Naarmate het weer beter wordt, gaat het aantal reacties op mijn blog achteruit (;-) (hierover en over andere kijkcijferdruk later overigens meer)), maar ik ga dapper door met mijn queeste: de wereld een beetje natuurbewuster maken.
We zijn ondertussen april, en het wordt dus tijd om het eens over de siertuin te hebben. Terwijl er voor de ‘klassieke’ siertuin (met cultivars, hybriden, enz.) een Antwerps Bouwcentrum vol boeken bestaat, is het met de literatuur over ecologische siertuinen nogal magertjes gesteld. Jawel, er bestaat wel één en ander, dat weet ik, maar dat is niets in vergelijking met het aantal klassieke tuinboeken dat zelfs in het kleinste boekhandeltje of boekenfabriekje àla De Standaard te verkrijgen is. In mijn persoonlijke missie om de mensheid te bekeren, zal ik jullie dus (in meerdere delen dan nog wel!) eens grondig vervelen met standplaats, plantenkeuze en schemaatjes allerlei (in paintshop, hoera!) van min of meer inheemse planten.
Vandaag deel 1: Diep Nadenken, al dan niet bij een potje koffie.
Zullen later nog op de agenda verschijnen:
Deel 2: De binnentuin
Deel 3: Borders
Deel 4: De schaduwtuin
Deel 5: Siergrassen
Het nadenken dus. Dat volgt in zekere mate een stappenplan: (a) Waar moeten de bloemen komen? (b) Wat zie ik graag? (c) Wat is ecologisch? (d) Hoe bouw ik het op?
(a) Waar moeten ze komen?
Eén van de belangrijkste regels in het ecologisch tuinieren is dat je de juiste plant op de juiste plaats zet. Logisch: een schaduwplant in de zon zal het minder goed doen dan een schaduwplant in de schaduw. En als een plant het minder goed doet, is de verleiding om met busjes en korreltjes allerlei aan de slag te gaan natuurlijk al iets groter. Beperk je dus tot het gamma dat geschikt is voor de plaats die je in gedachten hebt. En stel je daarbij de twee voornaamste vragen: Is deze plaats zon, halfschaduw of schaduw? En is de grond droog, normaal of vochthoudend? Je zou je ook kunnen bezig houden met types grond (leem, zand, klei, enz.) en plaats (bosrand, winderig, veel stenen, enz.) en dan verhoog je de kans op succes nog een beetje. Maar je bezig houden met die eerste twee vragen is al heel wat.
(b) Wat zie ik graag?
Je kunt het geluk hebben alle bloemen op je duimpje te kennen en uit het hoofd de leukste planten te kunnen kiezen, maar veel waarschijnlijker is dat je toch graag een houvast hebt in de vorm van fotootjes. Een site die ik graag gebruik om bloemen te kiezen, is die van Atuin. Het is een beetje misbruik, want ik heb er nog nooit iets gekocht. Maar aan hun zoekfunctie is moeilijk te weerstaan: je vinkt het type grond en de hoeveelheid zon aan, en atuin geeft je binnen de minuut een heel scala aan mogelijkheden. Je kan ook beperken op kleur, bloeiwijze, bloeitijd, enz. en zo uiteindelijk een lijst aanleggen van wat je mooi vindt, èn wat geschikt is voor de plaats waar je wil planten.
3) Is het ecologisch?
Een nadeel van Atuin is natuurlijk dat het geen ecologische kwekerij is. Eens ik mijn lijstje van mooie planten heb, zoek ik die dan ook op in de database van ecoflora of de fantastische site van de kulak. Blijkt daaruit dat de planten die ik mooi vind inheems zijn (of dat er een inheemse vulgaris-versie bestaat van de cultivar op mijn lijstje) dan neem ik die. En dan zijn er meestal nog enkele gecultiveerde planten waar ik moeilijk afscheid van kan nemen, omdat ik ze mooi vind, omdat ze met leuke momenten verbonden zijn, enz. Voor die paar planten sla ik aan het zoeken: van waar komen ze, hoe leuk vinden de beestjes hen, hoe resistent zijn ze voor ziekte, wat is hun verwilderingsdrang, enz. Als ze daarbij een beetje goed uit de verf komen, koop ik ze ook. En dan aarzel ik zelfs niet om een heel bijzondere variant te kopen die eventueel wat duurder is. Het oog wil tenslotte ook wat. Japanse en chinese dingen gooi ik er bijna onmiddellijk uit, met uitzondering van de Japanse anemoon, die mij altijd weer door de knieën doet gaan (idioot, want hij palmt al de rest in). En al zoekend bij ecoflora en de kulak komen er altijd ook nog wat bloementjes bij die ik op atuin niet had gezien.
(4) Hoe bouw ik het op?
Ecologische siertuinen zien er meestal een beetje als pluktuinen of wilde tuinen uit. Daar hou ik ook van, maar het spijtige is dat een heleboel mensen daar wat minder enthousiast voor zijn, en er zo een groot deel van de bevolking niet overtuigd kan worden van de keuze voor inheemse planten. Die inheemse bloemen durven inderdaad verwilderen, maar ik ben wel zeker dat je ook met autochtoon plantengoed een zeer strakke, moderne tuin zou kunnen aanleggen (en dan zou er misschien een groot deel van de bevolking erbij gewonnen zijn). Streven naar eenheid van kleur en soort kan strakheid in de hand werken, de bloemen min of meer hun gang laten gaan werkt meer het type wilde boerderijtuin in de hand. Een tussenweg is om een beetje te plannen (de hoge achteraan, de lage bloemen vooraan) en de wildgroei slechts met gematigde hand tegen te houden; elk volgens eigen smaak natuurlijk.
