘Zo,’ zei hij, ‘dat is wat ik in het containerpark nog terugvond en dacht te herkennen.’

‘Maar wat doe je nu?!’ riep ik.

‘Ik zie het toch aan je ogen’, hoofdschudde meneer onderdeappelboom. ‘Jij kan dat niet, zonder bloemen. Zorg maar dat je er tegen de lente een plek voor hebt.’ En na een pauze. ‘En ik mis die borders ook.’

De hele winter lang bleven de wortelkluiten op het gazon liggen. Ik keek ernaar in een voortdurende ja-nee-discussie met mezelf. ‘O joepie, weer bloemen’. ‘Nee, geen bloemen, daar heb je geen tijd voor. ‘Maar gewoon een klein perkje dan.’ ‘Je kent jezelf, jij kan dat niet: kleine perkjes.’ ‘Ik moet toch ook aan de bijen denken.’ ‘Die bijen zijn maar een excuus, dat besef je toch ook?’.

‘Wat ga je met die grond doen, nu?’, vroeg de mama van het buurmeisje op een winterdag (aanpalende tuinen, met wederzijdse instemming zonder haag, waardoor onze praatjes zowat altijd over elkaars tuinen gaan :- ).

‘Ik twijfel,’ zei ik. ‘Ik wou er gras op zetten. Maar als ik één iets geleerd heb, is dat je gras nooit meer weg krijgt. En er zijn dingen die misschien toch leuker zijn voor de kinderen dan gras.’

‘Leg er gewoon plastic op,’ zei de mama van het buurmeisje. ‘Een leven verandert zo snel.  Misschien heb je binnen een paar jaar wel weer tijd voor bloemen.’

Kijk, dat had ze nu niet moeten zeggen 🙂 Alleen: plastic is natuurlijk niet zo mooi. Houtschors dan misschien? Wacht, als ik daar voor de kinderen nu eens boomstammetjes zou op plaatsen? Of iets met water? Waar was pinterest nu ook al weer. Ha: speelnatuur, levert leuke ideetjes op!

Maar goed, ook daarvoor ontbrak natuurlijk de tijd. En wat was het nu, dat ik wilde van het leven? Waarom werd ik zo enthousiast van tuinplannen en zo moe van mijn (weliswaar mooie) job? Eén en ander evolueerde tot een doktersbezoekje en een week voorgeschreven rust. ‘Gho, zei de dokter, ‘je zou eens moeten weten hoeveel mensen het leven maar aankunnen omdat wij ze regelmatig eens twee weken thuis geven.’ Zo erg was het gelukkig niet gesteld, maar het zette aan tot denken… En dat ik in die thuisperiode, zelfs toen het nog slecht weer was, onafgebroken buiten was, bankjes timmerde, houtschors zocht, ja zelfs weer greppels groef en zowat alle kasseien terugplaatste (nogmaals sorry, lieve schoonpapa), wat betekende dat?

Die vraag was na een week nog niet beantwoord. Maar de planten op het gazon? Die hadden elk een nieuwe plek: naast het bankje, in de binnentuin, en voor een strook met boomstronkjes. Meneer onderdeappeboom had het talent gehad om er net mijn lievelingsplanten terug uit te halen: twee pioenen, een cultivar van fluitekruid in roze tinten,… En ook twee hortensia’s: die zijn dan wel helemaal mijn lievelingsplanten niet (integendeel) maar ze pasten wel perfect bij mijn plan om tussen de bloemen meer bloeiende struiken te hebben, waarachter het boomstronkjes-parcours langzaam verborgen kan raken.

 

tuin2

En nu ik toch bezig was: ook wat oude tegels en een bankje kregen een nieuwe plaats. Niets werd vastgezet, gecementeerd of gebetonneerd. Het leven is veranderlijk, dat heb ik van de mama van het buurmeisje wel geleerd :-). Ondertussen zijn de planten gegroeid en is één en ander zich mooier aan het zetten. De guldenroede verpest nog steeds alles, maar die krijgen we er ooit wel uit. En wat de toekomst ook brengt: het is in geen tijd terug aan te passen. Hoewel: behalve die kasseien dan misschien 😉

tuin1

(Speciaal aan al de ambachtelijk begaafde mannen (hopelijk ook vrouwen, maar die reageren dan nooit 🙂 ) die hier meelezen: ik weet dat deze kasseien krom liggen; dat komt nog goed; een week is ook niet eindeloos en de werkende mens moet keuzes maken 🙂 )

