Wanneer we samen naar Brussel treinen, plachten mevrouw Buikberg en ik wel eens onze moestuinoogst te vergelijken. De conclusies daarvan zijn simpel: Ik ben altijd eerst. En zij hebben altijd meer.
Dit jaar zeg ik er telkens bij: “Ik weet dat het niet waarschijnlijk is, maar ik heb toch de indruk dat wij veel meer oogst hebben met die verhoogde bakken dan vroeger, gewoon op de grond.” En ik zeg er dan bij: “Ik ga dat toch eens bijhouden en er eens een stukje over bloggen.”. Dat bloggen kwam er natuurlijk niet van, en dat bijhouden ook niet al te precies. Maar toch wil ik voor de geïnteresseerde amateur op basis van de ruwe schattingen van mijn versleten olifantengeheugen eens op een rijtje zetten wat er precies inging, en hoeveel eruit kwam.
1. AANLEG VAN DE VERHOOGDE MOESTUIN
– We kozen voor 6 bedden van 1,20 op 2 m. Telkens twee latten hoog (ongeveer 40-50 cm).
– In totaal ging er ongeveer 6 m³ teelaarde in (die erg slecht bleek), en een heleboel kruiwagens compost van onze vaste leverancier (Van Gansewinkel).
– In totaal dus 14.4 m² moestuin, zonder de plaats voor courgetten, pompoenen en tomaten.
– Want: pompoenen en courgetten gingen in de schorsvlakte naast de moestuin, en de tomaten in een bak met het overschot van aarde, zonder compost.
– Ook aardbeien reken ik hier niet bij. Die kregen een vaste standplaats in ruwbouwstenen.
2. ZAAI EN AANPLANT, eerste lichting (maart- begin april)
– Wortelgewassen: rondomrond uitjes. Twee rijtjes sjalotten. Eén rij pastinaak. Drie rijen wortels (gele en oranje). Extra gezaaide sjalotjes. Twee rijtjes venkel.
– Vruchtgewassen: Maïs. 12 stuks.
– Bladgewassen: twee rijtjes spinazie, wat soorten sla, en veel rijen radijzen, om de één à twee weken geoogst en terug aangevuld.
– Koolgewassen: Drie rijen rode biet. Eén rij veelkleurige snijbiet. Rucola.
– Peulgewassen: Rijtje peultjes, rijtje erwtjes. Nog wat sla en radijsjes.
– Aardappelen. 6 rode en 6 gewone pootaardappeltjes.
3. ZAAI EN AANPLANT, tweede lichting (zo omtrent 15 mei)
– Wortelgewassen: nog twee rijtjes wortels. Sjalotjes opnieuw proberen zaaien.
– Vruchtgewassen: klimbonen en één pompoenplant toegevoegd (de drie zusters) en 3 tomatenplanten die ik teveel had.
– Bladgewassen: andere sla, nog eens spinazie, veel radijzen, ergens ook selder geloof ik, enz.
– Koolgewassen: Uitplant van de voorgezaaide brocoli en bloemkoolplantjes. Van elk 4. Nog een rijtje rode biet erbij. Tweede keer rucola want de eerste keer leek verdwenen.
– Peulgewassen: bonen gezaaid. Nog peultjes proberen bijzaaien omdat de vorige het niet goed deden. De erwten ook niet eigenlijk. En ook hier verder nog sla en radijzen.
– Aardappelen: één keer ophogen en de afrikaantjes water geven 🙂
– Buiten de bakken: uitplant (na zelf zaaien) van 4 komkommerplanten, 3 pompoenplanten en 3 courgettes. Twee weken later alles opgegeten door de eekhoorn, en dan opnieuw 4 komkommers, 2 pompoenen en 2 courgettes uitgeplant. Nieuw eekhoornbanket. Alleen één komkommer, één courgette en één pompoen overleefden het. Dan maar nog 2 courgetteplanten bijgekocht in den boerenbond. Van dan af blezen ze in leven.
– In de tomatenbak: een tiental soorten tomaatjes, vooraf in huis opgekweekt.
4. ALLERLAATSTE ZAAI EN AANPLANT (1 juli, en zelfs nog op 1 augustus, maar alles kleine hoeveelheden)
– Wortelgewassen: niets meer
– Vruchtgewassen: niets meer
– Bladgewassen: knolselder gezet (foute plek wellicht), nieuwe spinazie en sla
– Koolgewassen: Bloemkolen verwijderd, broccolis maken nieuwe stronken aan en worden groot.
– Peulgewassen: extra bonen gezaaid, nog wat worteltjes gezaaid.
– Aardappelen: allemaal geoogst. Op die plaats enkele rode kolen, bloemkooltjes en witloofplantjes vanuit de boerenbond geplant (ook foute plek, maar het was haast haast voor we een maand op reis vertrokken).
