Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for the ‘Allerlei’ Category

Denemarken dus

Wel, we gingen naar Denemarken… Omdat dat toch net iets minder avontuurlijk is dan China, besloot meneer onderdeappelboom dat we eerst even met de boot vanuit Duitsland naar Zweden zouden gaan. Wat we dan ook deden…
DSC_1289Een ruime kajuit, uitgebreid ontbijt, en heerlijk om uitgeslapen per boot aan te komen! Vanuit Zweden ben je vervolgens in geen tijd in Denemarken, via een brug, een kunstmatig eilandje en een tunnel. DSC_1311

De eerste week verbleven we in Kopenhagen, met AirBnB, wat tegenviel omdat de kinderen totaal niet konden aarden in een appartementje, en de keuken echt smerig was. Maar goed, gelukkig is Kopenhagen zelf fantastisch: brede fietslanen, massa’s fietsers, een prachtig uitgebouwde haven, combinaties van oud, nieuw en retro, trampolines in de voetpaden, cultuur, musea, enz.
DSC_1399DSC_1334

DSC_1542DSC_1510

DSC_1330DSC_1995

(wie de foto’s op flickr bekijkt, zal nog wat meer foto’s zien dan hier)

Wat ons meteen al opviel: Kopenhagen leeft, overal. Van de haven tot de oude hippiewijk Christiana, over de woonblokken tot de historische en kantoorwijken. Dat komt ten dele omdat Denen zelf leven. Buiten, vooral. Niet alleen kunnen ze beter tegen koude dan de gemiddelde Belg, ze zijn gewoon ook vastbesloten om het weer te nemen zoals het is en er het beste van te maken. Dus leven ze buiten van zodra het niet regent. En zelfs als het regent stappen ze opgetogen in regenjas en sandalen door de stad. Geen enkele Deen die zoals wij in jas of kraag duikt als het plots begint te gieten of te waaien. Later zagen we ook Denen zwemmen bij 18 graden alsof het minstens dubbel zo heet is. Het is een levensfilosofie, die we de afgelopen weken thuis zoveel mogelijk proberen aanhouden. En zoals op elk terras in Kopenhagen dekentjes liggen (want waarom zou je binnengaan bij koude als je ook onder een dekentje kan kruipen?), gingen ook wij bij thuiskomst stante pede naar ikea om 5 dekentjes en vind je ons op vroege ochtenden of grijs weer gezellig met ons allen op ons terras waar we gehuld in rode dekentjes ontbijten of genieten van een maaltijd.

Verder is Kopenhagen een fietsstad. Er zijn niet alleen snelwegen voor fietsers, de stad is ook zo auto-onvriendelijk gemaakt dat iedereen fiets, met een groot aantal eenvoudige bakfietsen. Verder blijken mannen in Denemarken ècht de helft van de kinderzorg voor zich te nemen (nog nooit zoveel vaders met kinderen op pad gezien), en misschien is dat wel de verklaring dat Denen jaar na jaar de gelukkigste mensen van de wereld blijken (al wordt gezegd dat dat ook aan hun protestantse levenswijze ligt: ze voelen zich verplicht zichzelf het meest gelukkig te voelen, want kijk maar eens rond je naar al die armoede en ongelijkheid, hoe zou je je dan als Deen ongelukkig durven noemen? En ook daar valt heel wat voor te zeggen, ook voor Belgen…)

Vanuit Kopenhagen deden we ook enkele uitstappen. Naar kasteel Kronborg bijvoorbeeld, dat Shakespeare uitkoos voor zijn Hamlet.

DSC_1615

En naar het fantastische Lejre, een Bokrijk uit de Steentijd, maar ook helemaal niet. Lejre is opgericht als wetenschappelijk centrum. Het is een studiedomein; een brok landschap waar wetenschappers jaren onderzoek hebben gedaan naar het leven in de Steentijd, door het zelf van nul op te bouwen met de materialen die ze toen hadden. Want ook al is er veel bekend uit onderzoek van weefsels, het is toch nog wat anders om die zelf te gaan weven, uit te zoeken van welke dieren ze komen, hoe die eruit zagen, hoe sterk ze zijn, hoe veel tijd dat kostte, enz. De wetenschappers zijn er nog maar net weg, en langzaamaan is het een studiedorp aan het worden waar families en amateur-wetenschappers een week of enkele weekends verblijven om ‘het te ervaren’. En dat merk je aan alles: hier is niemand om uitleg te geven, de dingen staan er niet netjes geschikt bij, en er zijn nauwelijks pijltjes om een richting aan te duiden. Je wandelt; je ontdekt; je komt tijdelijke jachthutten tegen, een half vergane koe, een kostuum gemaakt van dierenhuiden verscholen in een kano, enz. Er was nu ook een tijdelijke ‘Vinking-afdeling’ en ook daar hing dezelfde sfeer: je mag als toerist gerust rondwandelen, maar je komt in een leefgemeenschap, niet in een museum.  Er wordt weinig naar je gekeken, slechts af en toe uitleg gegeven en je wordt meestal genegeerd. Enfin, kortom: ik ben helemaal WILD van Lejre. Als er mij iets bijblijft van Denemarken, dan is het wel dit.
DSC_1895DSC_1909

DSC_1922DSC_1926
DSC_1943DSC_1969

DSC_1970

Maar we verkenden ook de rest van Denemarken, want na Kopenhagen gingen we naar Jutland, waar een bijzonder aangenaam huisruilhuis met een al even aangename huisruilfamilie op ons wachtte. En vandaaruit verkenden we de rest van Denemarken, met haar eindeloze tarwe- en havervelden, heerlijke stranden, en prachtig kleine eilandjes (waarvoor we enkele ‘geheime’ tips kregen van onze ruilfamilie 🙂 )
DSC_0746

DSC_2021

DSC_2049

DSC_2136

DSC_2235

Aan het strand op minder dan 5 km van ons huis gingen we eindeloos krabjes vissen, en zelfs een beetje zwemmen, dapper als de Denen 🙂

DSC_0151

DSC_0167

DSC_2086

We gingen nog maar eens naar een ander eiland, met een brug…

DSC_0126

Waar Hans Christian Andersen geboren werd…

DSC_0065

Zo vergeten als hij tijdens zijn leven was, zo geliefd is hij nu. Met een museum…

DSC_0081

En met een dagelijkse openluchtshow: 21 sprookjes in 21 minuten. We begrepen er maar weinig van (Deens is vrij begrijpelijk op papier, maar de uitspraak is erg verschillend waardoor het niet makkelijk te verstaan is), maar voor meneer onderdeappelboom is DIT wat hem het meeste bijblijft van Denemarken. En toegegeven, het was héél mooi!