 

Read Full Post »

Deze blog heeft – naar ik hoop – voor een deel zijn eigen toon gekregen door de eerlijkheid die ik er graag in wou steken. Dit is geen blog van een uitmuntend plantenkenner, niet van een groot fotograaf, en nog minder van een ambachtsmens. Daarvoor bestaan andere en bijzonder genietbare blogs zoals die van Muggenbeet, Eigenwijze Tuin, de Biodiverse Tuin, Natuurlijk-Rijk, Menck en de Fruitberg. (En ook nog heel wat andere fijne blogs, ik noem nu maar even de nog levende blogs die er waren of net ontstonden toen ik ook met het bloggen begon).

Mijn blog was altijd net iets meer ‘het leven zoals het is’. En kan gelezen worden zoals we ook naar dat soort programma’s kijken: met een mengeling van afschuw en geruststelling. Althans dat hoop ik. Op dit logje toonde ik dan ook schaamteloos hoe onkruid mijn prille border torpedeerde en haast tot zinken bracht. Ik liet u mijn schietgebedjes aanhoren toen ik de Schepper om bijkomende informatie vroeg. En ook in de moestuin kon u zien hoe de wildernis altijd sterker was dan mijn plannen.

En toch: ondanks al die eerlijkheid, heb ik u met de borders grandioos bedot. Belazerd en bedonderd. En een rad voor ogen gedraaid. Want ik postte mooie foto’s als deze:

DSC_0019

en deze:

DSC_0012

Foto’s die een plek laten zien waarvan ook ikzelf denk: waaw, daar wil ik wonen. En ik woon er natuurlijk ook. Maar zo zien de borders er eigenlijk niet uit. Ze tonen namelijk niet de dode lavendelplanten die achter de nepata verstopt zitten. Ze tonen niet hoe de scharnierbloemen al 4 m² van de border hadden ingepalmd. Hoe de Japanse anemonen een veroveringsdans over floxen, pioenen en duizendblad hielden. Hoe 30 nieuw aangeplante planten er instant het loodje bij neerlegden, en hoe gras en kruipende boterbloem een centimetersdik tapijt onder alle vaste planten hadden gelegd.  Hoe de borders in een woestenij aan het veranderen waren waarin je de verschillende planten niet meer van elkaar kon onderscheiden en inzag hoe snel het er terug als een gazon zou uitzien. En dan vergeet ik nog één en ander.

Dus ik wilde jullie niet bedriegen, maar koos de hoek waarin de border toch nog mooi leek. Ik plaatste het fototoestel op een hoogte waarop onkruid onzichtbaar was. En ik wachtte tot het gazon nog eens gemaaid was, om de indruk van netjes afgeboorde borders te wekken.

Voor tuiniers is dit geen echt bedrog. En als het bedrog is, dan is het het type bedrog dat de liefde voor tuinieren mogelijk maakt. Want wanneer ziet een tuinier de werkelijkheid? Telkens weer wieden en planten we in het voorjaar, zonder te zien wat er voor ons staat. Terwijl we de bloei van het vorige jaar wegsnoeien en dor hout of verlepte stengels weghalen, zien we al de tuin zoals hij er binnen enkele weken of maanden zal uitzien.  Als we snoeien, ruiken we al de toortsen van de jasmijn die er nog moeten aankomen, en zelfs als we midden in de zomer planten terugsnoeien denken we niet aan het seizoen dat voorbij is, maar lopen we in gedachten al langs de tweede bloei, en zien we al hoe die in het langzaam neerhangende licht van een beginnende herfst extra diep zal afsteken. ‘Kijk maar goed, er staat niet wat er staat’ is van alle kunsten nog het meest op tuinieren toepasbaar. En als een tuinier bedrog pleegt, dan bedriegt hij nog het meest zichzelf.

Maar goed, die borders, daar heb ik ons allen dus mee misleid. Neem daarbij een opgroeiende kroost met heel wat interesses, overwerkte ouders die ook graag reizen, een dozijn hobby’s en een pakje te veel moedergevoel, en al gauw lijkt er maar één logische zin om tegen meneer onderdeappelboom te zeggen:

“Die borders…”

“Ja?”

“Die moeten eruit”.

 

 

 

Read Full Post »