5. DE OOGST
– Wortelgewassen: twee maanden uien uit eigen tuin gegeten, de hele zomer lang overal sjalotten bij, 5 grote porties wortels in de diepvries en ook zo’n 5-6 keer ruime portie verse wortelen gegeten. Van de pastinaak en de laatste wortelen een voorraad pastinaak-wortelsoep gemaakt (de lekkerste soep ter wereld, met wat rozemarijn, en veel verse dragon uit de tuin, en een ruime draai aan de pepermolen), en de rest van de pastinaak in zes te grote porties in de diepvries. Gezaaide sjalotjes: geen oogst. Venkel: een paar ovenschotels en wat venkelsoep. Regelmatig ook wat wortels en uien weggegeven.
– Vruchtgewassen: een zestal lekkere maïsstronken, maar net op oogsttijd begon het te regenen en de 8 andere die we lieten hangen voor een volgende keer beschimmelden jammer genoeg. Klimbonen: veel geklim, weinig boon. Een halve portie dus misschien. de pompoenplant: 20 butternuts, waarvan 8 grote en 2 kleinere oogstbaar, de rest te groen of te klein. Tomatenplanen: de ziekte.
– Bladgewassen: sla à volonté, veel uitgedeeld, nooit tekort gehad. Radijsjes zoveel als we wilden en ook nog uitgedeeld. Een keer op 4 spinazie gegeten, een portie of 6 de diepvries in. De knolselders zullen kleine knolletjes zijn, maar zullen oogstbaar zijn.
– Koolgewassen: 4 perfecte bloemkolen. Eindeloze hoeveelheden perfecte rode biet. Al 10 keer snijbietquiche gemaakt (onze voorkeurversie met weinig room en maar twee eitjes) en evenzoveel ingevroren (eigenlijk het enige dat ik met snijbiet maak, omdat het samen met okkernoten zo heerlijk is). En de broccoli, daar bleek de tip uit het boek van Madame Zsazsa goud waard: dat maakt inderdaad telkens opnieuw broccoli aan. Kleintjes weliswaar, maar je blijft gewoon oogsten. We hebben van juni tot nu zeker twee keer per maand broccoli gegeten. Enkele keren ook rucola gegeten, maar dan doorgeschoten en nieuwe vergeten zaaien.
– Peulgewassen: we hebben erwtjes en peultjes gegeten, maar het was helemaal geen mega-oogst; de planten wilden niet goed groeien. De boontjes waren wel talrijk, en in diverse kleuren en smaken. Laat ons zeggen toch zeker 10 porties, en er zitten er nog wat aan te komen.
– Aardappelen: Ik heb ze niet gewogen, maar aan elke plant kwamen toch zeker 8 patatten, goed voor toch zeker 2 kg, denk ik. Dat maakt 24 kg patatten, als ik juist inschat. ondertussen aten we ook al drie bloemkooltjes van dit bed, en zijn 2 van de vier rode kolen mooi dik aan het worden. De andere twee willen niet zo goed kroppen. De witloofplantjes moeten we nu oogsten en binnenkort inkuilen.
– Courgetteplanten: gemiddeld 30 courgetten per plant. ECHT WAAR. Maal drie dus… we hebben er véél weggegeven 🙂 En meneer onderdeappelboom heeft al echt elke woensdag een nieuw recept bedacht met courgette. De dochter kijkt nu op woensdag naar haar bord, zwijgt, en vraagt vervolgens ernstig:’Papa, hoe lang groeien courgetten?’. Nochtans, al veel lekkers gegeten!
– Komkommerplanten: zo’n 40 kleine komkommertjes (in open lucht dus).
– De andere pompoenplant: helemaal niks.
– De tomaten: allemaal de ziekte gekregen, maar toch een zomer en nazomer lang tomaten gegeten, tomatensoep gemaakt, in spaghetti gedraaid, weggegeven, enz.
En dus vind ik dat veel oogst voor toch een kleine moestuin. Het weer zat erg mee natuurlijk, dat ontken ik niet. Maar toch een schijnbaar grotere opbrengst dan dezelfde oppervlakte plat op de grond. Misschien omdat je meer tot op de rand zaait? Of toch omdat de doorlaatbaarheid en luchtigheid van de grond beter is?
Misschien denk je dat we nu gaan uitbreiden, maar dat is niet het geval. Eigen oogst vraagt toch meer werk aan schoonmaken dan wat je in de winkel koopt, en bovendien is het vaak op hetzelfde moment klaar, waardoor je dan plots een doos vol met aarde beplakte oogst in de keuken hebt die je maar moet zien te verwerken. We hebben sinds juni elk weekend uit eigen tuin gegeten en sinds half augustus erg druk geweest met het verwerken van al die oogst. Meer tijd hebben we niet, en dus is het goed zoals het is. We hadden uiteindelijk ook nog de bessen, waar we dit jaar echt vele tientallen kilo’s richting huis en diepvries droegen. En ik had genoeg om regelmatig eens een pakketje oogst te maken voor vrienden en (vooral) de ouders van mevrouw onderdeappelboom, ter vervanging van de klassieke fles wijn. En dat weggeven, dat doen we nog het liefst van al.