DSC_0085

Daarnaast heeft Denemarken ook nog een echt middeleeuws Bokrijk

DSC_0611

Een heel veel eilanden, waar je met tractorbussen bij eb naar toe kunt of waar je gewoon zelf met je auto mag op het strand rijden

DSC_0190

Dat leidt dan tot dit soort vreemde taferelen:

DSC_0222

Maar gelukkig kan je dan naar meer afgelegen oorden ontsnappen, bijvoorbeeld met de vliegers die je ruilfamilie voor je heeft klaargelegd.

DSC_0365

En mispak je niet aan al die zonovergoten foto’s. Op onderstaand kiekje zie je heel duidelijk ‘Denen versus Belgen’, of hoe relatief temperatuur kan zijn…

DSC_0198

Verder nog op het rijtje fijne dingen: de kanotocht!

DSC_0432

 

Naar een natuurdomein met herten:

DSC_0458

Waar een heuse kampvuurbbq op ons wachtte, en waar ik mijn vegetarisme na zoveel kilometers roeien en wandelen met de glimlach opzij zette 🙂

DSC_0488

Maar wat voor ons het meest belangrijk is, is dat wat we thuis gekomen zijn met weer wat wijze levenslessen door het delen van andermans land en huis. Tips om je huishouden te organiseren bijvoorbeeld, afgekeken van ons zeer georganiseerde ruilhuis, waar nochtans net als bij ons in elke kamer plaats was voor foto’s, herinneringetjes, enz. Het voornemen om niet meer te zeuren over slecht weer (zie ook de dekentjes). Het overnemen van de Deense picknick: in Denemarken zijn overàl picknicktafels, en tussen 12 en 14u zie je overal wel families picknicken, met een heel arsenaal aan brood, worstjes, tomaten, kaas, fruit, enz. Geen vooraf belegde broodjes in Denemarken, maar rugzakken vol vanalles. Zo zijn we ondertussen al een paar keer met een rugzak vol vanalles naar de uiterste grens van onze tuin gegaan, gewoon om het Deense picknick-gevoel terug op te wekken.  En tot slot, uiteraard, de wijze levensles dat Denemarken een pak interessanter is dan ik had gedacht!

(PS: Voor de liefhebbers: overal in Denemarken bestaan slaaphutten/schuilhutten: houten tenten als het ware, waar je gratis mag overnachten, altijd met een vuurplaats en iets van sanitair in de buurt; je kunt makkelijk van de ene plek naar de andere fietsen)

Read Full Post »

Bijna een jaar na de vorige huisruil, bereiden we ons voor op de volgende. Er waren weer mooie aanbiedingen, uit Zuid-Afrika, de VS, en andere. Vooral mevrouw onderdeappelboom was al weer intercontinentale vluchten aan het checken. Maar het moet niet elk jaar even gek zijn, en er moet ook af en toe een beetje gespaard worden, denken we. En daarom hebben we na enig heen en weer mailen met verschillende families uit Europa de knoop doorgehakt en ruilen we dit jaar met Denemarken, niet in het minst omdat de Deense familie in kwestie ons zeer sympathiek lijkt 🙂

Terwijl zij tips-op-maat voor ons aan het samenstellen zijn, proberen we ook aan hun voorkeuren tegemoet te komen. Zo willen ze naast diverse uitstappen ook graag gewoon enkele dagen dichtbij ons huis blijven en korte wandelingen maken. En ze vroegen zich af of het dan ‘rather flat or very hilly’ is? ‘Rather hilly’, denken wij. ‘At least compared to Denmark ;-)) ‘. En omdat ons profiel op huisruil inderdaad niet duidelijk toont hoe de directe omgeving van ons huis eruit ziet, deed ik vandaag een tochtje langs mijn gebruikelijke loopparcours(tje) en schoot enkele kiekjes.

DSC_1214

DSC_1215

DSC_1218

DSC_1221

DSC_1227

DSC_1228

DSC_1230

DSC_1233

DSC_1240

DSC_1246

En uiteraard doet dit een mens met nieuwe ogen kijken naar plekken die je langzamerhand gewoon aan het worden bent. Nochtans moet ik maar gewoon tot aan het bankje wandelen waar ik met de kleine onderdeappelboompjes indertijd altijd vier uurtje ging eten. Daar heeft recent iemand iets op geschilderd en geschreven.

DSC_1242

Read Full Post »

Groen van een bepaald merk

Ze draagt een kniehoge, diepbruine katoenen jurk, met onderaan en om de heupen een strookje etnische print. Haar haren hangen los en zijn geknipt in een pony tot precies op de wenkbrauwen. Haar gezicht vertoont enkele sproetjes en een mooi verzorgd gebit. Ze loopt op een soort schijnbaar orthopedische, maar fleurig gekleurde sandalen. Er rijzen bruine, gladgeschoren benen uit de sandalen, en haar tenen zijn rood gelakt. Als het straks kouder wordt, zal ze onder diezelfde jurk een groene panty aantrekken en er donkerbruine laarzen bij dragen; om haar hals en schouders komt dan een in dikke wol gebreide sjaal; breed, lang en nonchalant. Rond haar vinger zit een ring met opvallende, matte steen.

Aan haar schouder hangt een klein, okergeel tasje en om haar andere arm heeft ze een grote tas in lapjesstof. Haar kinderen heten Myrthe, Warre of Luna. Het zijn er hoogstwaarschijnlijk drie. Ze spreekt hen helder, beslist, liefdevol en vooral erg pedagogisch toe. Van het soort pedagogisch dat luid genoeg wordt uitgesproken zodat iedereen in de buurt er in één moeite door ook maar meteen beter van zou worden. En gemengd met heel veel ‘schatteke’.

