Voor het keukenraam lopen vier sneeuwpoppen voorbij. Nog maar een dag geleden stonden twee ervan te smoezen, twee andere giechelend arm en arm. Ze maakten van de tuin een speelplaats waar de bel nog lang niet klinkt en de kinderen uitgelaten zijn.
Ze zijn wat tanend nu, druipend van de zon, tussen het overschot van sneeuwtapijt dat gisteren nog op poedersuiker leek, maar nu, bij het smelten, steeds meer van de schuimkoppen op golven heeft die we samen zagen in de nacht van oud op nieuw. Acht graden was het toen, en veel te warm voor de tijd van het jaar. We lieten wensballonnen op met vrienden, zelfs als dat niet mocht, en schreven er bescheiden dromen op voor ons gezin en die goede gezondheid van altijd. Er was een briesende, aanlandige wind, die de ballonnen even later nietsontziend kapot liet smakken op doornbos en strand. Nog geen twee weken later was het ziekenhuis mijn deel.
Steeds meer spoken zijn ze nu, die kindknutsels van sneeuw, en achter hen, doorheen de laatste sneeuwlaag en het grastapijt, steken de eerste krokussen op. Ik plantte ze onder de lindeboom, in een herfst van lang geleden. In mijn buik groeiden twee levens die ik later in die krokuszee nog zo vaak zou fotograferen, kruipend of in rubberlaarsjes, en zelfs op blote voetjes wanneer het weer eens veel te warm was voor die vroege tijd van het jaar.
Bij alle krokussen die ik met hen en – later – ook met de derde uk de grond in stak, was de aarde weer wat zachter, een beetje warmer dan daarvoor.
Ze staan nu turend voor mijn keukenraam, die twee levens uit mijn buik van toen, elf en ongedurig, terwijl ze vogels tellen en ik hen voorlees uit de krant. En ik wijs hen expliciet op wat tussen de regels staat. Dat Jacques Van Yperseele de klimaatbetogers minzaam steunt en raad geeft, zeg ik, en hoe belangrijk wel de steun van wetenschappers is.
Tussen een merel en twee koolmezen door, knikt de zoon dat het hoognodig is dat de aarde wordt verzorgd. Hij mag er niet aan denken om te eindigen op Mars.
Dochter fulmineert tegen alle onverlaten die hun vuilnis laten slingeren en de natuur vernielen. Er zijn heel veel mensen, meent ze, die nooit voor de natuur zullen zorgen wanneer de politiek hen niet verplicht.
Ze tellen verder, en ik lees. En dan vragen ze het toch, bezorgd.
‘Als wij nu ook wilden betogen, zouden we dan mogen?’
De man knikt zonder aarzelen: ‘Meteen, je mag nu donderdag al.’
‘Maar dat is spijbelen?’ werpen ze wenkbrauwfronsend tegen.
‘Maar het is om goede redenen,’ zegt hij. ‘Dan hoef je niet naar school.’
Ontzet door zoveel instemming richten ze hun vragende ogen op mij.
‘We waren bang,’ zeg ik, ‘dat jullie het nooit zouden vragen.’
Verbaasd staren ze verder uit het keukenraam. Een ekster en tien roeken bezetten het gazon, maar geen van beide telt ze nog. In de marge van de krant trek ik dan zelf maar streepjes: eentje voor ontwikkeling en zin in politiek, een ander voor natuurliefde en, tenslotte ook, nog voorzichtig tussen haakjes, een derde bij engagement.
Edit: omdat tussen droom en daad wetten en praktische bezwaren staan, zijn ze vandaag toch gewoon op school. Maar in gedachten zijn ze daar en mag de politie hen er gewoon bijtellen.
Ter afsluiting? Echt?
Jammer!
Wel, zeg nooit nooit enzo, maar veel leven zat er al niet meer in hé…
Mooi geschreven. Fijne inhoud ook. En jij stopt? Om welke reden mag dat dan wel zijn?
Dank, Menck! Het probleem is dat ik mijn schrijfei tegenwoordig ook elders kwijt kan, en ik hier ofwel moet kopiëren wat elders al verscheen (dwaas) of elders moet kopiëren wat hier al verscheen (enigszins verboden). Wat ik ergens lelijk van mezelf vind, maar elders schrijven brengt geld op, en hier niet. En in het leven van een kleine zelfstandige…
Dan ga ik nu gewoon vragen wat ik (met mijn pomponnetjes) al zo lang wou vragen maar niet goed durfde: waar kunnen we je dan wel nog lezen? Waar kan jij je schrijfei kwijt? Want ik kwam hier af en toe nog eens piepen of er niets nieuws verschenen was. Je schrijft zo mooi. Ook dit stuk(je), het is met zo’n zachtheid geschreven …
Dat mag je natuurlijk vragen, It is I, ik vind dat zelfs sympathiek 🙂 Ik werk nu fulltime als ghostwriter voor verschillende uitgeverijen, altijd non-fictie. Occasioneel verschijnt ook iets in eigen naam, maar dat is eerder uitzonderlijk. Bedankt voor je heel lieve complimenten!
Moh, ga je er definitief de stekker uittrekken? Wree jammer maar blij dat ik je heb leren kennen
Insgelijks!
Mooi berichtje, prachtig geschreven weerom. Jammer, dat je er nu officieel de stekker uit trekt, dit was één van mijn favoriete plekjes.
Fijn dat je kinderen zo geëngageerd zijn btw.
Dank voor het compliment! Ondertussen de kinderen op een betoging vergezeld, en waaaw, wat een sfeer! Echt een aanrader. Ik kom zeker regelmatig nog bij jou piepen!
Zo’n mooi geschreven stuk!
Erg jammer dat je stopt, maar bedankt voor al jouw mooie blogs.
Hopelijk doe je nog wat met je schrijftalent, wellicht blaas je de blog ooit weer nieuw leven in.
Hartelijke groeten van Zem.
Danku Zem, ook voor je trouwe aanwezigheid en zachte steun altijd!