Dit moet zowat de basis zijn vooraleer aan de concrete beplanting te beginnen. Het klinkt nogal betuttelend, vind ik persoonlijk, maar je weet maar nooit wie er iets aan heeft natuurlijk…
Hihi… waar ik in de loop van maart een gestage toename zag van het aantal bezoekers op mijn blog (typisch voorjaarsfenomeen), kwam daar met die periode van mooi weer vorige week inderdaad even een dipje.
Gisteren en vandaag zijn het er plots weer meer…
Je berichtje van vandaag doet mij bedenken dat ik misschien mijn boekenkast eens moet openmaken, en een lijstje op mijn blog plaatsen van de boeken waar ik graag naar grijp!
Doe dat Annetanne, en dan kom ik bij jou reageren en hebben we meteen weer elk een bezoeker extra 😉
Hey, dank je voor deze “roadmap”! Ik kijk al uit naar de volgende delen. Zelf begin ik meestal bij het boek Flora van België en Nederland (of is het Flora van de Lage Landen?) en kijk ik daar wat ik mooi vind. Gevolg: een boek vol met bladwijzers van wat ik nog wil hebben. Vervolgens kijk ik waar ze kunnen staan en dan begin ik te zoeken waar ik het kan kopen. Maar Atuin heeft idd een goeie zoekrobot!
Dat nadenken bij een pot koffie is een heerlijk begin!
Ik! Ik heb hier heel veel aan. Van mij mag je volgende stukje over de binnentuin gaan, want we weten nog niet helemaal wat we daarmee gaan doen. Waarschijnlijk Helleborus, maar ik moet bekennen dat ik me eigenlijk nog nooit heb afgevraagd of planten al dan niet inheems zijn…
hehe, zo dik zijn die periodes met goed weer nu ook weer niet gezaaid dus we moeten onze schade proberen in te halen op de mooiere dagen he. Ik kom er zelfs amper toe om nog te bloggen tegenwoordig 😉
Ik heb ooit eens een plantenwijzertje gemaakt om plantjes ‘te stampen’ (iets wat je in het echt nooit te letterlijk moet doen). Ik zag dat mijn medestudenten het er niet zo gemakkelijk mee hadden om plantjes te memoriseren dus ik dacht dat dat met een spelletje misschien wel zou lukken. Voor wie hem nog niet via de blog had gevonden is dit de direkte link http://users.telenet.be/chef/gallery.html. De (veelal latijnse) naam (ahja) komt pas na een tijdje, zodat je even de tijd krijgt ‘voor reflectie’ (niet te lang reflecteren want we hebben de zon nodig).
De juiste plant op de juiste plaats is een basisvoorwaarde, impulsaankopen zijn dus toegestaan zolang er plaats genoeg is zodat dat het natte adoptieplantje niet in een droog bed hoeft te slapen of die twee reuzen niet in dat kleine hoekje moeten gaan staan. Bij bomen gaat het nog het vaakst mis. “Die zullen we wel snoeien als ze te groot worden”, meestal is het dus bij aanvang al vrij duidelijk dat de boom niet zal passen. Uitgezonderd fruitbomen zou je nooit aan een boom mogen raken want negen van de tien verliest de boom zijn karakteristieke vorm die hem meestal mooi maakt. Als je dus bij aanvang weet dat de boom te groot wordt kan je beter verhuizen of een andere boom kiezen (de tweede optie is vaak makkelijker).
Oho, wij hebben hier ook heel veel aan hoor! Zat enkele weken geleden in exact dezelfde planfase maar is intussen weer een beetje stilgevallen wegen ecoflora toch gemist ;-). Dezelfde manier van denken hadden we ook al aangekweekt, maar je bronnen en zoektips zijn zeer nuttig voor ons! Ik weet zo een paar soorten van buiten (vooral struiken) die ik mooi vind maar veel te weinig nog, zeker van echte bloemen, dus we gaan er tegen volgende winter ook eens echt goed invliegen (tegen dan zal de siertuin geen leidingen-grachten-labyrint meer zijn en moet er geen zwaar materieel meer passeren :-)).
[…] onderdeappelboom schreef dat het met literatuur over de ecologische siertuin nogal mager gesteld is, en Townmouse een boekbespreking schreef over ‘Designing California Native […]
Tijdtussendoor: ha, nog een koffiedrinker 🙂
Lichtindeduisternis: en de binnentuin wordt nummer 2!
666bbq: ik ben helemaaaaaaaaaaaaal in de wolken van jouw stamp-de-plant-database! En dat maakte jij voor medestudenten? Chapeau, je mocht bij mij ook wel in de aula gezeten hebben dan 🙂 (tijd voor reflectie was prima; toch nog 10 die ik totaal niet wist, en een aantal die ik durf verwarren (zenegroen, kattekruid en gelijkaardige)
Buikberg: en vergeet vooral geen foto’s te nemen van je labyrinth, of je graaft in de toekomst kuilen uit voor bomen en spit je afvoerbuizen bijna kapot 😉
Annetanne: I rest my case 🙂
[…] onderdeappelboom @ 09:51 Tags: binnentuin, kruiden, sedum In navolging van mijn vorige stukje (de siertuin deel 1) heeft Annetanne een mooie opsomming van boeken gegeven die je bij de aanleg van je tuin kunt […]
[…] door De (half-) ecologische siertuin- deel 1: Diep Nadenken « Onder de appelboom — 15/05/2009 @ 14:37 | […]
[…] de bloeiende esdoorn waar bijna niemand heeft naar gekeken? (foei!), of wordt het een hit zoals de siertuinstukjes, die onder mijn algehele onbegrip blijkbaar regelmatig worden gelezen? Moet ik lezers lokken […]