Haar kinderen komen net als de anderen uit de zwemles. Hun zwembrilletjes hebben als enige felle kleurtjes of de vorm van een kikkertje om het glas. Op de zwempakjes- en broekjes staat bollen, strepen, visjes of bloemen in vrolijke tinten. Geen speedo, adidas, of namaaksportmerk te zien. Geen donkerblauw of zwart.

De kindjes worden in hun kleren geholpen. Stiekem vind ik het mooie kleren en ik piep in afwezigheid van de moeder dan ook snel eens op de labeltjes. Ik onthoud de merken in mijn hoofd, en zoek ze ’s avonds snel op op 2dehands en kapaza. Ik ontdek dat ze 20 euro per stuk kosten. Tweedehands! Van de baby’tjes kan ik de merken niet. Maar bijna altijd staan er appeltjes op.

Na het zwemmen stappen moeder en kinderen naar hun auto. Een eerder compacte wagen wellicht. Of veeleer nog type Citroën Berlingo. Er staan autostoelen in met een zachtblauwe of muntgroene hoes erover van weeral een merk dat op 2dehands nog tientallen euro’s kost. Ze zetten kapitein Winokio op en rijden nog snel naar de Bioshop of Delhaize. Behalve zwemmen, gaan ze straks ook muziek, woord of dans volgen. Tennis, badminton of volleybal hoogstwaarschijnlijk niet. Ze gaan wel naar de chiro, maar niet naar Plopsaland. De moeder heeft brooddozen met diertjes erop voor hen gekocht, en ze drinken uit herbruikbare drinkbekers. Het plastic ervan is uiteraard gespeend van gevaarlijke stoffen, en ook hun kleding is bijna altijd bio, maar komt zeker en vast van een trendy webshop of een stockverkoop in Antwerpen.

Ik heb de vrouw hierboven nog nooit ontmoet. En ik heb haar ook al honderden keren ontmoet. Ze bestaat niet echt, maar ze bestaat toch wel in heel veel varianten. Ze is een fenomeen dat steeds vaker en in grote getale opduikt. Met die anderen houdt ze overigens vriendinnenweekends en gaat ze één keer per jaar uit de bol op de Gentse Feesten in een witte halterjurk met rode kersen. Hun mannen kunnen het redelijk met elkaar vinden. Ze dragen bijna nooit een jeansbroek en houden van kleurige hemden, T-shirts, longsleeves en gebreide pullen. Ze hebben zelden een zwarte bles, maar eerder een warrige haardos. Ze fietsen veel. Laten soms hun baard enkele dagen staan en dan weer niet. Een aktetas willen ze niet, maar zo’n brede mannentas op de heup met riem over de schouder wordt sterk gewaardeerd. Ze zijn erg betrokken bij kind en huishouden. Ze heten Ward, Pieter of Wannes. Ik heb hen ook nog nooit ontmoet en zie hen overal.

Het zijn zeker en vast lieve, moderne, groengezinde mensen. Ik heb absoluut veel aspecten met hen gemeen en moet dus niet doen alsof het helemaal over een ander soort mensen gaat.

Maar toch, die enorme massa van allemaal mensen van datzelfde type, dure groen, waar nooit eens een variant of uitzondering op zit… ziet u die ook? Is dat niet beangstigend? Of gewoon cool? Trendy?

Read Full Post »

China: het totaalverslag

U wou graag weten hoe het was, in China. Ik kan u zeggen dat het fantastisch was! Dat het eigenlijk niet was zoals ik dacht dat China was. En dat u er ook nodig eens heen moet.

Maar wat dacht ik dan eigenlijk dat China was?

Wel, bij China dacht ik aan Chinese karakters, aan heel veel draken, nog veel meer rode lampionnetjes, gigantisch veel lawaai, uitgestrektheid, in het gelid lopende en uiterst gesloten Chinezen. Ik dacht niet aan boerende of spuwende Chinezen, want daarvan had ik gelezen dat dit zo langzamerhand verleden tijd is geworden.

En hoe dat in praktijk dan was?

Wel, ik heb maar één draak gezien, maar inderdaad wel erg veel rode lampionnetjes. Lawaai bleek zoals verwacht zeer populair, maar dan vooral door Chinezen zelf die standaard een gigantisch volume aanhouden in hun gesprekken en dat doorspekken met een volumineus scala aan kreten en gegiechel. Spuwende en rochelende Chinezen waren er dan weer wel nog redelijk veel, alsook de meest smerige wc’s en restaurantkeukens die je je kunt voorstellen.  Daar tegenover stond dat we voornamelijk uiterst vriendelijke mensen tegen kwamen, heerlijk gegeten hebben, prachtig weer hadden, en een minimum aan smogdagen moesten doorstaan.

Maar laat mij eens beginnen met de echte trekpleisters, zoals de Verboden Stad:

DSC_0055

Pas als je er rond loopt, besef je hoe groot en leeg deze stad is. Zelfs de zogenaamde Keizerlijke Tuin is vooral een uit plaveisel en paviljoenen opgetrokken tuin, met een minimum aan groen, en nergens zicht op uitgestrekte verten. Het moet een verschrikkelijke, in de winter uitermate kille en in de zomer bloedhete gevangenis zijn geweest voor de keizers en de hofdienaars, ondanks hun rijkdom. Voor onze kinderen was dit een zeer sprekend bezoek, zeker toen we nog stukjes film uit The Last Emperor lieten zien. Ze waren het wel zeker: liever een gewoon kindje zijn dan keizer in China!

Gezien die bloedhete zomers, is het geen wonder dat de keizers een koeler zomerverblijf lieten optrekken, in de bergen die Beijing langs drie zijden begrenzen. Het Zomerpaleis heeft een gigantisch, kunstmatig meer dat zeer populair is voor bootje varen en waterfietsen. Rond het meer kan je wandelen in de lange gaanderij (bijna 800 m) die werd opgetrokken om de huid van de keizerlijke familie tegen de zon te beschermen. En op het einde van het meer wordt je beloond door het zicht op de marmeren boot die keizerin Cixi liet bouwen; slechts één van haar talrijke frivoliteiten.

