Het is weer gelukt: weerbericht in de gaten houden, verlof voorzien voor de dag waarop het op z’n warmst gaat zijn en waarna het zou moeten regenen, en dan nog geluk hebben dat het weerbericht uitkomt ook. Vandaar: ik was thuis vandaag!
Tegen de tijd dat ik mijn gereedschap uit de garage had gehaald, kreeg ik al de eerste buurman op bezoek. Dat ik toch al schone tomatenplanten had, zeg! Dat was een compliment om min of meer van omver te vallen. Niet alleen omdat ander bezoek de dag ervoor gezegd had dat ik dringend meer water moest geven omdat ze veel te geel waren (terwijl ik vind dat ze geel zijn van de zon omdat ze tegen de ochtend altijd weer mooi donkergroen worden), maar bovenal omdat deze mens geen complimentjes geeft. Nog nooit gebeurd in de afgelopen 5 jaar. Maar, zo moest hij ook kwijt: ik had toch wel een eigenaardige manier van tuinieren. Ah ja? ‘Ja, zo in bakskes’. Mijn groentetuin dus. Ik heb het hem een beetje proberen uitleggen. Ook vaagweg laten vallen dat we nogal te vinden zijn voor biologische teelt. ‘Ja, dat zou ik nu nog wel kunnen begrijpen, maar daarom moet dat toch niet in bakskes?’ Ik onthou mij in zo’n geval liever van de ecologische boodschap, ik ben niet zo’n bekeerder, en heb gezegd dat ik gewoon een rare ben die dit soort groentetuin leuker vind. Hij leek dat bijzonder aannemelijk te vinden. En hoe staat het met mijn bakskes?
Wel, dankzij een sproeibui van de waterslang en de hogere temperaturen beginnen erwtjes en peulen er nu toch wel mooi uit te zien.

Zelfs de bladgewassen durf ik laten zien. Op de eerste rij in het midden radijzen en rechts ervan raketsla. Erachter een tweede rij radijzen en daarnaast 2 rijtjes spinazie. Helemaal links is snijbiet gezaaid en achteraan nog kropsla en een derde rij radijzen.
Ook pastinaak ging de grond in, achter de worteltjes die langzaamaan toch boven lijken te komen. En de blootliggende bedden werden volledig van restanten gras ontdaan. Nog een weekje of 2, en dan mogen kolen, vruchtgewassen en boontjes ook buiten.

De aardbeien staan er allemaal zeer goed bij. Vorig jaar deed ik er stro tussen, maar dat zat het wieden toch een beetje in de weg. Naar het schijnt houden aardbeien van zure grond. Zou ik er dennenschors durven rond leggen?
Het viel me dit jaar ook voor het eerst op dat verschillende rassen een verschillend aantal bloemblaadjes hebben.


Ik prutste ook heel even in de bloementuin, maar daar was eigenlijk geen werk behalve het uitknippen van de helleborusbloemen. Die zien er nog niet uitgebloeid uit, maar als je ze nu laat staan steekt de plant al zijn energie in zaadvorming, en komt hij volgend jaar niet meer zo mooi terug.

En kijk eens hoe dichtbij ik al raak met het fototoestel?

Ik deed ook ontdekkingen in de ‘wilde’ tuin. Er komen overal boshyacinthen op, er groeit plots citroenmelisse naast de linde, de vergeetmenietjes zijn terug èn achteraan in de tuin staat de daslook half in bloei. Meer van dat!
De dieren werden evenmin vergeten. Uit angst dat de eksters er net als vorig jaar met de kuikens vandoor zouden gaan, spande ik een net rond het broedhok van de eend. Baat het niet, schaadt het niet. Rondomrond werden ook heel wat netels gezeisd. We zijn nog altijd voorstanders van het gebruik van de tuinklauw, maar het is te tijdrovend op dit ogenblik.

En ja, ook de schaapjes kwamen aan bod, maar dan in een bijzonder treurige vaarwel. Mama Laura ging gisteren al de deur uit naar een schapenboer 2 km verderop. Vriendelijke man, direct aangeboden dat we nog naar het schaap mochten gaan kijken bij hem, en een zoontje dat zonder enig aarzelen stokstijf bleef staan toen 2 angstige schapen op hem afdonderden, coolweg zijn handen uitstak om hen tegen te houden, en vervolgens de tijd nam om ze nog te strelen ook. Laura, je krijgt volgens mij een fantastische nieuwe thuis.
Voor Julia en Gusta is de afloop treuriger. Niet omdat ze gekocht zijn voor de slacht, want dat is wat alle kandidaat-kopers voor ogen hadden. Maar wel omdat de opkoper geen greintje respect voor hen had. Bij het horen van hun naam moest hij een goed lachen. ‘Juliake, juliake, maar op die manier ga je ze niet vangen hoor. Ga jij weg en geef mij dat brood’. Je ziet van hier dat ik zou weggegaan zijn: I stand by my sheep! Met de nodige godverdommes kreeg hij ze te pakken, en we namen elk een schaap aan een touw. Hij hinnikte al van het lachen voor hij kon zeggen: ‘En wat gaan we nu zien? Gaat het meisje het schaap meenemen, of gaat het schaap met het meisje gaan lopen?’ Zijn lachen verging gelukkig snel toen ik met Julia gezellig keuvelend richting kar wandelde, terwijl hij nog in geen honderd jaar kon bijbenen met zijn godverdommes. Ondanks mijn binnenpretjes daaromtrent ga ik straks toch nog wat misprijzende blikken oefenen voor de spiegel, en dan liefst van de doodbliksemende soort. Waarom we de schapen dan toch met hem lieten meegaan? Omdat ik het achter de rug wilde hebben. Schapen wegdoen is niet leuk. En de weide is nu héééél leeg.
Maar we moeten niet in treurnis eindigen. Ik heb ook nog karton tussen de bessenstruiken gelegd en er houthaksel opgelegd. Iemand enig idee waar je makkelijk aan grote stukken karton kunt raken? Ik heb maar 80 m² meer nodig 🙂 En misschien interesseert het u wel te weten dat ik ondertussen 5 machines was heb gedraaid, buiten gehangen, èn de versgewassen lakens allemaal al terug op bed liggen? Ik denk dat het tijd wordt dat ik er ook tussen kruip, nog even de buitenlucht opsnuiven die er altijd maar zo kort in blijft hangen.
Read Full Post »