Zomerpaleis

Beijing kent meerdere van deze parken, die winter en zomer erg populair zijn. Op een (zeldzame!) vrije dag gaan Chinezen met de hele familie naar  deze parken, en blijven er de hele dag, vaak met tent en picknick mee. Het zijn dan ook erg drukke plaatsen, maar ook de meest koele (nodig als het elke dag tegen de 35° aanloopt…).

Natuurlijk bezochten we ook de Chinese Muur. Er zijn verschillende locaties waar je toegang hebt tot de muur, waaronder enkele prachtig wilde, niet gerestaureerde en haast verborgen stukken die door dorpelingen worden beschermd, en waar we alleen maar in de wagen passeerden. Met een kleuter van 3 in het gezelschap wilden we toch een enigszins veilige plek, waar de zijmuren gerestaureerd zouden zijn, en daarom kozen we voor Mutianyu, waar je met een zetellift omhoog kan en met een rodelbaan omlaag. De veiligheid van die zetellift liet in wezen ook zwaar te wensen over, maar goed, het was heerlijk om zo hoog in de lucht te hangen, en de kinderen (en volwassenen :-)) konden hun pret niet op in de rit naar beneden.

DSCN0574

En de Muur zelf? ONTZAGLIJK MOOI! De uitgestrektheid, het landschap, het besef van de de verzengende arbeid die het moet hebben gekost, de zinloosheid ervan, de schijnbare eindeloosheid ervan, hoe ze de bergkammen volgt en over toppen en in valleien meandert. Prachtig!

DSC_0433

 

DSC_0415

We gingen ook eens buiten Beijing, naar Longin Xia bijvoorbeeld, dat ook wel ‘Little Li River’ wordt genoemd. Het landschap doet er dan ook denken aan Zuid-Oost-China, waar de rivier Li zich tussen de bergen slingert. Zo ook in Longin Xia, op maar 2 uur rijden van Beijing. De kinderen beklommen er hun eerste berg, en wij raakten helemaal verkocht door het landschap.

DSC_0687

 

DSC_0697

 

DSC_0763

We gingen ook twee dagen verder weg, naar Xi’an, met de nachttrein, om het wereldberoemde Terracottaleger te zien.

DSC_0002

 

DSC_0998

Maar daarnaast is er Beijing zelf, de stad waar we even inwoner mochten zijn, en waar we op traag tempo sfeer en stijl konden opsnuiven. We zagen het moderne Beijing

DSCN0631

Maar we brachten ook vele uren door in de hutongs, te voet en met de fiets. Hutongs zijn de traditionele woonwijken van Beijing, die één voor één aan het verdwijnen zijn. Het verhaal is dubbelzinnig: in een stad met 20 miljoen inwoners is het begrijpelijk dat laagbouw (allemaal huisjes van één verdiep) verworpen wordt tov de voordelen van wolkenkrabbers. Er zijn ook de wetten van de  hygiëne: in de traditionele hutongs hebben de huizen geen eigen badkamer of ander sanitair. Alle bewoners zijn aangewezen op de gemeenschappelijke douches en wc’s (die je ruim van tevoren al ruikt). Ruimte om rioleringen aan te leggen is er niet in de hypernauwe straatjes. En de mooie binnenpleintjes die de huizen hadden, worden zo langzamerhand ook volgebouwd met extra kamertjes voor oma, opa, tante, enz. Wie zijn wij dan om de modernisering tegen te houden omdat oud ons zoveel charmanter lijkt dan modern?

Maar er is ook de andere kant van de medaille: deze hutongs zijn ongeveer 700 jaar oud. Hele generaties zijn er opgegroeid, en leven op een ritme dat de grootstad vreemd is. Groenten worden er op straat gewassen en schoongemaakt; vrouwen zitten er te keuvelen of te kaarten, mannen spelen er Chinees dammen; er wordt gerookt, gepraat, gelachen, geroddeld en gemoeid. De kinderen lopen er overal tussen; het lover van de bomen hangt zwaar over de typisch grijze gevels met de mooie rode deuren, er zijn vaak weinig auto’s maar wel veel fietsen, het ruikt er naar eten, en het is geen geschiedenis, geen oude stam die van niet beter weet, maar het zijn mensen die leven zoals ze altijd geleefd hebben, zoals het past bij wie ze zijn; het is een grote realiteit van Beijing. En wanneer de sloop dreigt, zijn er steeds meer inwoners die zich verzetten (soms met resultaat, meestal niet). Kijkt u maar even mee.

DSC_0104

 

DSC_0142

 

hutong1

 

hutong2

 

DSC_0214

 

Veel vrienden en familie zijn ook nieuwsgierig hoe dat gaat als je de taal niet kent en het schrift niet kan lezen. Simpel: met gebarentaal. Je moet ten allen tijde jezelf belachelijk durven maken en zo inventief mogelijk zijn. Vliegtuigen en metro kan je uitbeelden, restaurant en toilet eveneens, de weg vragen doe je met een kaart waarop alles zowel in Chinese karakters als in Latijns schrift staat, en voor cijfers gebruiken ze ook de Arabische. Afdingen (standaard op alle markten) doe je met een rekenmachine waar je om de beurt iets op intikt, terwijl je zichtbaar zucht of in de lach schiet als de gevraagde prijs te hoog is. Vooral lachen helpt; je krijgt werkelijk alles gedaan als je erin slaagt het grappig te maken: afpingelen, opdringerige verkopers ontwijken, fotozieke chinezen ontlopen: doe het zo onnozel mogelijk, en ze laten je meteen met rust, met een schouderklopje van bewondering erbij. Idem op restaurant. Het is de gewoonte dat je aan de kassa gaat vertellen wat je wil eten, en betaalt. Daarna wordt het aan je tafeltje gebracht. Wanneer er geen foto’s op de kaart staan, begonnen we gewoon rond te lopen in het restaurant (kies altijd een restaurant waar veel mensen zitten), overhaalden de kassier om mee te komen, en deden mensen stoppen met eten om aan de kassier te tonen welke kommen we aantrekkelijk vonden en wat wij dus ook wilden eten. Eerst keken de andere gasten ons altijd erg verstoord aan, maar eens ze het doorhadden, schoten ze al gauw in een lach en werden de duimen opgestoken voor onze vindingrijkheid.

Eten

 

DSC_0121

 

Er zijn nog de duizenden kleine dingen. De biologische boomgaard-moestuin-restaurant die we bezochten, de waterkalligrafie, het eeuwige ‘can I take pictule of you?’, de gigantische correctheid van taxichauffeurs, de vogels in een kooitje die net als een hond zoveel mogelijk worden uitgelaten en waarmee oude mannen naar het park trekken om ze even aan een boompje te hangen, de lotusvijvers, de sfeer, de geur, de hitte, het stof, het alles…

DSC_0863

 

DSC_0917

 

DSC_0105

 

DSC_0266

 

DSC_0872 - Copy

 

 

Verder is China altijd alles van twee kanten: er is oud en nieuw, om te beginnen. Fietskarren staan naast Bentley’s; resten hutong rusten in de schaduw van wolkenkrabbers. Er is geen bedelarij, maar de kloof tussen rijk en arm is enorm. Het eten is buitengewoon lekker, maar het komt uit smerige keukens. Borsten en schouders worden goed bedenkt, maar benen zijn bloot tot aan de onderbroek. Er is communisme, maar kapitalisme wordt gestimuleerd. Er zijn nergens zoveel mensen op internet als in China, maar de helft is gecensureerd. Enz.

Het enige echt erge in China is de smog. Die is werkelijk verschrikkelijk. Op smogdagen kan je maar enkele meters voor je uit kijken. Je ademt kort en moeilijk. Je hebt hoofdpijn en bent korzelig. Je bent moe, je wil nergens heen, je voelt je raar. We hadden maar 5 dagen smog in 3 weken, een enorme uitzondering tijdens de zomer, en daar mogen we zeer dankbaar om zijn.

Verre reizen met kinderen? In dit geval toch zeker een fantastische ervaring. In de eerste plaats zijn kinderen een enorme magneet, zeker in China, zeker als ze blond zijn, zeker als ze met 3 zijn, zeker als er eentje krullen heeft, zeker als er een tweeling bij is. Ik weet niet hoeveel keer per dag de kinderen gevraagd werden te poseren, of hoe vaak we zonder elkaars taal te spreken wisten dat ze naar de kinderen vroegen, we alle leeftijden en tweelingschap uitgelegd kregen, en hoe de serveesters giechelend rond onze tafel stonden om zo dicht mogelijk bij de kinderen te kunnen komen. Onze kinderen verbaasden ons ook enorm met hun interesse en het gemak waarmee ze een andere cultuur aanvaarden en interessant vonden. En we leerden bij. We wisten bijvoorbeeld al dat onze oudste zoon een neus voor geschiedenis en culturen heeft, maar we leerden nu ook hoe gemakkelijk hij talen oppikt en hoe zelfstandig hij al is (‘No photo, thank you very much’ ging vrij snel :-)). We wisten al dat onze dochter doorheen haar periodieke mopperbuien een enorme volhouder is, maar we leerden nu ook hoeveel humor ze heeft (zelfs bij het zien van toiletten-zonder-iets-doorgespoeld). En van de kleinste zoon wisten we al dat hij niet bepaald taalachterstand heeft, maar we leerden ook dat hij uren kan stappen en na een maand China praat hij ons nu compleet onder tafel. Ze willen allemaal wel best opnieuw naar een heel ver land (maar niet verder dan China, vraagt de oudste zoon :-)), zolang we af en toe een zwembad weten te vinden. Dat kunnen we wel regelen, denk  ik 🙂

 

 

Read Full Post »

Balans van 7 dagen thuis

– 2 keer het gras afgereden

– 4 kruiwagens uitgebloeide en kapotgewaaide of – geregende bloemen afgevoerd

– een volledig bed opgeschoten sla en spinazie afgevoerd

– nieuwe spinazie en sla gezaaid

– de ravage van tomaten-met-ziekte enigszins opgeschoond zodat we toch nog kunnen oogsten

DSC_0533[1]

– 3 kg rode bessen geplukt

– de eerste herfstframbozen geplukt

– 5 potjes rodebessengelei gemaakt

– 5 potjes pruimenconfituur gemaakt

– 2 quiches gebakken voor in de diepvries

– elke dag gekookt met groenten exclusief uit eigen tuin

– 2 dagen terug gaan werken (geen commentaar)

– 3 keer kindjes in bad gestoken

– 2 keer blote kindertjes uit tuin en zwembadje gevist

DSC_0525[1]

– 3 verhaaltjes voorgelezen

– 200 blzn in eigen boek gelezen

– voor het eerst weer gaan lopen (ontgoochelend)

– 2 keer gaan fietsen met de kinderen

– één keer uitgeregend thuisgekomen van onze fietstocht

– 6 boeketjes geplukt

– 2 taarten en 40 muffins gebakken

– 2 keer bezoek ontvangen

– 3 keer naar huisruil gesurfd om van de reis voor volgend jaar te dromen

– 1 keer naar de VTM-studio’s gereden voor een opname van koning Lou (heerlijk!)

– 2 boeken gekocht

– 6 onderbroeken gekocht

– mossels met frieten gemaakt en gegeten

DSC_0527[1]

– de achterkant van de tuin gezeisd

– op mollen gejaagd

– bagage na 2 dagen ontvangen en gesorteerd

– de strijk van 4 weken geleden gedaan (ikke schuldig)

– de Chinafoto’s gereduceerd van 1000 naar 200. Nu nog de stap zetten naar 10 en dan kan ik ze bloggen 🙂

– Naar de bibliotheek geweest voor nieuwe kinderboekjes

– geluisterd naar 3 verhaaltjes die aan ons werden voorgelezen

– Naar de fietswinkel geweest om nieuwe banden

– 100 km gefietst en 6 km gelopen (’t was lang geleden)

– bij decathlon geweest om een foute levering terug te brengen (online bestellen heeft grenzen…)

– een oplossing gezocht voor het gaatje in het acryl van ons bad

-Wijn besteld want onze voorraad  was op

DSC_0536[1]

-Geld afgehaald van British Airways ter compensatie van onze telkens afwezige bagage

-Eerste aanzet gegeven voor de weekplanning en kinderactiviteiten voor schooljaar ’14 _ ’15

-Nachtje piekeren over een plan van aanpak op het werk

-Nieuwe eendjes gezocht voor op de vijver

– Dakgoten leeg gemaakt

– Naar Aveve geweest voor bloem voor brood

– 6 broden gebakken

– kinderen van en naar opvang gebracht

– speelkameraadje thuis ontvangen

– 4 dagen gewerkt, waarvan 2 in leuven, 1 in brussel en 1 thuis (de wederlhelft)

– Binnen en buiten plantjes water gegeven

– het huis schoongemaakt

– genoten van de picknicktafel met eigen baksels en pluksels

– enkele keren buiten gegeten (maar had nog beter gekunnen)

DSC_0526[1]

– te lang opgebleven en te weinig geslapen

– zeker en vast nog één en ander vergeten ook

 

En dat alles uiteraard samen met meneer onderdeappelboom. Het is nogal wat, zo’n week. Bijna maakte ik er een stokje van en vroeg u wat u allemaal doet op 7 dagen tijd… We zijn weer helemaal thuis, geloof ik…

Read Full Post »

We zijn veilig terug thuis aangekomen. En dat ‘veilig’ was voor één keer niet zomaar een woord, maar een hoop en een gedachte die niet alleen onze gedachten, maar ook die van heel wat vrienden en familie blijkbaar heeft gekleurd. Veilig aankomen was tijdens de periode dat we in China bleven jammer genoeg niet voor iedereen een evidentie, en we hebben de 24 uren onderweg naar huis (vertraging – annulatie -vertraging – geen bagage) in vliegtuigen en op luchthavens dan ook zonder enig gemor doorstaan (alsook de kinderen die het fantastisch deden, zo 24 uur zonder slaap, inclusief jetlag). Wij kwamen aan, en we zijn daar zeer dankbaar om.

Het reisverslag over China zal ik in uitgebreidere versie nog verder zetten op onderdeappelboomgaatopreis.wordpress.com, en in korte versie volgt hier nog wel een samenvatting. Maar velen onder jullie zijn nieuwsgierig naar het huisruilconcept op zich. En of ons huis er nog wel stond bij thuiskomst 🙂  Laat ons jullie geruststellen: het huis stond er nog, en we zijn helemaal weg van huisruil!

Om te beginnen zijn er de kleine attenties die aankomen in een ander, echt huis zo aangenaam maken: er staat een welkomstdrankje en toebehoren op tafel (bij ons zowel als bij hen), overal hangen post-itje om je de weg te wijzen (met af en toe een grapje), er zijn briefjes en foldertjes met uitleg over leuke resto’s en wandelingen die alleen bewoners echt kennen, enz. Onze ruilfamilie had ook inspanningen geleverd om een fiets met kinderzitje voor ons op te snorren, en had gratis toegang tot het nabije zwembad voor ons geregeld. Wij hadden op onze beurt voor hen al resto’s gereserveerd en matrassen klaar gelegd voor vrienden die op bezoek kwamen. Het voelt alsof je door iemand wordt ontvangen, ook al is die iemand op dat ogenblik in een ander (jouw) huis.

Het was duidelijk dat we allebei erg nieuwsgierig waren naar elkaars ervaringen. Het eerste mailtje met ‘wat een heerlijke plek!’ kwam als een grote geruststelling, en de hele reis lang konden we het niet laten om bijna om de twee dagen te mailen naar elkaar met de vraag welke uitstappen gemaakt waren, hoe het weer was,  enz.  Onze huisruilers hadden helaas zeer veel regen te verwerken bij ons, maar blijkbaar vonden ze het toch erg gezellig en leefden ze zich uit met de oogst uit de tuin. Bij thuiskomst vonden we zelfs een briefje op tafel met de boodschap dat ze uit dank voor al die bessen waarmee ze zoveel gekookt en gebakken hadden, ook voor ons een zwarte-bessen-taart hadden gebakken die we in de diepvries konden vinden! (we moeten ze nog proeven :-)) En ook wij lieten bloemen en wat attenties voor hen achter op de keukentafel.

Er is inderdaad een ongelukje gebeurd toen ze bij ons waren. Maar het is niets ergs, en ze hebben het ook meteen gemeld. Wij hebben op onze beurt twee glazen gebroken bij hen. Maar wij vonden van elkaar dat dat erbij hoort en nu eenmaal kan gebeuren. Met een gek soort vanzelfsprekendheid bleken we het ook eens over wat je uit elkaars huishouden kan gebruiken: een pot choco mag je verder leegeten, wc-papier of waspoeder moet je voor die korte periode niet gaan kopen, maar als je een volledig pak bloem of cornflakes gebruikt, vul je dat weer aan. Zowel bij hen als bij ons was er ook wat overschot aan voedingsmiddelen, dus die laat je dan ook gewoon voor elkaar achter.

En los van het praktische aspect, is het mooiste van huisruil misschien wel dat je niet alleen een land bezoekt, maar ook iets leert over wonen in dat land. Het zijn als het ware twee reizen in één: China bezoeken enerzijds, en wonen als een expat in Beijing anderzijds. Huisruil is daardoor op een eigen wijze heel intiem. Een intimiteit die voorbij de onderbroeken in de schuif gaat (ik heb, in alle eerlijkheid, geen kast opengetrokken en geen blad gelezen van wat op de bureau lag), die ver voorbij de woorden gaat waarmee je het huis kan beschrijven, en niet ligt in geheimen die je ontdekt, maar wel ligt in het – heel kort – delen van elkaars leven, door het delen van elkaars huis.  Wij zijn alvast naar huis gegaan met het gevoel dat we twee reizen hebben mogen maken deze zomer, en missen het daardoor des te harder. Want ja, China was fantastisch!

En de tuin, daar kom ik ook nog op terug, want daar is nu nog wat werk aan 🙂

 

 

Read Full Post »

Ik laat nog één keer hier weten dat er reisinfo bijgekomen is op de reissatellietblog; daarna zal ik het alleen nog daar posten.

Read Full Post »

Satelliet Suzy

De satelliet-website is een feit. Vanaf nu enerveer ik u alleen nog onrechtstreeks met reisverslagen, via onderdeappelboomgaatopreis.wordpress.com.  (Dit is eigenlijk vooral in het kader van reiswebsites die graag een link willen maken naar het reisverslag, maar dat moeilijk kunnen als het verborgen zit onder tuinvreugde en – perikelen).

 

En bij het lanceren van de satelliet, lanceer ik ook maar meteen de nieuwe gravatar. Ilse van Mirna Photography en ik hebben ons goed geamuseerd toen we deze bedachten, met het oog op mijn blog. Nogmaals dank Ilse!

10255245_10152141894440889_722224751_n

Read Full Post »

“Ik ben zo’n vermoeiend type dat de hele dag moet roepen hoe mooi en prachtig alles is, en aangezien wij beiden vrijwel hetzelfde mooi of lelijk vinden, kunnen we – mits ik op gezette tijden mijn mond houd – heel aardig samen reizen.”

Het is één van de eerste zinnen uit het boek dat meneer onderdeappelboom mij aanreikte, en ik was meteen verkocht. Meneer onderdeappelboom bezit de hele reeks ‘in een rugzak’ van Dolf De Vries, en het boek ‘China in een rugzak’ bleek hij al in 1991 gekocht te hebben. Dat is maar liefst 23 jaar geleden!! Ik verzeker je, meneer onderdeappelboom was toen nog behoorlijk piep, maar blijkbaar toch al helemaal in de ban van reizen. Of van Dolf de Vries. Dat kan, want zijn reisboeken lezen dan ook niet als reisgidsen, maar als boeken over ‘wat is dat om op reis te gaan?’. Als je ook maar enigszins van reizen houdt, en lang of kort geleden nog de rugzak omgegespt hebt om (meer of minder) verre reizen te maken, dan raad ik je ‘China in een rugzak’ zeker aan. Je krijgt er geen precies beeld bij van de omgeving, kostprijs, of goede hotels, maar wel portretten van verschillende types reizigers en mensen, een inkijk in het wel en wee van rugzakreizen, en een ontwapende zelfkritiek van een auteur die van zodra hij ernaar neigt de pedante Hollander uit te hangen zichzelf meteen tot de orde roept. Je moet er niets van China voor kennen, en zelfs geen wens hebben om China te leren kennen (al gebeurt dat gaandeweg wel). Op de bekende bol-website krijg je bovendien gratis 10 bladzijden inkijkexemplaar.

Na de zoete inleiding was het tijd voor het echte werk: de lonely planet uiteraard, al was het maar voor de correcte info over bustijden en treinprijzen die je erin vindt (wat handig zou kunnen zijn in een land waarvan niet alleen de taal, maar ook de cijfers en letters volstrekt nietszeggend zullen zijn voor ons).  Lonely Planet kan haar correcte up-to-date info garanderen omdat ze niet alleen betrouwbare auteurs ter plaatse stuurt, maar ook vertrouwt op de commentaren van al even betrouwbare reizigers. Toen wij in Bangladesh waren, noteerden we nauwgezet alle moeilijk te verkrijgen info over de grensovergangen met India, en stuurden die daarna ter correctie aan de redactie. Onze aanpassingen werden in de nieuwe editie opgenomen, en als dank mochten we een gratis Lonely Planet uitkiezen. Dat was bij deze geregeld 🙂

De bib bracht ons nog wat specifieke gidsen over Beijing, en vervolgens was het tijd om aan de kindjes te denken. Het eerste boekje, dat ik leerde kennen via de website ‘verre reizen met kinderen‘, is ‘ikke gaat vliegen’. Ook hier biedt bol een inkijkexemplaar. Het is een boekje op maat van peuters en kleuters, en ons kleinste appeltje vindt het geweldig. Na het verhaaltje één keer aanhoort te hebben, vertelt hij het nu elke avond aan ons. Bij de eerste bladzijde, waar ikke thuis in haar tuintje staat, vertelt hij steevast: ‘eerst moet je door het stro stappen’. Hij is ondertussen ook overtuigd dat hij een taartje zal krijgen op het vliegtuig èn dat iedereen in de vertrekhal met mondhoeken tot op zijn schoenzolen zal staan van het lange wachten.

Voor de groteren is er het boek ‘In een land hier ver vandaan‘. (jawel, inkijkexemplaar). Het is een sprookjesboek, maar dan eentje waarbij elk sprookje onopvallend ingaat op een stukje geschiedenis: of het nu Machu Pichu of het terracotta-leger is, in het boek wordt het verteld als een sprookje van een drietal bladzijden; ideaal om voor te lezen voor het slapengaan. De oudste onderdeappelboompjes kunnen er alvast geen genoeg van krijgen.

Maar ook voor kinderen bestaat ‘het echte werk’: de lonely-planet-reeks ‘verboden voor ouders‘. Het is niet wat ik voor ogen heb als de ideale reisgids voor kinderen, maar de schreeuwerige prentjes trekken de aandacht, en weken vragen en verhalen los. En dat is natuurlijk nooit slecht.

En dan zijn er natuurlijk de reisromans. Boeken door Chinese auteurs, boeken over China, boeken om mee te nemen naar China. Voor de kleintjes kochten we heimelijk wat boekjes-op-maat die we zullen bovenhalen als er verveling opduikt, zelf lieten we ons in de reisboekhandel De Pauw Huilt, en Les Lettres de Chine aanraden. Die eerste gaat mee om op reis te lezen, die laatste las ik ondertussen al in vertaling. De auteur is Victor Segalen, een Franse arts die in 1908 naar China reist. Een half jaar later reist zijn vrouw hem achterna, en ze blijven er 7 jaar wonen, tot Segalen verneemt dat de eerste wereldoorlog is uitgebarsten, en ze naar Europa terugkeren. Segalen gaat zelfs aan het Vlaamse front werken! De brieven zijn enkel deze die hij aan zijn vrouw stuurt. Ze zijn merkwaardig modern en sensueel, afgewisseld met te informatief en irritant, waarna weer grappig, intrigerend, heerlijk en vervelend. Ze bieden een kijk op een land dat in 100 jaar tijd een evolutie van 1000 jaar heeft afgelegd (de verboden stad was nog verboden toen Segalen in Peking woonde!), een man die met een moderne visie op erfgoed een vrijwel onbekend land heeft ontdekt (hoewel hij er niet voor terugdeinst ergens halverwege een boeddha te onthoofden), en tezelfdertijd een vleugje bourgeois van voor de wereldoorlogen toont (zelfs op bergpassen in China).  Zeer aan te raden.

En verder kan ik nog heel veel leestips gebruiken (niet over China, gewoon om mee te nemen is goed) èn begint dit wel ver af te wijken van een tuinblog, waardoor ik de reisstukjes misschien eens in een satelliet moet gaan steken…

Read Full Post »

Huisruil: de keuze

En zoals dus gezegd: ‘een week later konden we ruilen met Barcelona,  Portugal, Noorwegen, Denemarken, Ijsland, Canada (2x), Amerika (3x) en met een Hollands gezin. En in de weken die erop volgden kregen we alsnog verzoekjes (dus geen antwoord op onze vraag, maar op hun initiatief) voor huisruil met mensen uit Frankrijk, voor weekendjes of paasvakantie in Nederland, en zelfs een familie uit hartje Parijs die hun kersttijd wel eens buiten de stad wilde doorbrengen. Dus restte ons niets anders dan wat conversaties op te starten, en uiteindelijk te kiezen…’ (zie het eerste stukje)

Meneer onderdeappelboom nam de honneurs waar, terwijl ik weer even in het werkleven verdronk. Maar we overlegden wel: Berkeley werd afgeschreven wegens teveel zand, Barcelona omdat het een appartement bleek, Ijsland wegens te koud, en Noorwegen wegens ook wel heel ver weg van Oslo. Bleven toch nog een aantal aantrekkelijke alternatieven over. Portugal leek mij meteen een fantastische plek, maar ook Denemarken had zijn aantrekkingskracht. En het hield niet op: de Hollandse familie bleek namelijk helemaal niet meer in Nederland te wonen. Ze bleken expats. In China!

Ik moest uiteraard even lachen, toen meneer onderdeappelboom zei dat we naar China konden als we wilden. En ook Australië dook plots op. Maar dat zou uiteraard niet alleen helemaal ingaan tegen het oorspronkelijke idee van ‘laat het iets goedkoper zijn dan Italië’, maar bovendien was het ook heel ver vliegen èn was het misschien lang zo ecologisch niet (daarover later meer). Los daarvan: hoewel ik (samen met meneer onderdeappelboom) altijd de eerste ben om te zeggen dat we onze vroegere rugzakreizen zo missen, dat we zo graag nog een stuk van de wereld willen zien, dat we het immens belangrijk vinden om onze kinderen andere werelddelen te tonen om hen begrip, verdraagzaamheid en bewustzijn mee te geven, om hen te tonen hoeveel mogelijkheden van leven er zijn,… ondanks dit alles, spreekt het voor zich dat je dat niet doet op een ogenblik dat de oudste kindjes 7 zijn en de jongste pas 3. Integendeel: de gedachte alleen al deed mij kokhalzen van angst. Op deze leeftijd zet ik mijn kroost het liefst op een stoeltje héél dicht bij mezelf, beschut door liefhebbende armen, en tegen het zachte kussen van (het minieme beetje dat overschiet van) moeders boezem. En wil ik  NIET op een verre reis. Laat staan een ander, weinig bezocht continent. Angst! En principes over ver reizen met de kinderen? Geen één! Allemaal weg!

Daarom dat ik dan ook tegen meneer onderdeappelboom zei: ‘Ok, mail jij maar verder met iedereen; we zien wel wat ervan komt’.

Ook met angstzweet in de handen kan een mens vooruit…

Terwijl wij in ons gezin de voor en tegens afwogen, deden de kandidaat-ruilgezinnen hetzelfde. En ze waren enthousiast. Allemaal. En dus zei meneer onderdeappelboom: ‘We moeten eens gaan beslissen…’

Natuurlijk waren de opties al voortdurend de reveu gepasseerd in ons hoofd. Hadden we de prentjes van de mogelijke huizen bekeken en aan onze kinderen getoond. Natuurlijk was ik ook alweer helemaal gecharmeerd omdat één van de gezinnen ook een tweeling heeft, en dan nog een derde kindje (= idiote tweelingmama-emotie). (Eén van de basistips bij huisruil is overigens: ruil met een gezin dat in dezelfde levensfase is als jij; dan passen jullie huizen wellicht goed bij elkaar, en heb je – mogelijks – ook begrip voor puzzelstukken die in een zetel opduiken of dergelijke meer).

En ja, toen,… toen begonnen we China zo gek niet meer te vinden. Enfin, nog steeds verschrikkelijk gek. Ondraaglijk beangstigend. Maar anderzijds: het leven in een expatwijk, het soort van ‘bubble’ die we anders koste wat het kost zouden vermijden, is misschien toch wel de ideale tussenweg om voor het eerst met kinderen naar een ander continent te trekken. Blijkt de andere cultuur te shockerend, is er behoefte aan rust, dan is er het huis en de wijk om ons in terug te trekken. En hoe vaak zouden we zo’n kans nog krijgen?

En aldus gebeurde het dat meneer onderdeappelboom op een vroege ochtend in de niet-zo-winterse februarimaand naar de Connections-shop op Zaventem trok, en terugkwam met vijf retourtickets Brussel-Beijing…

 

Lees ook het eerste bericht over Huisruil in het algemeen.

Read Full Post »

Older Posts »